Hieronder
deel 24 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Veel
leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 23 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!
Om 11:03 arriveerde Ivo in de Super Duper. Wendy de Smeet stond hem op de groenteafdeling
al op te wachten, met een boek in haar handen. “Hier is het boek,”
zei ze, en reikte Ivo een vergeeld boek aan.
“Weet je wat,
Wendy,” zei Ivo, “bij nader inzien lees ik het toch maar niet. Ik
wil me volledig focussen op het schrijven van mijn roman. Maar
misschien kun je me vertellen waar het zo'n beetje over gaat.”
“OkΓ©,” zei
Wendy. “Het gaat erover dat je na je dood in een soort wachtkamer
terecht komt. Daar moet je wachten tot je naam wordt afgelezen, en
dan slaan ze op je hoofd met een pollepel, en kom je in het lichaam
van een foetus terecht. Maar je vergeet wie je bent, en als je
geboren wordt ben je heel iemand anders. Maar er zijn dus manieren om
terug te gaan naar vorige levens. Ik heb ze zelf uitgeprobeerd. Zo
was ik in een vorig leven sergeant bij het leger, en daarvΓ³Γ³r de
auteur van dit boek. Het is allemaal heel interessant.” Ze bekeek
hem, en zei: “Jammer dat je het boek niet wilt lezen. Ik ben erg
benieuwd wat jij in je vorige levens allemaal was.”
“Helaas,” zei
Ivo. Hij keek naar haar bolle buik, en vroeg: “Hoe gaat het met de
zwangerschap?”
“Goed. Het lukt
me alleen niet om in contact te komen met de wachtkamer, om uit te
zoeken wie er in mijn baby is terecht gekomen.”
“Jammer,” zei
Ivo.
“Als de baby
geboren wordt leer ik hem of haar zo snel mogelijk hoe ze contact kan
leggen met vorige levens. Als ze namelijk in een vorig leven een
slecht iemand is geweest, dan moet ze zo snel mogelijk in therapie.
Daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen. Ben jij wel eens in
therapie geweest?”
“Ja. Maar dat is
nu al vele jaren geleden.”
“Bij mij ook. Ze
hebben me daar van alles geleerd. Onder andere dat je als mens nu
eenmaal fouten maakt. Ik ben door en door mens. Ik heb laatst met een
hamer op mijn duim geslagen, tijdens het klussen in de babykamer.
Kijk maar.” Ze liet haar duim zien, die dik was.
“Ik zie het,”
zei Ivo. “We zijn allemaal mensen.”
“Ja. Maak jij
veel fouten?”
“Ach, wat is
veel? Ik heb laatst iemand voorgelogen dat er ergens in Zoetermeer
een koffer begraven ligt.”
“Oh. Vervelend.
Mijn man wordt wel eens boos, als ik de verkeerde chips in huis haal,
of het vlees laat aanbranden, of mijn sleutels kwijt ben. Ik ben ook
zo'n sufferd, Ivo.”
“Dat moet je
niet zeggen,” zei Ivo. “Je schiet er niets mee op.” Hij keek op
zijn horloge, en zei: “Dan ga ik nu weer verder met boodschappen
doen.”
“OkΓ©, Ivo. Zie
ik je maandag weer?”
“Ik zal kijken
wat ik kan doen,” zei hij. “Als ik er om vijf over elf nog niet
ben, moet je er maar vanuit gaan dat ik later kom.”
“OkΓ©. Hopelijk
tot dan. Doei!”
“Dag,” zei
Ivo. Hij legde zijn gebruikelijke route door de winkel af,
controleerde of hij niets vergeten was, en rekende af.
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.
No comments:
Post a Comment