Hieronder
deel 3 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 1. Lees eerst deel 1 en 2, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!
Tom haalde diep adem, en belde aan. Een brunette met een roodgeverfde kuif opende de deur, en bekeek Tom van top tot teen.
'Goedemorgen,' zei Tom. 'Ik ben Tom Formosa, praatjesmaker. Is er iets waar u het over wilt hebben?'
'Zeg maar “je”, hoor,' zei de vrouw. 'En ik ben Clarissa van der Bindt, maar dat wist u waarschijnlijk al, getuige uw klembord. Eens even kijken, iets om het over te hebben... Nou, ik heb een machine gekocht waarmee je zelf appelmoes kunt maken. Maar om de zoveel tijd vliegt de klep eraf, en spat de appelmoes in de rondte. Zelfs op mijn Vermeer. Ja, wij hebben een Vermeer in huis, en wel De schone pantoffel. Maar dat is hij niet. Daarom willen ik en mijn partner ons geld terug. Zowel voor de appelmoesmaker als voor de Vermeer. Maar van de appelmoesmaker hebben we het bonnetje niet meer, en toen we de Vermeer kochten, hebben we nooit een bonnetje gehad. De verkoper van het schilderij, Bram Laadklep, is inmiddels spoorloos verdwenen, naar het buitenland. Maar een oplichter is hij niet. We hebben de Vermeer namelijk laten taxeren, en volgens de taxateur is hij tweehonderd euro waard. Dat is het dubbele van wat wij ervoor betaald hebben, dus nee, Bram is een goeie kerel. Maar wel jammer dat hij het land uit is, vindt u ook niet? Brams hebben op mij altijd een rustgevende uitwerking. Op u ook?'
'Daar heb ik eigenlijk nog nooit over nagedacht,' antwoordde Tom naar waarheid.
'Zolang het maar geen vrouwen zijn. Vrouwen die Bram heten roepen bij mij agressie op. Gelukkig ben ik nog nooit eentje tegengekomen, maar binnenkort misschien wel, want we gaan op vakantie naar België, en daar schijnen veel vrouwen met mannennamen rond te lopen. Dat heeft te maken met de cultuur daar, die erg matriarchaal is, in ieder geval in het plaatsje waar we een hotel hebben geboekt, Crime-sur-Laplan. Er zijn daar meer moeders dan vaders, omdat veel mannen daar hun kinderen niet erkennen, uit een soort van rebellie. Dat hebben we allemaal uit laten zoeken door onze taxateur, Hugo Quelabe. Hij taxeert niet alleen schilderijen, maar ook dorpjes, steden, metropolen, huizen, verkeersborden, en serviesgoed. Ja, hij is een veelzijdig man. Bent u een veelzijdig man?'
'Dat gaat,' zei Tom.
'Taxeert u ook serviesgoed?'
'Nee,' zei Tom. 'Daar begin ik niet aan.'
'Jammer. We hebben net een aantal borden uit China op de kop weten te tikken, bij de kringloopwinkel in de Wobbeldrafstraat. Er staan beeltenissen op van halfnaakte judoka's, gezeten op vliegende draken, en we denken dat ze uit de Ming-dynastie stammen. Op de achterkant staat “Made in Japan”, maar dat heeft de verkoopster van de kringloopwinkel er waarschijnlijk op laten verven, omdat ze haar klanten nooit eens een verzetje gunt. In plaats van dat ze die borden zelf verkoopt, en het geld in eigen zak steekt... Maar nee hoor, dat strookt zeker weer niet met haar geloof... Hugo zit nog steeds in Crime-sur-Laplan, en blijft daar voorlopig ook nog wel zitten. Vandaar mijn eerdere vraag of u serviesgoed taxeert, maar dat doet u dus niet. Wat doet u dan wel, als ik vragen mag?'
'Ik ben als praatjesmaker werkzaam bij Talk Talk Talk B.V. Vandaar dit gesprek.'
'Verdient dat goed?'
'Redelijk,' zei Tom.
'Oh. Mijn man is technicus op een kinderboerderij. Hij maakt vooral de hokken schoon. Behalve de konijnenhokken, want hij is bang voor konijnen. Toen hij een kind was had hij een konijn, en die beet hem altijd in de vingers als hij hem een wortel probeerde te voeren. En die vingers had hij nu net nodig, om piano te spelen. Hij is een begenadigd musicus, maar alleen in zijn vrije tijd. Als professioneel pianist bakt hij er weinig van, vanwege de zenuwen. Zijn ouders dwongen hem vroeger om piano te spelen en daar zijn beroep van te maken, maar iedere keer als hij voor een zaal met meer dan vijf personen optreedt, schiet hij in de stress, en slaat hij de verkeerde noten aan. Ook als hij moet improviseren, en het dus weinig uitmaakt wat hij doet. En zo is er altijd wel wat.' Ze zuchtte, en vervolgde: 'Ik was graag professioneel golfer geworden, maar ik heb te zweterige handen. Ik heb al meerdere keren de golfclub uit mijn handen laten glippen tijdens een slag, wat natuurlijk levensgevaarlijk is. Daarbij is mijn gezichtsmimiek ook niet geschikt voor op tv.' Ze pauzeerde even, en zei: 'Zo'n gesprek lucht toch wel op, moet ik zeggen.'
'Dat is precies de bedoeling,' zei Tom.
'Hartelijk dank daarvoor.'
'Niets te danken. Is er verder nog iets dat u kwijt wilt?'
'Nee, dat was het wel weer.'
'Prima.' Tom liet haar een handtekening zetten, groette haar, en liep verder naar nummer 59. Daar werd niet opengedaan, dus liep hij door naar nummer 61, waar hij aanbelde.
(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.