Hieronder
deel 20 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het einde van hoofdstuk 5. Veel
leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 19 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!
Nu snel naar huis,
dacht Ivo, om te schrijven. Hij keek op zijn horloge: 12:34. Als hij
geluk had was hij om รฉรฉn uur thuis. Hij begon al honger te krijgen.
Rond รฉรฉn uur was hij thuis. Zijn lunch bestond uit twee boterhammen
met kaas en een appel. Hij nam plaats achter zijn laptop aan de
eettafel, en zette de laptop aan. Vervolgens startte hij de
tekstverwerker. Juist op dat moment ging zijn huistelefoon. Met enige
tegenzin nam hij op.
“Ja hoor, ma.”
“Mooi zo.
Gisteren heb ik een aantal kaarten van Ciska gekocht. Ze heeft ze
zelf gemaakt. Ze zien er erg vrolijk uit. Heb jij nog interesse in
kaarten van Ciska?”
“Nee, ma.”
“Okรฉ, dan zal
ik tegen haar zeggen dat ze geen kaarten hoeft te reserveren voor
jou. Dat is dan weer een zorg minder. Over zorgen gesproken: je vader
is met de auto tegen een paaltje aangereden, toen hij zijn bril ging
ophalen. Gelukkig viel de schade mee: slechts een schrammetje op de
bumper. We hebben besloten daar niets aan te doen, het verkleint
immers de kans op diefstal. Het belangrijkste is dat je vader nu in
ieder geval weer goed kan zien. Hij is nu bezig in een boek over
Belgiรซ. Af en toe leest hij er stukjes uit voor, zodat ik er ook wat
van leer. Wist je bijvoorbeeld dat ze in Luik een fabriek hebben waar
koekoeksklokken worden gefabriceerd?”
“Nee, dat wist
ik niet.”
“Die willen we
ook gaan bezoeken. Ik hoop dat we niet in tijdnood komen daar.”
“Dat hoop ik ook
voor jullie,” zei Ivo.
“En hoe gaat het
met je roman?” vroeg Hetty.
“Ik wilde er net
aan beginnen.”
“Goed zo,
jongen. Een goed begin is het halve werk. Denk je dat het wel gaat
lukken?”
“Ik hoop het,
ma.”
“Ik denk dat het
je wel gaat lukken. Als je maar blijft volhouden, en afmaakt waar je
mee begint. Ciska's kinderen hebben allemaal hun studie afgemaakt.
Hun oudste is nu een succesvol advocaat. Hij heeft nog geen enkele
zaak verloren.”
“Dat siert hem,”
zei Ivo. Het gesprek begon al enigszins op zijn zenuwen te werken.
“Ja. Maar het
belangrijkste is dat je gelukkig bent, Ivo. Ben je gelukkig?”
“Ja, ma. Maar ik
zou gelukkiger zijn als ik eindelijk eens een roman afrond.”
“Ik ook, Ivo, ik
ook. Weet je al waar het over gaat?”
“Nee. Misschien
wordt het iets autobiografisch.”
“Komen wij er
ook in voor?”
“Dat weet ik nog
niet. Waarschijnlijk niet.”
“Oh. Misschien
is dat maar beter ook. Ik wil niet dat de buitenwereld weet wat je
vader allemaal uitspookt. Mocht je wel over ons gaan schrijven, dan
vertrouw ik erop dat je ons in een positief daglicht zult stellen. Je
kunt bijvoorbeeld vermelden dat we ieder jaar sloten gaan dreggen op
de Veluwe.”
“Is dat zo? Dat
wist ik niet eens.”
“Het is ook niet
waar. Maar je zou het wel kunnen vermelden. Of dat we donateurs zijn
van het Wereld Natuur Fonds. Dat is wel echt waar.”
“Ik zal kijken,
ma.”
“Dan ga ik nu
maar weer ophangen, zodat je met je roman verder kunt. Oh ja, voor ik
het vergeet: kom je aanstaande zondag nog langs?”
“Aanstaande
zondag? Ja, dat kan wel. In de ochtend. Zo niet, dan bel ik wel.”
“Prima, jongen.
Tot dan.”
“Dag, ma.” Ivo
hing op en ging weer achter zijn laptop zitten. Hij staarde naar het
lege scherm, en dacht bij zichzelf: als ik nu eens begon met
aantekeningen te maken? Het echte schrijven komt dan later wel. Ja,
dat zou hij doen. Hij dacht na en noteerde het รฉรฉn en ander.
Vervolgens opende hij zijn e-mailbox, om enkele e-mails te lezen en
beantwoorden. Toen hij daarmee klaar keek hij op zijn horloge: 15:32.
Hij zat eigenlijk om leesvoer verlegen, en besloot daarom naar
boekhandel Tillooij in de Dorpsstraat te gaan. Hij deed zijn jas aan,
stopte zijn mobiel in de binnenzak, en ging op weg.
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.
No comments:
Post a Comment