Hieronder deel 2 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Veel leesplezier!
Vrijwel meteen werd
er weer gebeld. Ivo nam op. “Goedemiddag, met Ivo.”
“Dag Ivo, met
Kees Welbedreven uit Schoonhoven. Ik zag je advertentie staan in de
krant, en ik dacht: laat ik eens bellen.”
“Dat is heel
goed gedacht van je, Kees.”
“Dankjewel.
Tjonge, wat ik vandaag toch weer heb meegemaakt, dat valt met geen
pen te beschrijven. Ik liep met mijn hondje Vicky...”
“Fikkie?”
“Nee, Vicky. Ik
liep met Vicky naar mijn overleden grootmoeder Victoria
Welbedreven. Die kon er wat van, Ivo. Ze had veertien kinderen,
waarvan eentje geadopteerd. Na de dertiende kon ze geen kinderen meer
krijgen, en aangezien dertien een ongeluksgetal is heeft ze er een
veertiende bijgenomen van haar buurvrouw, die niet tegen babygehuil
kon. Zo ging dat in die tijd, Ivo. Maar goed, ik liep dus met mijn
hondje over straat, komt er opeens een man met paard en wagen op me
af, loopt me voorbij, en gaat de hoek om. Dat is toch bijzonder, een
man met paard en wagen, in deze tijd?”
“Was het een
circusartiest?”
“Nee, dat is
onmogelijk. Van de burgemeester mogen geen circussen meer naar onze
regionen komen. Hij heeft een hekel aan circussen, omdat een clown
een keer een emmer met water in zijn gezicht heeft gegooid. Gaat u
wel eens naar het circus, Ivo?”
“Als kind ben ik
wel geweest, maar daarna nooit meer. Ik ben altijd bang dat de tent
instort, en dat er dan paniek uitbreekt. Heb jij daar nooit last
van?”
“Nee.
Ik gebruik een extract van brandnetelwortels. Daarmee hou ik de angst
buiten de deur. Maar je moet wel oppassen dat je niet teveel inneemt,
anders word je agressief, en kun je mensen gaan slaan. Dat moet je
een keer ondervinden, en daarna doe je het nooit meer. De oude
middeltjes zijn vaak het beste. Ik heb het idee opgedaan tijdens een
bezoek aan de bibliotheek. Ik was op zoek naar een boek over
tandheelkunde, en toen viel mijn oog opeens op Natuurlijk
genezen van Aagje Niemelbode.
Daar stond het in. Leest u veel, Ivo?”
“Dat valt wel
mee.”
“Ik kan uren
achter elkaar lezen. Totdat de lettertjes gaan dansen. Dan weet ik
dat het genoeg is geweest, en ga ik een eindje lopen met Vicky. Wat
een leuke hond is dat toch. Waren er maar meer honden als zij. Ik
denk dat Vicky in wezen een slimme hond is. Ze zou in principe een
middel tegen kanker kunnen uitvinden, ware het niet dat ze geen
duimen heeft. Dat is het grote voordeel van de mens: duimen. Waar
zouden we zijn zonder duimen? In ieder geval niet waar we nu zijn,
want zonder duimen zouden jij en ik geen telefoon kunnen vasthouden.
Nog zo'n voordeel van de mens: communiceren. Vicky kan alleen maar
blaffen. Soms weet ik niet waar ze het over heeft. Dat bedroeft mij
diep. Ik zou haar eigenlijk willen leren schrijven, maar ik heb nare
ervaringen in het onderwijs. Ik ben een tijdje leraar geweest, maar
ik kon geen orde houden. Straks bijt Vicky mij als ik haar iets
probeer te leren. Daarom leer ik haar maar niets. Heeft u huisdieren,
Ivo?”
“Nee. Dat is me
teveel werk.”
“Mijn oom heeft
een olifant als huisdier gehad. Die staat nu in Diergaarde Blijdorp,
omdat hij bij hem niet wilde aarden. Het is altijd wat met die
beesten. Je kunt beter een hond nemen. Maar genoeg over honden. Dit
gesprek komt dus in een boek?”
“Als alles
meezit, Kees.”
“Goh, wat
interessant. Zou u voor mij dan wel een pseudoniem willen gebruiken?
Ik mag van mijn moeder eigenlijk helemaal niet bellen naar vreemde
mannen.”
“Zeg haar dat ze
zich met haar eigen zaken bemoeit.”
“Ik zou wel
willen, maar ze leeft niet meer. Althans, niet meer op deze Aarde.
Maar van boven houdt ze me in de gaten. Daarom draag ik continu een
sombrero, zodat ik toch nog een beetje privacy heb.”
“Een wijs
besluit, behalve als het stormt. Dan waait die sombrero van je hoofd
af.”
“Nee. Daar heb
ik wat op gevonden. Ik maak de sombrero vast aan mijn oorringen.”
“Draag jij
oorringen, Kees?”
“Jazeker.”
“Waarom, in
vredesnaam?”
“Om die sombrero
aan vast te kunnen maken natuurlijk. Pijn dat het deed om de gaatjes
te zetten, Ivo!”
“Dat geloof ik
graag, Kees. Heb je verder nog iets te melden?”
“Nee. Hier wou
ik het voorlopig bij laten. Misschien bel ik later nog wel eens
terug.”
“Doe rustig aan,
Kees.”
“Oké. Da-ag.”
“Dag.” Ivo
hing op en wachtte tot er weer gebeld zou worden.
<Wordt vervolgd...>
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.