Hieronder hoofdstuk 2a van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het begin van hoofdstuk 2. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 1d, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!
2a
Het was dinsdagmorgen, kwart voor negen. Leo zat aan zijn eettafel te ontbijten toen zijn vaste telefoon ging. Wie zou dat kunnen zijn, zo vroeg in de ochtend? Hij liep naar de telefoon en bekeek het display. Daarop was het nummer van zijn ouders af te lezen. Het was dus zijn moeder, of zijn vader, of allebei, want ze wilden nog weleens samen bellen. Hij keek op zijn horloge: echt veel tijd om te praten had hij niet. Hij moest straks immers naar zijn werk. Zou hij opnemen? Misschien was het dringend, dus hij nam toch maar op. 'Goedemorgen, zoon,' zei zijn moeder. Haar naam was Heleen de Ketter-Linkesoep. Ze was een 63-jarige blondine. 'Hoe gaat het?' vroeg ze.
'Goed ma, maar ik kan niet lang blijven praten. Ik moet zo naar mijn werk.'
'Werk je weer?' Ze klonk verbaasd, maar ook dankbaar. 'Waar precies?'
'Bij de Kleplijn,' antwoordde Leo.
'De Kleplijn? Wat is dat?'
'Een hulplijn voor mensen die om een praatje verlegen zitten.' Hij keek nogmaals op zijn horloge, en zei: 'Maar ik moet nu echt verder. Ik zie jullie morgen.'
'Goed, jongen,' zei Heleen. 'Doe je voorzichtig onderweg?'
'Ja, ma.' Leo hing op, at snel de rest van zijn ontbijt op, en poetste zijn tanden. Vervolgens deed hij zijn jas aan, en ging lopend op weg naar het kantoor van de Kleplijn. Daar arriveerde hij niet veel later. Aan het bureau tegenover het zijne zat een vrouw van in de vijftig met blond krulletjeshaar. Ze keek op van haar Libelle, en zei: 'Goedemorgen. U bent zeker Leo de Ketter?'
'Ja,' zei Leo, 'en zeg maar “je”.' Hij schudde haar de hand.
'Coby Holbeen,' zei ze. 'Koffie?'
'Ja, doe maar,' zei Leo, terwijl hij zijn jas uitdeed en achter zijn bureau ging zitten.
Coby schonk twee kopjes koffie in. Eentje gaf ze aan Leo, de andere zette ze op haar eigen bureau. 'Zo,' zei ze, terwijl ze ging zitten, 'een lekker bakkie troost, wat wil een mens nog meer?'
Leo knikte, en blies in zijn koffie.
'Samantha heeft me een hoop over je verteld,' ging Coby verder. Ze keek hem aan, en vroeg: 'Woon je op jezelf?'
Leo knikte. 'Alweer een paar jaar.'
'Wat heb je hiervΓ³Γ³r gedaan?'
'Niet veel,' antwoordde Leo.
Coby fronste haar voorhoofd. 'Net als Estelle, mijn dochter. Die is werkelijk met geen knuppel vooruit te branden. Ik zeg haar al een paar maanden dat ze een baan moet zoeken, maar ze wil niet. Dus heb ik haar opgedragen om binnenshuis dan maar het één en ander te doen, zoals de lamellen schoonmaken, of de kattenbak verschonen, maar ze wil niet. “Ik heb het te druk,” zegt ze. Als ik vraag waarmee, antwoordt ze niet. Ze is veel weg, en komt daarna pas laat weer thuis. Als ik vraag waar ze is geweest, lepelt ze iedere keer een ander verhaal op. Het ene nog gekker dan het andere. Waar heb ik zo'n dochter aan verdiend?'
'Hoe oud is ze?' vroeg Leo.
'Vierentwintig. Maar geestelijk is ze nog lang niet volwassen. Daarom laat ik haar liever nog niet gaan. Ik hoop dat je daar begrip voor hebt.' Ze keek hem streng aan.
'Ja,' zei Leo, die zich niet goed raad wist met de wending die het gesprek leek te nemen. 'Ik ga me daar niet mee bemoeien,' zei hij dan maar.
'Fijn,' zei Coby. Ze nam een slok van haar koffie, keek naar Leo, en zei: 'Wil jij misschien ook een tijdschrift lezen?'
Leo knikte. 'Wat voor tijdschriften heb je allemaal?'
'Van alles en nog wat,' zei Coby, en hees haar tas op tafel. 'XPKT Magazine, Huis-Tuin-Keuken Magazine, Margriet, Libelle, De Sterren Vandaag, Wat Zeggen de Sterren, Sterren In Het Buitenland, ga zo maar door.'
'Doe dan maar XPKT Magazine.'
'Dat dacht ik al,' zei ze, en overhandigde hem het gevraagde.
Leo sloeg het blad open en begon te lezen.
'Heb je gestudeerd?' vroeg Coby nu.
Leo knikte.
'Ik wou dat Estelle ook eens ging studeren. Maar ze wil niet. Ze zegt dat ze de letters niet begrijpt. Wat valt er nu te begrijpen aan letters? In mijn tijd was het wel anders. Toen had je nog geen dyslexie, of leerproblemen, of al die onzin meer. In mijn tijd lazen de mensen gewoon wat er in de kranten en tijdschriften stond, zonder te morren. Dat moet je tegenwoordig maar eens proberen. “Mevrouw, het is hier geen bibliotheek.” “Mevrouw, gaat u dat tijdschrift nog kopen?” De onbeschoftheid ten top. Mag ik misschien eerst even lezen wat een blad me allemaal te bieden heeft vΓ³Γ³r ik het koop, ja? Is dat zoveel gevraagd?' Ze nam een slok van haar koffie, en zei: 'Koop jij weleens tijdschriften?'
'Zelden,' zei Leo. Prompt begon zijn telefoon te rinkelen.
(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.
No comments:
Post a Comment