Hieronder hoofdstuk 8a van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het begin van hoofdstuk 8. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 7d, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!
8a
De volgende morgen zat Leo te ontbijten toen de telefoon ging. Zou het de mysterieuze beller zijn? Nee, het was zijn moeder, Heleen de Ketter-Linkesoep. 'Goedemorgen, Leo,' zei ze, 'ik wilde eens informeren hoe het nu gaat.'
'Goed, ma. Ik kan niet lang blijven praten, ik moet zo naar mijn werk...'
'Het is waar ook. Wie is je collega vanmorgen?'
'Coby Holbeen.'
'Oh, dat komt mooi uit. Zou je aan haar willen doorgeven dat ik nog voldoende Sensodyne in huis heb?'
Leo fronste zijn voorhoofd, en vroeg: 'Waarom moet ze dat in vredesnaam weten?'
'Ze heeft een vriend, Ferdinand, die bij Sensodyne werkt, en weleens tubes mee naar huis krijgt. Vandaar.'
'Goed, ma, ik zal het doorgeven. Anders nog iets?'
'Nee, zoon. Dat was het weer. Veel succes vandaag.'
'Dank u, ma.'
'Kom je morgen weer op bezoek?'
'Ja. Rond de gebruikelijke tijd.'
'Prima. Tot dan.'
'Dag, ma.' Leo hing op, en keek op zijn horloge: tien minuten voor negen. Hij at snel de rest van zijn ontbijt op, poetste zijn tanden, en ging op weg naar het kantoor van de Kleplijn. Een jas was vandaag niet nodig, zo warm was het. Toen hij arriveerde stond Coby al bij de koffieautomaat. 'Koffie?' vroeg ze.
'Doe maar,' zei Leo.
Coby schonk twee bekertjes in, en gaf eentje aan Leo. 'Hoe gaat het?' vroeg ze vervolgens.
'Goed,' zei Leo, en ging achter zijn bureau zitten. 'Je moet de groeten van mijn moeder hebben. Ze laat zeggen dat ze nog voldoende Sensodyne in huis heeft.'
'Prima. Ik zal het doorgeven aan Ferdinand.'
'Doe dat,' zei Leo. Hij keek haar aan, en zei: 'Hoe gaat het met jou?'
'Niet zo best,' zei Coby, en trok een moeilijk gezicht. 'Ik heb van Mike Sonderveld een nieuw middel tegen diarree gekregen, maar ik geloof niet dat het echt werkt...'
Leo fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Heb je diarree dan?'
Coby knikte. 'Al een paar dagen. Maar Mikes middel lijkt het alleen maar erger te maken...'
'Vervelend,' zei Leo, en blies in zijn koffie.
'Ja. Gelukkig heb ik er op mijn werk nooit last van. Ik weet alles in te houden tot ik weer thuis ben...'
'Gelukkig maar.'
'Ja,' zei Coby, en ging zitten. Ze rommelde in haar tas, en haalde er een stapel tijdschriften uit. 'Wil jij ook wat te lezen hebben?' vroeg ze vervolgens.
'Dat is goed,' zei Leo. 'Wat heb je allemaal bij je?'
'Voor jou heb ik weer XPKT Magazine meegenomen.'
'Prima,' zei Leo, en nam het tijdschrift in ontvangst.
'Er staat een interessant artikel in over medicijnen, en dat die steeds minder getest worden op apen...'
'Toe maar.'
'Ja. Ik ben daar toch wel blij mee. Al die dierproeven, ik ben er geen fan van. Zeker op apen niet. Apen zijn toch eigenlijk net mensen, waar we niet mee moeten sollen. Je weet nooit of ze ooit nog eens de boel gaan overnemen. Daar heb ik ooit een film over gezien...'
'Dat zou goed kunnen,' zei Leo, en nam een slok van zijn koffie.
'Ja. Ik werd een beetje ongemakkelijk toen ik die film zag. Hoe ze die apen aan het praten gekregen hebben, mij is het een raadsel...'
'Wellicht met pepmiddelen?' schamperde Leo.
'Zou het? Ik wist niet dat ze daarmee al zover waren. Heb jij weleens pepmiddelen gebruikt?'
Leo schudde zijn hoofd. 'Jij?'
Coby schudde eveneens haar hoofd. 'Ik hou het bij koffie,' zei ze, en nam een fikse slok. 'Au, die koffie is nog goed heet...'
'Je moet er eerst in blazen.'
'Dat zal ik doen,' zei Coby, en blies in haar koffie.
Leo keek op zijn horloge: vier minuten over negen. Ze mochten nu toch wel zo'n beetje gaan bellen. Prompt begon zijn telefoon te rinkelen.
(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.
No comments:
Post a Comment