Hieronder
deel 22 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het einde van hoofdstuk 6. Veel
leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 21 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!
Ivo bereikte uiteindelijk boekhandel Tillooij, en liep naar binnen. Hij
bekeek zo'n beetje alle romans die de boekhandel verkocht, maar vond
geen geschikt exemplaar dat als leesvoer kon dienen. Misschien dat
een goede film meer inspiratie zou bieden. Ivo hield erg van films.
Als kind had hij filmmaker willen worden. Uiteindelijk koos hij voor
het schrijverschap. Misschien draaide er een goede film in de
bioscoop. Maar eerst zou hij iets eten, want zijn maag begon
inmiddels te rammelen. Bij een snackbar haalde hij een patatje en een
kroket, die hij onderweg naar de bioscoop opat. Het was inmiddels
avond. Mensen liepen in T-shirts en korte rokjes. Als je niet uitkeek
vlogen vliegjes je mond of ogen in. Ivo liet zich hierdoor echter
niet uit het veld slaan en bereikte algauw de bioscoop Cinemajeur.
Hij kocht een kaartje voor de film Easter Bunny,
over een man die door het leven gaat als paashaas. Ivo had behoefte
aan een film waar hij niet al te veel bij hoefde na te denken, zodat
hij ondertussen kon nadenken over zijn roman. Tijdens de pauze haalde
hij in de lobby een kleine cola. Plotseling hoorde hij iemand achter
zich zijn naam roepen. Ivo draaide zich om, en zag een man die hem
bekend voorkwam. De man stak zijn hand uit, en zei: “Ivo Penner,
wel wel. Dat ik jou hier aantref.” Ivo schudde de hand en vroeg
zich af wie deze man was.
“Ken je me niet
meer?” vroeg de man. “Servaas Knol.”
“Servaas
Knol...,” zei Ivo. “Die naam doet wel een belletje rinkelen...”
“We zaten
allebei in dezelfde jaargroep van Vincentius, de
studentenvereniging.”
“Ach ja,” zei
Ivo. “Nu weet ik het weer. Dat is een tijd geleden. Hoe gaat het
met jou?”
“Prima,” zei
Servaas. “En met jou?”
“Redelijk,”
zei Ivo.
“Wat doe je
tegenwoordig?”
“Ik hoop ooit
een roman af te ronden. En jij?”
“Ik verhandel
verzamelobjecten. Haarlokken van beroemde filmsterren, dat soort
dingen. Die bied ik te koop aan via internet. Er valt behoorlijk veel
geld mee te verdienen, als je het slim aanpakt. Zo heb ik laatst een
saxofoon van Charlie Parker voor het dubbele van de inkoopprijs
doorverkocht. Zomaar even tweeduizend euro winst gemaakt! Het moet
niet veel gekker worden.”
“Inderdaad,”
zei Ivo.
“Maar je bent
dus bezig met een roman. Waar gaat hij over?”
“Het moet een
autobiografische roman worden, gebaseerd op mijn eigen leven.”
“Aha,” zei
Servaas. “Komt dit gesprek er ook in?”
“Misschien,”
zei Ivo.
“Aha, zet er dan
maar in dat mijn winkel Servaas Knols Rariteitenkabinet heet. Als ze
dat intypen in Google komen ze er vanzelf. Tjonge jonge, wie had dat
ooit kunnen denken, dat ik jou hier zou tegenkomen. Kom je hier wel
vaker?”
“Om de zoveel
tijd,” zei Ivo.
“Wat vind je van
de film tot nu toe?”
“Ik vind hem wel
interessant.”
“De hoofdpersoon
is een vreemde vogel. Ik hou daar wel van. Mijn buurvrouw is er ook
zo een. Ze verzamelt alles van Sesamstraat. Ik heb haar laatst nog
een haarlok van Kermit de Kikker verkocht.”
Ivo fronste zijn
voorhoofd. “Kermit heeft toch helemaal geen haar?”
“Dat is juist
het mooie. Mijn buurvrouw gelooft alles. Ze gelooft bijvoorbeeld dat
je het weer kunt beïnvloeden door je daden. Als je goede daden doet
wordt het mooi weer, bij slechte daden krijg je slecht weer. In de
herfst stort ze vaak helemaal in. Maar goed, zij is dus één van
mijn grootste klanten. Morgen wil ik haar een stropdas van Grover
verkopen.”
“Vind je dat
niet zielig, om mentaal gehandicapte mensen zo te bedotten?”
“Welnee, Ivo. Ze
is zo blij als een kind met de dingen die ik haar verkoop. Trouwens,
ik tolereer ook bullshit van haar. Soms draait ze keihard
kinderliedjes. Dat is ook geen lolletje.”
“Nee, maar
toch...”
“Ze steelt ook
dingen van me, dus ze is echt geen lieverdje, Ivo. Over stelen
gesproken: ik heb nog een cd van jou thuis liggen. Als je me je
telefoonnummer geeft kunnen we een keer bij mij thuis afspreken. Dan
kun je hem weer meenemen als je weggaat.”
“Een cd? Welke?”
“Dat weet ik
niet uit mijn hoofd. Maar je naam staat erop. Geef me je nummer, dan
spreken we een keer af.” Servaas haalde zijn mobiel tevoorschijn.
“Oké,” zei
Ivo met enige tegenzin, en lepelde zijn mobiele nummer op. Wie weet
wat voor ideeën voor zijn roman dit hem nog zou opleveren.
“Prima,” zei
Servaas. “We spreken elkaar binnenkort. Ik ga nu snel een bak
popcorn halen, vóór de pauze voorbij is.”
“Doe dat,” zei
Ivo, en liep met zijn cola terug naar zaal 3. Na een uur was de film
afgelopen en liep Ivo terug naar zijn huis. Daar ging hij naar het
toilet, maakte hij notities voor zijn roman en ging hij naar bed.
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.