Saturday, May 7, 2016

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 23

Hieronder deel 23 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het begin van hoofdstuk 7. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 22 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!


7

De volgende dag was het vrijdag. De lucht was bewolkt. Zou er een einde komen aan het mooie weer? Ivo had vrij veel moeite gehad om op te staan. Zijn wekker was om negen uur gegaan, maar hij had hem versteld naar tien uur, en was door gaan slapen. Toen de wekker om tien uur weer ging had hij alsnog de grootste moeite om uit bed te stappen, maar hij had het toch gedaan, want om elf uur had hij afgesproken om het boek over reΓ―ncarnatie van Wendy de Smeet in ontvangst te nemen. Hij zat net te ontbijten toen de deurbel ging. Ivo liep naar de voordeur en opende hem. Het was Suze Wink. Ze keek boos. “Waarom heb je me in de maling genomen?” vroeg ze op strenge toon.
Ivo knipperde met zijn ogen. “Hoe bedoel je precies?”
“Alsof je dat niet weet. Er is helemaal geen koffer met geld, hΓ¨, of wel soms?”
“Nee, Suze,” zei Ivo. “Wat dacht jij dan?”
“Weet je hoe lang ik er naar heb lopen zoeken? Ik heb de hele Dierenbuurt afgekamd met een metaaldetector, maar afgezien van een paar frisdrankblikjes en oude batterijen heb ik niets gevonden. Door jou heb ik mijn verjaardagsfeest afgezegd, besef je dat wel?”
“Het spijt me. Ik wilde ons gesprek interessanter maken, omdat ik misschien een autobiografische roman ga schrijven.”
Suze trok een wenkbrauw omhoog, en vroeg: “Ga je het gesprek dat we hebben gehad er dan in opnemen?”
Ivo dacht na, en zei: “Dat weet ik nog niet.”
“En dit gesprek?”
“Dat weet ik ook nog niet.”
“Oh,” zei Suze. “Heb ik je al verteld dat ik zelf kleding ontwerp?”
“Ja.”
“Oh.” Ze bekeek Ivo, en zei: “Sorry dat ik zo tegen je uitviel. Ik wist niet dat je bezig was met een autobiografische roman. Ik eh... Ik kan heel slecht tegen onrecht. Ik kan er bijvoorbeeld ook niet tegen dat kinderen in arme landen kleding moeten maken, die in rijke landen verkocht wordt. Daarom maak ik zelf mijn kleding. Wat vind je bijvoorbeeld van dit topje?” Ze showde haar topje.
“Het gaat wel,” zei Ivo.
“Dank je. Mag ik je roman lezen als hij af is?”
Ivo schudde zijn hoofd. “Nee. Ik laat hem alleen lezen aan mensen die er verstand van hebben.”
“Maar ik heb er verstand van,” zei Suze. “Ik schrijf zelf ook. Gedichten.”
“Wat voor gedichten?”
“Over onbeantwoorde liefde. En eenhoorns. Dat vind ik erg mooie beesten. Ik ken de gedichten niet uit mijn hoofd. Maar ik ben zeker niet dom, als je dat soms denkt. Ik ben dan wel in jouw geintje over die koffer getrapt, maar dat is toch echt een uitzondering.”
“Zonder twijfel,” zei Ivo.
“Laatst heb ik Ulysses gelezen, van James Joyce. Dat had je niet gedacht, hΓ¨?”
“Wat vond je ervan?”
“Ik vond de symboliek prachtig. Het gaat volgens mij over onbeantwoorde liefde. En hoe vervelend het is om van iemand te houden die jou niet ziet staan.”
“Heb je daar misschien ervaring mee?” vroeg Ivo.
“Nee. Als ik van iemand houd dan wordt die liefde altijd beantwoord. Dat is toch ook logisch? Wat valt er nu niet lief te hebben aan mij?”
“Dat weet ik ook niet,” zei Ivo. Hij keek op zijn horloge, en zei: “Ik moet weer verder.”
“OkΓ©,” zei Suze enigszins beteuterd.
Ivo sloot de deur en zette zijn ontbijt voort. Hij keek op zijn horloge: 10:47. Hij moest haast maken als hij om elf uur in de Super Duper wilde zijn. Maar Ivo maakte niet graag haast. Wendy moest maar even wachten als ze hem zo nodig haar boek wilde overhandigen. Hij poetste zijn tanden, deed zijn jas aan, stopte de mobiel in de binnenzak en ging op weg.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment