Hieronder
deel 48 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het begin van hoofdstuk 16. Veel
leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 47 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!
16
Het was donderdag.
Na het ontbijt was Ivo achter zijn laptop gaan zitten om te
internetten, in de hoop inspiratie op te doen. Hij was net bezig met
het bekijken van een filmpje toen er werd aangebeld. Ivo liep naar de
voordeur en deed open. Het was een bezorger met een pakketje.
“Goedemorgen,” zei de bezorger, “ik heb hier een pakketje voor
mevrouw Loks, maar die is niet thuis. Is het goed als ik het bij u
achterlaat, en dat zij het dan later bij u komt ophalen?”
“Dat is goed,”
zei Ivo. Hij nam het pakketje, een niet al te zware doos, in
ontvangst, en las de naam van de geadresseerde: Sylvia Loks. Dat
klopte dus. Hij zette het in de hoek van de hal.
“Dank u wel,”
zei de bezorger. “U weet niet hoe blij u mij maakt. Niet iedereen
wil een pakketje aannemen voor een vreemde. Maar u dus wel. Dat doet
mij deugd. Weet u hoe lang ik dit werk al doe?”
Ivo schudde zijn
hoofd.
“Bijna tien
jaar. Wat ik allemaal wel niet meemaak, meneer. Laatst heb ik een
fles bloed bezorgd bij een vampier.”
“Dat lijkt me
sterk,” zei Ivo.
“Het is echt
waar. Hij had hele lange hoektanden, en zijn woning was volkomen
verduisterd. Hij vroeg of ik even binnen wilde komen, maar dat heb ik
maar niet gedaan. Er zijn een hoop enge mensen op de wereld, meneer.”
Hij stak zijn hand uit, en zei: “Ik zal me even voorstellen: Fabian
Wormsz.”
“Ivo Penner,”
zei Ivo.
“Nee, ik ga niet
meer bij de mensen naar binnen. Of het moet een hele aantrekkelijke
vrouw zijn. Laatst had ik dat nog. Ze deed open in haar nachtjapon.
Ze sleurde me naar binnen, kleedde me uit, en wierp zich op me.”
“Ja
vast,” zei Ivo.
“Eerlijk waar.
Later hoorde ik dat ze een nymfomane was met huisarrest. Dat kon ik
van tevoren ook niet weten. Anders had ik het pakketje wel bij iemand
anders bezorgd. En voordat u ongerust wordt: mevrouw Loks is geen
nymfomane. Ik bezorg regelmatig pakketjes bij haar, en ze heeft zich
nog nooit op mij geworpen. Dus maakt u zich niet ongerust. Ze is
gewoon niet thuis. Ik had er eigenlijk niet over moeten beginnen,
over die nymfomane. Soms flap ik er dingen uit die ik beter voor me
kan houden. Waarom doe je dat dan ook, Fabian?” Hij gaf zichzelf
een klap in het gezicht.
“Rustig maar,
Fabian,” zei Ivo. “En maak je geen zorgen. Ik sta mijn mannetje
wel.”
“Heel goed. Ik zou eigenlijk aan zelfverdediging moeten
gaan doen, maar ik heb daar geen tijd voor. Ik ben te druk met mijn
wietplantjes.” Hij gaf zichzelf weer een klap in het gezicht.
“Excuseer. Vroeger kon ik zwijgen als het graf. Tot ik een
assertiviteitscursus ging doen. Sindsdien flap ik er van alles uit,
zonder dat ik het wil. Het is sterker dan mezelf. Eigenlijk zou ik
niet met mensen moeten werken, maar met machines. Ik ben gek op
machines. En etalagepoppen.” Hij sloeg zichzelf weer in het gezicht, en
zei: “Waarom zeg je dat nu weer, Fabian? Waarom?”
“Misschien
kunnen we dit gesprek beter beΓ«indigen,” zei Ivo.
Fabian keek Ivo
aan met grote ogen. “Oh mijn God, ik heb u bang gemaakt. Of niet
soms?”
“Nee, dat niet,
maar...”
“Hemeltje lief,”
stamelde Fabian. “Dien alsjeblieft geen klacht in. Ik heb deze baan hard
nodig. U weet hoe moeilijk het is om werk te vinden in deze barre
tijden. Alstublieft?”
“Ik zal geen
klacht indienen,” zei Ivo. “Maar maak nu dat je wegkomt.”
“Dat zal ik
doen! Hartelijk dank voor uw coulantie! U bent te goed voor deze
wereld!” Hij schudde Ivo de hand en verdween.
Ivo schudde zijn
hoofd en sloot de voordeur. Hij liep terug naar de woonkamer en ging weer achter
zijn laptop zitten.
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.