Monday, September 14, 2015

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 1

Hieronder deel 1 van de humoristische novelle 'Gesprekken met Jan en alleman'. Veel leesplezier! Reacties zijn welkom.



1

Als beginnend schrijver is het niet gemakkelijk om een goed idee te verzinnen voor een roman. Toch kreeg Ivo Penner op zekere dag het volgende idee: hij zou een advertentie zetten in een plaatselijke krant, waarin hij mensen opriep om hem te bellen op zijn mobiel, op een bepaalde dag, tussen negen uur 's ochtends en tien uur 's avonds. De gesprekken die hij zou voeren zou hij optekenen en publiceren als boek.
Ivo koos voor 9 april, een dinsdag, als dag om de gesprekken te voeren. Hij zette de volgende advertentie in het Zoetermeers Dagblad (Ivo woonde in Zoetermeer):

Heeft u altijd al willen figureren in een boek? Bel dan op 9 april tussen 9:00 en 22:00 naar Ivo Penner, 06-xxxxxxxx. De gesprekken zullen worden opgetekend en gepubliceerd. Bellers kunnen geen aanspraak maken op auteursrechten, en bellen geschiedt op eigen risico.

Op 9 april, om negen uur, zat Ivo klaar aan de eettafel met zijn mobieltje in speaker-stand en een laptop met ingeschakelde spraakherkenningssoftware, die spraak kon omzetten in tekst, om de gesprekken vast te leggen. Het duurde niet lang voor zijn mobiel rinkelde. Ivo nam op. “Met Ivo Penner,” zei hij.
“Goedemiddag, u spreekt met Mindy Knoepers. Ik bel naar aanleiding van uw advertentie in de krant...”
“Prima,” zei Ivo.
“Welnu... u moet weten dat ik erg eenzaam ben. Vandaar dat ik u bel. Ik kan verder niemand anders bellen.”
“Waarom niet?”
“Dat willen ze niet. Ze zijn mijn verhalen zat. Terwijl ik juist van die boeiende verhalen heb. Wilt u er eentje horen?”
“Toe maar.”
“Welnu, op zekere dag was ik aan het wandelen in het park, toen er opeens een man uit de struiken sprong en met mij een gesprek aanknoopte. Hij zei dat hij als zeeman een keer met zijn schip was gestrand op de Wadden. En hij had als puber last van anorexia. Dat is toch een uitermate interessant verhaal, meneer Penner?”
“Wel een beetje kort, Mindy. Ik zou er nog wat aan werken als ik jou was.”
“Dat zal moeilijk gaan, want ik ben geen schrijver. Ik werk in een kinderdagverblijf als schoonmaakster. Oh, wat zou ik graag kinderen willen, meneer Penner, maar zij willen mij niet. Anders was ik wel zwanger geworden. Adopteren is ook geen optie, want de eisen daarvoor zijn erg streng, en als ik ergens een hekel aan heb dan is het langs een meetlat gelegd te worden. Heeft u daar ook geen hekel aan, meneer Penner?”
“Dat hangt ervan af.”
“Ik heb niets te verbergen, meneer Penner. Dat is het probleem niet. Het gaat mij erom dat er tegenwoordig zoveel van je verwacht wordt. Dat moet maar eens afgelopen zijn. Lang leve de gemoedelijkheid! De mensen jagen en jagen maar. Het wordt nog eens hun dood.”
“Doden betalen doorgaans geen belasting.”
“De spijker op zijn kop, meneer Penner. Zegt u nu eens eerlijk, zo'n vervelend persoon ben ik toch niet?”
“Het kan altijd erger, Mindy.”
“Dat is waar. Maar hoe zit het, dit gesprek komt dus in een boek?”
“Jazeker.”
“Wilt u dan wel een pseudoniem gebruiken? Ik heb het al moeilijk genoeg.”
“Ik zal wel zien. Anders nog iets?”
“Nee. Ik heb op dit moment al mijn kruit verschoten. Misschien bel ik later wel weer eens.”
“Je weet het niet.”
“Het was erg leuk praten met u. Tot ziens.”
“Dag, Mindy.” Ivo hing op.

<Wordt vervolgd...>

(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment