Tuesday, June 30, 2020

'De praatjesmaker' (roman), deel 3

Hieronder deel 3 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 1. Lees eerst deel 1 en 2, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!



Tom haalde diep adem, en belde aan. Een brunette met een roodgeverfde kuif opende de deur, en bekeek Tom van top tot teen.

'Goedemorgen,' zei Tom. 'Ik ben Tom Formosa, praatjesmaker. Is er iets waar u het over wilt hebben?'

'Zeg maar “je”, hoor,' zei de vrouw. 'En ik ben Clarissa van der Bindt, maar dat wist u waarschijnlijk al, getuige uw klembord. Eens even kijken, iets om het over te hebben... Nou, ik heb een machine gekocht waarmee je zelf appelmoes kunt maken. Maar om de zoveel tijd vliegt de klep eraf, en spat de appelmoes in de rondte. Zelfs op mijn Vermeer. Ja, wij hebben een Vermeer in huis, en wel De schone pantoffel. Maar dat is hij niet. Daarom willen ik en mijn partner ons geld terug. Zowel voor de appelmoesmaker als voor de Vermeer. Maar van de appelmoesmaker hebben we het bonnetje niet meer, en toen we de Vermeer kochten, hebben we nooit een bonnetje gehad. De verkoper van het schilderij, Bram Laadklep, is inmiddels spoorloos verdwenen, naar het buitenland. Maar een oplichter is hij niet. We hebben de Vermeer namelijk laten taxeren, en volgens de taxateur is hij tweehonderd euro waard. Dat is het dubbele van wat wij ervoor betaald hebben, dus nee, Bram is een goeie kerel. Maar wel jammer dat hij het land uit is, vindt u ook niet? Brams hebben op mij altijd een rustgevende uitwerking. Op u ook?'

'Daar heb ik eigenlijk nog nooit over nagedacht,' antwoordde Tom naar waarheid.

'Zolang het maar geen vrouwen zijn. Vrouwen die Bram heten roepen bij mij agressie op. Gelukkig ben ik nog nooit eentje tegengekomen, maar binnenkort misschien wel, want we gaan op vakantie naar België, en daar schijnen veel vrouwen met mannennamen rond te lopen. Dat heeft te maken met de cultuur daar, die erg matriarchaal is, in ieder geval in het plaatsje waar we een hotel hebben geboekt, Crime-sur-Laplan. Er zijn daar meer moeders dan vaders, omdat veel mannen daar hun kinderen niet erkennen, uit een soort van rebellie. Dat hebben we allemaal uit laten zoeken door onze taxateur, Hugo Quelabe. Hij taxeert niet alleen schilderijen, maar ook dorpjes, steden, metropolen, huizen, verkeersborden, en serviesgoed. Ja, hij is een veelzijdig man. Bent u een veelzijdig man?'

'Dat gaat,' zei Tom.

'Taxeert u ook serviesgoed?'

'Nee,' zei Tom. 'Daar begin ik niet aan.'

'Jammer. We hebben net een aantal borden uit China op de kop weten te tikken, bij de kringloopwinkel in de Wobbeldrafstraat. Er staan beeltenissen op van halfnaakte judoka's, gezeten op vliegende draken, en we denken dat ze uit de Ming-dynastie stammen. Op de achterkant staat “Made in Japan”, maar dat heeft de verkoopster van de kringloopwinkel er waarschijnlijk op laten verven, omdat ze haar klanten nooit eens een verzetje gunt. In plaats van dat ze die borden zelf verkoopt, en het geld in eigen zak steekt... Maar nee hoor, dat strookt zeker weer niet met haar geloof... Hugo zit nog steeds in Crime-sur-Laplan, en blijft daar voorlopig ook nog wel zitten. Vandaar mijn eerdere vraag of u serviesgoed taxeert, maar dat doet u dus niet. Wat doet u dan wel, als ik vragen mag?'

'Ik ben als praatjesmaker werkzaam bij Talk Talk Talk B.V. Vandaar dit gesprek.'

'Verdient dat goed?'

'Redelijk,' zei Tom.

