1
Als beginnend
schrijver is het niet gemakkelijk om een goed idee te verzinnen voor
een roman. Toch kreeg Ivo Penner op zekere dag het volgende idee: hij
zou een advertentie zetten in een plaatselijke krant, waarin hij
mensen opriep om hem te bellen op zijn mobiel, op een bepaalde dag,
tussen negen uur 's ochtends en tien uur 's avonds. De gesprekken die
hij zou voeren zou hij optekenen en publiceren als boek.
Ivo koos voor 9
april, een dinsdag, als dag om de gesprekken te voeren. Hij zette de
volgende advertentie in het Zoetermeers Dagblad (Ivo woonde in
Zoetermeer):
Heeft u altijd
al willen figureren in een boek? Bel dan op 9 april tussen 9:00 en
22:00 naar Ivo Penner, 06-xxxxxxxx. De gesprekken zullen worden
opgetekend en gepubliceerd. Bellers kunnen geen aanspraak maken op
auteursrechten, en bellen geschiedt op eigen risico.
Op 9 april, om
negen uur, zat Ivo klaar aan de eettafel met zijn mobieltje in
speaker-stand en een laptop met ingeschakelde
spraakherkenningssoftware, die spraak kon omzetten in tekst, om de
gesprekken vast te leggen. Het duurde niet lang voor zijn mobiel
rinkelde. Ivo nam op. “Met Ivo Penner,” zei hij.
“Goedemiddag, u
spreekt met Mindy Knoepers. Ik bel naar aanleiding van uw advertentie
in de krant...”
“Prima,” zei
Ivo.
“Welnu... u moet
weten dat ik erg eenzaam ben. Vandaar dat ik u bel. Ik kan verder
niemand anders bellen.”
“Waarom niet?”
“Dat willen ze
niet. Ze zijn mijn verhalen zat. Terwijl ik juist van die boeiende
verhalen heb. Wilt u er eentje horen?”
“Toe maar.”
“Welnu, op
zekere dag was ik aan het wandelen in het park, toen er opeens een
man uit de struiken sprong en met mij een gesprek aanknoopte. Hij zei
dat hij als zeeman een keer met zijn schip was gestrand op de Wadden.
En hij had als puber last van anorexia. Dat is toch een uitermate
interessant verhaal, meneer Penner?”
“Wel een beetje
kort, Mindy. Ik zou er nog wat aan werken als ik jou was.”
“Dat zal
moeilijk gaan, want ik ben geen schrijver. Ik werk in een
kinderdagverblijf als schoonmaakster. Oh, wat zou ik graag kinderen
willen, meneer Penner, maar zij willen mij niet. Anders was ik wel
zwanger geworden. Adopteren is ook geen optie, want de eisen daarvoor
zijn erg streng, en als ik ergens een hekel aan heb dan is het langs
een meetlat gelegd te worden. Heeft u daar ook geen hekel aan, meneer
Penner?”
“Dat hangt ervan
af.”
“Ik heb niets te
verbergen, meneer Penner. Dat is het probleem niet. Het gaat mij erom
dat er tegenwoordig zoveel van je verwacht wordt. Dat moet maar eens
afgelopen zijn. Lang leve de gemoedelijkheid! De mensen jagen en
jagen maar. Het wordt nog eens hun dood.”
“Doden betalen
doorgaans geen belasting.”
“De spijker op
zijn kop, meneer Penner. Zegt u nu eens eerlijk, zo'n vervelend
persoon ben ik toch niet?”
“Het kan altijd
erger, Mindy.”
“Dat is waar.
Maar hoe zit het, dit gesprek komt dus in een boek?”
“Jazeker.”
“Wilt u dan wel
een pseudoniem gebruiken? Ik heb het al moeilijk genoeg.”
“Ik zal wel
zien. Anders nog iets?”
“Nee. Ik heb op
dit moment al mijn kruit verschoten. Misschien bel ik later wel weer
eens.”
“Je weet het
niet.”
“Het was erg
leuk praten met u. Tot ziens.”
“Dag, Mindy.”
Ivo hing op.
<Wordt vervolgd...>
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.
No comments:
Post a Comment