Hieronder
deel 26 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het begin van hoofdstuk 8. Veel
leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 25 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!
8
Ivo ging zitten op
een bankje in het Wilhelminapark. Hij kwam hier wel vaker. Hij haalde
een fles water uit zijn rugzak en nam er enkele slokken uit.
Vervolgens staarde hij wat voor zich uit. Opeens kwam een lange knul
bij hem staan. Hij had een kinderlijk gezicht, maar een volwassen
buikje. “Ivo Penner?” vroeg hij.
Ivo knikte. “En
jij bent?”
De man stak zijn
hand uit. “Leeroy Zwaanswijk. We hebben bij elkaar in de klas
gezeten.”
Nu herinnerde Ivo
het zich weer. “Dat klopt. Jij wilde brandweerman worden, is het
niet?”
“Militair. Maar
ik ben afgekeurd. Ik ben nu computerprogrammeur.”
“Computerprogrammeur?
Ach, daar moet je niet mee zitten. We worden zelden wat we ons in
onze jeugd voornemen.”
“Mag ik erbij
komen zitten?” vroeg Leeroy.
“Doe maar,”
zei Ivo.
Leeroy ging
zitten.
“Computerprogrammeur,
toe maar,” zei Ivo.
“Inderdaad,”
zei Leeroy.
“Ben je
getrouwd?”
Leeroy knikte.
“Met Dorien Nagelschaft. Zij zat twee klassen lager. Ze is nu
cartograaf.”
“Tjonge,” zei
Ivo.
“En jij?”
“Nog steeds een
vrije vogel,” zei Ivo.
“Ach zo,” zei
Leeroy.
“Heb je laatst
nog paardgereden?” vroeg Ivo.
Leeroy knipperde
met zijn ogen. “Nee, hoezo?”
“Zomaar,” zei
Ivo. “Je zou niet de eerste zijn die als hobby paardrijden heeft.”
“Ik heb wel
geschoffeld in mijn moestuintje. Daar kweek ik van alles en nog wat.”
“Groente is
gezond, dat hoor je mij niet tegenspreken. Eet je er zelf wel van? Je
ziet zo bleek.”
“Ik kom weinig
buiten,” zei Leeroy. “Vanwege mijn werk. Dat vreet energie. Ik
zit er dan ook over te denken om twee weken naar Timboektoe te gaan.
Daar heeft een vriend van mij een vakantiehuisje. Hij gaat zelf dit
jaar niet op vakantie, en wij mogen eventueel zijn huisje lenen. Maar
dan moeten we wel beloven dat we het netjes zullen achterlaten als we
weer weggaan.”
“Terecht,” zei
Ivo. “Gaat je vrouw ook mee?”
“Waarschijnlijk
wel. Als ze zich gezond genoeg voelt. Ze is herstellende van een
buikgriep.”
“Buikgriep, ja,
daar kun je goed ziek van worden. Woon je nog steeds in Zoetermeer?”
Leeroy knikte. “Ik
woon hier vlakbij. En jij?”
“Iets verder
weg.” Hij staarde voor zich uit, keek toen weer naar Leeroy, en
zei: “Wist je dat ze in Brussel veel restaurants hebben?”
“Nee, dat wist
ik niet,” zei Leeroy.
“Mijn ouders
zijn van plan om naar Brussel te gaan, en ook nog wel andere
Belgische steden. Heb jij allebei je ouders nog?”
“Ja. Ze wonen ook nog steeds in Zoetermeer. Bijna mijn hele
familie woont hier. Behalve een oom van mij. Die is geΓ«migreerd naar
Zweden. Hij zei dat het hier te warm is.”
“Te warm?” zei
Ivo. “Die man is gek zeker.”
“Het zou best
kunnen,” ging Leeroy door. “Hij is een hele grote fan van Abba.
Ik denk dat dat de enige echte reden is dat hij verhuisd is naar
Zweden. Daar komt Abba immers vandaan. Hij hoopt dat ze daar vaker op
de radio komen dan hier. Hij vindt zichzelf niet goed genoeg om cd's
van ze te kopen, dus is hij aangewezen op de radio.”
“Heel vreemd,”
zei Ivo. “Ik kom in het dagelijks leven steeds meer vreemde mensen
tegen. Jij ook?”
Leeroy knikte. “Ik
werk ook met vreemde mensen, zoals mijn baas. Die gaat zijn huis niet
uit zonder haarborstel. Als hij hem een keer vergeet gaat hij direct
terug naar huis om hem op te halen. Terwijl hij kaal is.”
“Vreemde,
vreemde dingen,” zei Ivo. “Maar wat kun je eraan doen? We zullen
ermee verder moeten leven.”
“Gelukkig zijn
wij dan nog redelijk normaal,” zei Leeroy.
Ivo knikte, al
betwijfelde hij of Leeroy wel zo normaal was. Toch zei hij: “Zonder
ons zou de wereld instorten.”
“Dat denk ik
ook.”
Ivo keek op zijn
horloge: 15:17. Hij nam nog een slok van zijn fles water, en zei: “Ik
ga maar weer eens. Er wacht thuis nog veel werk.”
“Jammer,” zei
Leeroy. “Eigenlijk zouden we dit vaker moeten doen. Wat is je
mobiele nummer? Dan spreken we een keer af.”
Ivo gaf met enige
tegenzin zijn mobiele nummer, groette Leeroy en ging op weg naar
huis.
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.
No comments:
Post a Comment