'Oh. Mijn man is technicus op een kinderboerderij. Hij maakt vooral de hokken schoon. Behalve de konijnenhokken, want hij is bang voor konijnen. Toen hij een kind was had hij een konijn, en die beet hem altijd in de vingers als hij hem een wortel probeerde te voeren. En die vingers had hij nu net nodig, om piano te spelen. Hij is een begenadigd musicus, maar alleen in zijn vrije tijd. Als professioneel pianist bakt hij er weinig van, vanwege de zenuwen. Zijn ouders dwongen hem vroeger om piano te spelen en daar zijn beroep van te maken, maar iedere keer als hij voor een zaal met meer dan vijf personen optreedt, schiet hij in de stress, en slaat hij de verkeerde noten aan. Ook als hij moet improviseren, en het dus weinig uitmaakt wat hij doet. En zo is er altijd wel wat.' Ze zuchtte, en vervolgde: 'Ik was graag professioneel golfer geworden, maar ik heb te zweterige handen. Ik heb al meerdere keren de golfclub uit mijn handen laten glippen tijdens een slag, wat natuurlijk levensgevaarlijk is. Daarbij is mijn gezichtsmimiek ook niet geschikt voor op tv.' Ze pauzeerde even, en zei: 'Zo'n gesprek lucht toch wel op, moet ik zeggen.'

'Dat is precies de bedoeling,' zei Tom.

'Hartelijk dank daarvoor.'

'Niets te danken. Is er verder nog iets dat u kwijt wilt?'

'Nee, dat was het wel weer.'

'Prima.' Tom liet haar een handtekening zetten, groette haar, en liep verder naar nummer 59. Daar werd niet opengedaan, dus liep hij door naar nummer 61, waar hij aanbelde.



Klik hier voor deel 4!



(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, June 23, 2020

'De praatjesmaker' (roman), deel 2

Hieronder deel 2 van De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 1. Lees eerst deel 1, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!



Tom belde aan. Na enig gestommel opende een man met een studentikoze bril de deur. In zijn rechterarm hield hij een opengeslagen fotoalbum.

'Goedemorgen,' zei Tom. 'Tom Formosa, praatjesmaker.'

'Welkom,' zei de man, 'ik verwachtte u al. Mijn naam is Fons Kwijtspel. Ik zal u enkele foto's laten zien, en daarbij wat over mezelf vertellen...' Hij hield het album zó dat Tom het kon zien, en wees een foto aan. 'Hier lig ik in de ledikant. Je kunt me niet zien, want ik lig onder de deken, maar ik lig er echt. Ik was toen twee jaar en vier maanden oud. Geboren in Purmerend, in het gezin van Werner Kwijtspel en Mathilda Kwijtspel-Baanhond. Mijn vader was bruggenbouwer en mijn moeder tandheelkundige. Ze hebben elkaar leren kennen tijdens een kerstdiner voor alleenstaanden, van de katholieke kerk. Mijn moeder moest eerst niets van hem weten, tot hij zijn mond wijd opende, om zijn kaakspieren te trainen. Toen was ze meteen verkocht. Kijk, hier is een foto van hen samen, in de draaimolen...'

'Ik zie het,' zei Tom, en bekeek de verbleekte foto.

'Mijn moeder werd altijd draaierig van draaimolens, tot ze iedere avond vóór het slapengaan naar klassieke opera's ging luisteren. Sindsdien is ze nooit meer in een draaimolen gestapt...' Hij wees een andere foto aan, en zei: 'Hier ziet u haar terwijl ze een tent aan het opzetten is, op camping Le Valdispert, in de Dordogne, samen met onze toenmalige buurman, George Patterson, die toen met ons mee was. Mijn vader was stokbrood halen in het dorp...' Hij wees een andere foto aan, en zei: 'En hier ziet u ons, de volgende dag, in een kazenmuseum...'

'Aha,' zei Tom. 'Is dat een potje kruidenboter, daar rechts van die vaas met dennentakken?'

'Nee, dat is de uierzalf van tante Henny, voor haar aambeien. En hier ziet u ons tijdens een bloemencorso in Zevenhuizen. Mijn vader had toen erge honger, vandaar dat hij viooltjes in zijn mond heeft. Mijn moeder was bezig om de batterijen in haar fototoestel te vervangen. De foto is gemaakt door onze toenmalige buurman, Sören Olsen, die altijd iedereen foto's uitdeelde. Hij repareerde in zijn vrije tijd vrieskisten. Wat hij voor de kost deed weet niemand...' Fons sloeg de bladzijde om, en zei: 'Hier lopen we de Vierdaagse van Ameland. Ik was toen twaalf. Ik hield niet echt van lopen, vandaar dat ik hier zit op de schouders van Leo Klokkenmaker, onze toenmalige buurman. Waar ik wel van hield waren gemberkoeken, en die kreeg ik dan ook na afloop van iedere Vierdaagse. Toch moet je niet denken dat ik de kantjes eraf liep. Ik heb meer dan drie jaar lang videobanden met opnames van onze vakanties in brievenbussen van onze toenmalige kennissen gedaan. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. We maakten ook vaak survivaltochten in de Ardennen...'

