Saturday, February 13, 2016

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 15

Hieronder deel 15 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 14, en laat me weten wat je ervan vindt!


De zin om te gaan schrijven ontbrak Ivo. Misschien eerst maar eens boodschappen gaan doen bij de Super Duper, dacht hij bij zichzelf. Hij deed zijn jas aan, sloot zijn woning af, en ging op weg. Na ongeveer tien minuten was hij op zijn bestemming, en liep hij de Super Duper binnen. Hij pakte een mandje en begon aan zijn ronde door de winkel. Bij de groenteafdeling stond een ongeveer 30-jarige brunette, klein van stuk, met een fijn gezichtje en een dikke buik, leunend op een winkelwagentje. “Pardon, meneer,” zei ze tegen Ivo, “maar zou u misschien iets voor mij willen pakken? Ik kan er niet bij.”
“Maar natuurlijk,” zei Ivo.
Ze wees naar de bovenste regionen van een schap. “Die pot augurken daar,” zei ze.
Ivo pakte de pot en gaf hem aan de vrouw.
“Dank u,” zei ze. “Met een kleine op komst is dit onmisbaar. Tjonge, mijn verlangen naar augurken is af en toe niet te harden.”
“Dat kan ik me voorstellen,” zei Ivo. “Wanneer bent u uitgerekend?”
“Nog vier weken en รฉรฉn dag,” zei de vrouw trots.
“Is het uw eerste?” vroeg Ivo.
“Zeg maar je, of Wendy. Want zo heet ik. Wendy de Smeet.” Ze stak haar hand uit.
Ivo schudde hem. “Ivo Penner.”
“Hmm,” zei Wendy, en wreef nadenkend over haar kin. “Die naam doet een belletje rinkelen. Heb je toevallig op de Klaproos-school gezeten?”
“Nee,” zei Ivo.
“Oh,” zei Wendy. “Dan was dat zeker een andere Ivo. Woon je hier in de buurt?”
Ivo knikte. “Op de Kwatrijnlaan. En jij?”
“Op de Notenbalklaan.”
“Dat is vlakbij,” zei Ivo.
“Inderdaad. Ik woon hier nog niet zo lang. Pas twee weken. Mijn man en ik wilden eigenlijk al eerder verhuizen, maar we konden ons oude huis nergens kwijt.” Ze zette de pot augurken in haar winkelwagentje, en zei: “Het valt niet mee om te verhuizen als je hoogzwanger bent.”
“Dat wil ik geloven,” zei Ivo.
“Kom je hier vaak?” vroeg Wendy.
“Iedere maandag, woensdag en vrijdag. In de ochtend.”
“Ik ook,” zei Wendy. “Mijn man hoeft dan niet te werken, en kan zodoende op de kinderen passen.”
Ivo trok zijn wenkbrauwen omhoog. “Heb je nog meer kinderen?”
“Drie,” zei Wendy trots. “Mijn man en ik willen er tien. We komen allebei uit een groot gezin, en dat is ons goed bevallen. En jij, heb jij kinderen?”
Ivo schudde zijn hoofd. “Geen รฉรฉn.”
“Ben je wel getrouwd?”
“Nee. Ik ben schrijver. Ik wil een roman schrijven. Ik hoop dat het een succes wordt.”
“Vast wel,” zei Wendy. “Je hebt een bepaalde blik in de ogen die mij dat doet denken.”
“Is dat zo?”
“Het is net,” zei Wendy, “alsof alle wijsheid van de wereld in jou opgesloten zit, maar er slechts met moeite uit wil.”
“Oh,” zei Ivo enigszins teleurgesteld. Hij vond het maar een gammel compliment.
“In een vorig leven was je misschien filosoof. Ik heb daar studie naar gedaan, naar vorige levens. Geloof je daarin?”
Ivo schudde zijn hoofd.
“Jammer,” zei Wendy. “Ben je hier vrijdag weer?”
“Als het goed is wel,” zei Ivo.
“Dan neem ik wel een boek mee over reรฏncarnatie. Ik heb het zelf geschreven, in een vorig leven. Ik ben hier meestal zo rond elven. Als jij dan ook hier bent zal ik het je geven.”
“Ik lees liever geen boeken over reรฏncarnatie,” zei Ivo.
“Maar ik ben erg benieuwd wat je ervan vindt,” zei Wendy. “Ik heb het immers zelf geschreven. Als jouw boek klaar is zal ik dat op mijn beurt ook lezen. Zo kunnen we elkaar helpen.”
“Okรฉ,” zei Ivo, om ervan af te wezen.
“Dan ga ik nu maar weer verder. Mijn man zit thuis met smart op mij te wachten. Ik zie je vrijdag weer, om elf uur.”
“Prima,” zei Ivo. “Fijne dag verder.”
“Dag, Ivo.”
“Dag.” Ivo ging verder met boodschappen doen.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment