Hieronder deel 19 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het begin van hoofdstuk 6. Lees eerst deel 1 t/m 18, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!
6
De volgende dag was het zaterdag. Tom nam 's ochtends voor het eerst de voorgeschreven dosis Nositol in, maar merkte er verder weinig van. Hij controleerde zijn e-mails, deed een middagdutje, las in Johnny Beenhopper, dat hij bijna uit had, kookte kip met rijst, en keek wat tv, alvorens op weg te gaan naar het huis van Bert Heilbot. Daar ontmoette hij Bert en Treesje. Mamzuka had op het laatste moment afgebeld, zonder een reden op te geven. GedrieΓ«n gingen ze op weg naar De Gevlochten Mand. Het was een zwoele avond, en het was redelijk druk op straat. Allerlei mensen, gekleed in uitgaanskledij, waren op weg naar het centrum van de stad, om daar te vieren dat het weekend was. Tom was niet echt een uitgaanstype, maar ging toch mee, omdat hij dacht: misschien knap ik er van op. Op een gegeven moment liepen ze door een tunnel waar graffiti's waren toegestaan. Een vrouw van achter in de twintig, met kort bruin haar, was bezig met een spuitbus een boodschap te zetten op de tunnelwand, in grote, rode letters. Af en toe nam ze afstand om het resultaat met glinsterende ogen te bekijken. Treesje leek haar te kennen, want ze zei: 'Dag, Martha.'
Martha staakte haar gespuit, keek naar het naderende trio, en zei: 'Treesje! Bert! Wat leuk jullie te zien!'
Op de muur had Martha de tekst “Lezen is leu” gespoten. Ze keken er allemaal naar. 'Wat ben je aan het spuiten?' vroeg Treesje.
'Lezen is leuk,' antwoordde Martha.
'Waarom?' vroeg Bert.
'Omdat ik een leesclubje begonnen ben. Op deze manier probeer ik daar reclame voor te maken.'
'Ach zo,' zei Treesje.
Martha keek naar Tom, en zei: 'U komt me vaag bekend voor, meneer...'
Tom stak zijn hand uit, en zei: 'Tom Formosa.'
Martha schudde de hand, en zei: 'Ach ja. U bent praatjesmaker, nietwaar...?'
'Dat klopt,' zei Tom.
'U heeft laatst nog een gesprek gevoerd met mijn moeder, over fruitvliegjes, en wat ertegen te doen. Ze was daar zeer over te spreken.'
'Dat doet me plezier,' zei Tom.
Treesje keek naar Martha, en vroeg: 'Wat kun je dan tegen fruitvliegjes doen?'
'Hoezo?' vroeg Martha. 'Heb je er last van?'
Treesje begon te blozen, en zei: 'N-nee, ik vroeg het me gewoon af...'
'Je kunt onder andere een fruitvliegjesval maken,' zei Martha. 'En je moet de boel goed schoonhouden. Ja, toch, Tom?'
'Dat zou heel goed kunnen,' zei Tom. Hij kon zich het gesprek met Martha's moeder niet herinneren, en was dat ook niet van plan.
'Ik heb fruitvliegjes altijd vreemde beestjes gevonden,' zei Bert. 'Ze zijn zo klein, maar toch zijn ze tot heel veel in staat.'
'Is dat zo?' vroeg Treesje.
'Jazeker,' zei Martha. 'Ze kunnen een menselijk lichaam in één dag helemaal opeten.' Ze dacht na, en zei: 'Of waren dat andere vliegen? Je hebt ook zoveel soorten.'
'Ik denk dat je het over normale vliegen hebt,' zei Bert. 'Fruitvliegjes lijken me te klein om een heel mensenlichaam op te eten.'
'Dat hangt ervan af,' zei Martha. 'Onder andere van met hoeveel ze zijn. En ze zijn al snel met miljoenen. Dat is de pest met die rotzakken. Ze fokken als konijnen. Erger nog dan konijnen, zelfs.'
Treesjes gezicht begon te verbleken. Ze sneed snel een ander onderwerp aan, en zei: 'Dus je bent een leesclubje begonnen, Martha?'
'Inderdaad. Ik ben nog aan het nadenken over een naam. Waarschijnlijk wordt het “Martha's leesclubje”.'
'Een naam die de lading dekt,' zei Bert.
'Dank je,' zei Martha.
Treesje wendde zich tot Tom, en vroeg: 'Lees jij eigenlijk veel, Tom?'
'Dat valt redelijk mee,' antwoordde Tom.
'Maar meer dan de gemiddelde Nederlander?' vroeg Treesje.
'Dat denk ik wel,' zei Tom.
'Als je zin hebt mag je bij ons komen aanschuiven,' zei Martha. 'We willen iedere vrijdagavond om acht uur gaan vergaderen, bij mij thuis.' Ze glimlachte hem vriendelijk toe.
Tom had weinig behoefte om deel te nemen aan een leesclubje, maar nu hij met ziekteverlof was en weinig omhanden had, was een extra activiteit in zijn weekschema meer dan welkom. En misschien zou de Nositol het allemaal wel draaglijk maken. Dus zei hij: 'OkΓ©.'
'Prima. We gaan Vreemde gebeurtenissen van George Mapperton bespreken. Ken je dat boek?'
Tom schudde zijn hoofd. Zowel de titel als de schrijver zeiden hem niets.
'Een zeer interessant boek,' ging Martha door, 'handelend over allerlei vreemde gebeurtenissen die in de wereld zijn voorgevallen. Echt een aanrader. Ik zal je mijn kaartje geven...' Ze zocht in haar broekzak, en gaf Tom een visitekaartje met daarop haar naam, adres, telefoonnummer, en e-mailadres. Tom stopte het in zijn eigen broekzak.
Bert keek op zijn horloge, en zei: 'Goed, we gaan maar weer eens verder, vΓ³Γ³r de kroegen sluiten. Nog veel succes, Martha.'
'Dank je,' zei ze, en ging verder met haar graffiti.
'Een leuk mens,' zei Bert, terwijl ze verder liepen.
'Inderdaad,' zei Treesje.
Tom, op zijn beurt, vond Martha maar een vreemde vogel. Ze wist wel erg veel over fruitvliegjes. Maar misschien wist ze over alles veel te vertellen. Zo'n type zou ze goed kunnen blijken, als hij haar beter zou leren kennen. Ze liepen ondertussen verder naar het stadscentrum.
(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.
No comments:
Post a Comment