'Survivaltochten?' vroeg Tom.

'Ja,' zei Fons. 'Mijn vader wilde dat we als gezin goed voorbereid zouden zijn op een leven in een postnucleair landschap. Toen was er nog sprake van de Koude Oorlog, en we woonden niet ver van een Russisch arbeidersgezin dat altijd verdacht uit de ogen keek.'

'Ach zo,' zei Tom. 'Uw vader lijkt me al met al een verstandige man...'

'Dat was hij ook. Helaas is hij omgekomen tijdens het uittesten van één van zijn bruggen. Het cement was nog niet droog, maar dat kon hij niet weten, want hij verstond toen nog geen Papiamento. Hij werkte in Curaçao, maar wist van tevoren niet voor hoelang. De audiocursus Papiamento voor beginners arriveerde twee dagen na de begrafenis, per post. Dagenlang hebben we naar de bandjes zitten luisteren – mijn moeder, ik, en onze toenmalige buurman, Armando Fettuccini – tot we het op een gegeven moment zat waren. Soms moet je bepaalde hoofdstukken in je leven ook kunnen afsluiten.'

'Helemaal mee eens,' zei Tom. 'Anders nog iets?'

'Armando Fettuccini is later door de douane opgepakt omdat hij een kernkop naar Rusland wilde smokkelen. Daar konden die douaniers niet om lachen. Armando's vrouw trouwens ook niet. Ze lag toen net te bevallen van hun vierde kind, Ignacio, en was vaak depressief.'

'Dat kan gebeuren,' zei Tom. 'Is er verder nog iets dat u kwijt wilt?'

'Nee, dat was het voorlopig wel weer.'

'Prima. Graag hier een krabbel zetten.' Tom reikte Fons het klembord en de pen aan. Fons zette zijn handtekening, gaf het klembord en de pen terug, en vroeg: 'Wanneer kan ik u weer verwachten?'

'Waarschijnlijk over een maand,' antwoordde Tom.

'Kunt u niet wat eerder komen?'

Tom schudde zijn hoofd. 'We zitten tot over onze oren in het werk...'

'Helaas,' zei Fons. 'Tot over een maand dan maar...'

'Insgelijks,' zei Tom. 'En een fijne dag verder.'

'U ook,' zei Fons, en sloot zachtjes de deur.

Tom liep verder naar nummer 57.






(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Wednesday, June 17, 2020

'De praatjesmaker' (roman), deel 1

Hieronder deel 1 van De praatjesmaker, mijn nieuwste roman. Dit is het begin van hoofdstuk 1, en van dit verhaal. Veel leesplezier! Laat me weten wat je ervan vindt!



1


Tom Formosa was sinds drie maanden werkzaam als praatjesmaker bij de Zoetermeerse firma Talk Talk Talk BV. Zijn werk bestond eruit om in Zoetermeer bij mensen thuis aan te bellen en een praatje met ze te maken, om zo eventuele eenzaamheid te bestrijden. Wetenschappelijk onderzoek had uitgewezen dat dit bestrijden van de eenzaamheid een positief effect had op de volksgezondheid.

Het was een zonnige maandagmorgen, en Tom was net bezig met zijn ronde in de Schaapscheerderslaan. Hij belde aan bij nummer 53. Een vrouw in een grauwe soepjurk deed open. 'Goedemorgen,' zei Tom. 'Mijn naam is Tom Formosa, praatjesmaker.'

'Ah!' zei de vrouw. 'Ik ben blij dat u langskomt. Mijn man is de hort op, naar een congres over kunstmatig vlees. Kent u dat, kunstmatig vlees?'

'Bedoelt u tofu?' vroeg Tom.

'Dat is meer een vleesvervanger,' zei de vrouw. 'Ik bedoel echt kunstmatig vlees. Mijn man is daar ontwikkelaar van. En ik ben steeds het proefkonijn van zijn creaties. Niet altijd tot mijn volle tevredenheid. Sterker nog, ik baal er weleens van. Laatst had hij iets verschrikkelijks ontwikkeld. Het heet pollo, dat is Italiaans voor kip. Hij had er drie emmers van gebrouwen, in het tuinhuisje, en mij een beetje laten proeven. Maar het smaakte helemaal niet naar kip, maar naar een mengsel van ossengalzeep en Bebogeen. Kent u dat, Bebogeen?'

'Ach ja, dat zoete broodbeleg,' zei Tom.

'Precies!' zei de vrouw. 'En als ik ergens een hekel aan heb is het aan zoet broodbeleg. Maar mijn man vindt het lekker. Dus heeft hij er nog vijf emmers van gebrouwen. We eten nu bijna iedere avond pollo. Ik trek het niet meer. Een andere creatie van hem, dukko, vind ik wél lekker. Dat smaakt naar eend. Maar dat vindt hij dan weer niet lekker. Volgens hem smaakt het naar een mengsel van machineolie en pastinaak. Om gek van te worden, meneer! Eigenlijk wil ik dan ook niet meer zijn proefkonijn zijn, maar ik heb geen keus. Niemand anders wil zijn creaties proeven. Kinderen hebben we niet.'

'Daar kan ik me iets bij voorstellen,' zei Tom.

'En nu is hij met een emmer pollo naar het Congres voor Kunstvleesontwikkelaars in Nancy, om het daar aan de man te brengen. Ik vrees dat het de doodssteek wordt voor zijn carrière.' Ze bekeek Tom van top tot teen, en vroeg: 'Wilt u niet een beetje proeven?'

Tom schudde zijn hoofd. 'Nee, dank u. Ik heb net gegeten.'

'Wat heeft u dan gegeten?'

'Twee boterhammen met jam.'

'Dat is tenminste normaal. Eet u wel eens tofu?'

'Nee,' zei Tom.

'Wij ook niet. Dat is immers van de concurrent. Naast pollo en dukko hebben we ook nog koeko. Dat is kunstmatig rundvlees. Mijn man wilde het eerst rundo noemen, maar dat bestaat al. Koeko vinden we allebei erg lekker, maar het kost een kapitaal om te maken, dus eten we het weinig. Pollo is erg goedkoop. Het kost maar twee euro per kilo. Vandaar ook dat mijn man het heeft meegenomen naar het congres. Kunstmatig vlees moet goedkoop zijn, anders kun je net zo goed normaal vlees eten.'

'Geef mij maar een lekkere biefstuk,' zei Tom.

'Dat is beefo. Ontwikkeld door de Australiër Brendan O'Mally. Zijn vrouw heeft dat bijna met de dood moeten bekopen, want beefo is giftig. Het wordt daar dan ook gebruikt als insectenverdelger.'

'Tjonge jonge,' zei Tom. 'Zo leer je iedere dag wat bij. Heeft u anders nog iets te melden?'

De vrouw knikte, en zei: 'Gaat u ook langs bij nummer 55?'

'Dat is wel de bedoeling,' antwoordde Tom.

'Oh,' zei de vrouw. 'Kunt u dan deze emmer daar afleveren?' De vrouw reikte Tom een muf ruikende emmer aan.

Tom schudde zijn hoofd. 'Daar kan ik helaas niet aan beginnen, mevrouw.'

'Oh, jammer. Dit is nu pollo. Wilt u echt niet een beetje proeven?'

Tom schudde zijn hoofd, rook aan de emmer, trok een vies gezicht, en zei: 'Het ruikt naar bedorven geitenkaas.'

'Ik ben blij dat u het zegt,' zei de vrouw. 'Maar mijn man en de buurman smullen ervan. Vreemd eigenlijk, dat smaken zo kunnen verschillen.'

'Zeker,' zei Tom. 'Is er verder nog iets dat u kwijt wilt?'

'Nee, dat was het,' zei de vrouw.

'Wilt u dan hier een krabbel zetten,' zei Tom, reikte haar een klembord aan met daarop vastgeklemd een afwerklijst van de desbetreffende straat, en wees naar de plek waar ze een handtekening diende te zetten.

De vrouw zette de handtekening, en vroeg: 'Wanneer komt u weer langs?'

'Dat zal, als alles meezit, over ongeveer een maand zijn.'

'Prima. Tot dan. En een fijne dag verder.'

'Insgelijks,' zei Tom.

De vrouw sloot de deur.

Tom schudde afkeurend zijn hoofd en begaf zich naar nummer 55.






(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Terug van weggeweest, met een nieuwe roman: 'De praatjesmaker'!

Geachte lezer,


maak kennis met mijn nieuwe humoristische roman, 'De praatjesmaker', die ik de komende tijd als vervolgverhaal hoop te publiceren op deze website.


'De praatjesmaker' gaat over Tom Formosa, werkzaam als zogenaamde praatjesmaker bij Talk Talk Talk BV. 

Hij gaat langs de huizen om praatjes te maken met mensen, om eventuele eenzaamheid te bestrijden. 

Maar of dat ook goed zal blijven gaan...? 

Lees gratis mee en ontdek het.



Veel leesplezier, en laat me weten wat je ervan vindt.