Saturday, February 4, 2017

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 49

Hieronder deel 49 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 16. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 48 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!


Ivo staarde een tijd naar het scherm. De deurbel ging. Ivo stond op, liep naar de voordeur, en opende hem. Een ongeveer 28-jarige blondine bekeek hem aandachtig, en zei: “Goedemorgen. Ik ben Sylvia Loks. U heeft een pakketje voor mij?”
“Dat klopt,” zei Ivo. Hij tilde het pakketje op en overhandigde het aan Sylvia.
“Dank u wel,” zei Sylvia, zette het tussen haar voeten, en vroeg: “Heeft de bezorger nog iets over mij gezegd?”
“Nee,” antwoordde Ivo.
Sylvia trok een samenzweerderig gezicht. “Volgens mij heeft hij een oogje op me.”
“Waarom denk je dat?” vroeg Ivo.
“Iedere keer als hij een pakketje komt bezorgen knoopt hij een gesprek met mij aan.”
“Dat deed hij bij mij ook, dus ik zou me daar niet al te druk om maken. Daarbij valt hij volgens mij alleen maar op nymfomanen.”
“Nee toch?” vroeg Sylvia. “Dan moet ik helemÑÑl uitkijken.”
“Ben je dan een nymfomaan?”
“Nee. Althans: alleen in de zomer. En het wordt binnenkort zomer.” Ze wreef over haar kin, en zei: “Dan kan ik maar beter naar Ibiza gaan, net als vorig jaar. Het is daar zo warm dat ik enkel op bed kan liggen. En dat is nu net de bedoeling. Dan doe ik tenminste geen verkeerde dingen.”
“Aha,” zei Ivo.
“Verkeerde dingen kun je beter niet doen dan wel. Tenzij je echt niet anders kunt. Maar dat komt zelden voor. Gelukkig maar, anders zou het nogal een dolle boel worden.”
“Nou en of,” zei Ivo.
“Het belangrijkste is om het hoofd koel te houden. Dat doe ik door regelmatig mijn hoofd in een emmer water te steken. Het houdt me ook jong. Ik ben dertig. Al meer dan vijf maanden.” Ze keek langs Ivo naar binnen. “Woont u hier alleen?”
Ivo knikte.
“Hoe heet u eigenlijk?” vroeg Sylvia.
“Ivo Penner,” zei Ivo.
“Ik ben Sylvia. Sylvia Loks. Woont u hier nog maar net?”
Ivo schudde zijn hoofd. “Een paar jaar.”
“Oh. Ik kom weinig buiten. Ik ben een beetje bang voor de zon. Bang dat de ozonlaag opeens verdwijnt en dat iedereen levend verbrandt. Dat zou echt een ramp zijn, nietwaar?”
“Jazeker,” zei Ivo.
“Overdag ga ik de deur dus niet uit. Maar 's avonds en 's nachts ook niet. Dat mag niet van mijn moeder. Die is bang dat iemand me aanrandt.”
“Hoe ga je dan naar Ibiza?”
“Voor Ibiza maak ik een uitzondering. Anders zou ik geen leven meer hebben.”
Ivo vond het allemaal een beetje ongeloofwaardig worden, en zei: “Dan ga ik nu maar weer eens verder...”
“Waarmee?” vroeg Sylvia.
“Met een roman.”
“Daar heb ik altijd bewondering voor gehad, voor mensen die romans kunnen schrijven. Ik ben een keer aan eentje begonnen, maar na vijf bladzijden wist ik niet meer hoe het verder moest. Wilt u weten waar het over ging?”
“Vooruit dan maar,” zei Ivo. Misschien was het ergens goed voor.
“Het ging over een vrouw die helemaal alleen in Amsterdam woont. Ze heeft alles wat haar hartje begeert: een leuke baan, een mooi huis, maar geen vriend. Op zekere dag ontmoet ze een pratende kikker. Ze schrikt daar zo erg van dat ze hem dood trapt. Daarna wist ik niet meer hoe het verder moest. Maar ach, zulke dingen gebeuren. Dan zal ik u nu niet langer meer storen. Succes met schrijven!”
“Dank je, Sylvia.” Ivo sloot de deur, schudde zijn hoofd, en liep terug naar zijn laptop.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment