Tuesday, June 28, 2016

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 28

Hieronder deel 28 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het begin van hoofdstuk 9. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 27 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!


9

De volgende dag was het zaterdag. Na het gebruikelijke ochtendritueel was Ivo naar de bibliotheek gelopen om de Volkskrant te lezen. Hij wilde hem net pakken, toen achter hem een stem zei: “Dat is ook toevallig, dat ik jou hier weer tref...”
Ivo draaide zich om. Het was Gert Haatspaanders, de man met wie hij nog geen week geleden op dezelfde plaats een gesprek had gevoerd. “Goedemorgen, Gert. Ik weet niet of het toeval is.”
“Misschien niet. Ga je weer een krant lezen?”
“Dat was ik wel van plan.”
“Je moet niet alles geloven wat in de kranten staat, Ivo.”
“Dat weet ik.”
“Sommige artikelen zijn verzonnen. Omdat ze nog plek over hadden, en geen nieuws om het op te vullen. Het is een schande.”
“Wat je zegt.”
“Ik ben van plan een eigen politieke partij op te richten. De Partij van de Waarheid moet hij heten. Zou je daar lid van worden?”
Ivo schudde zijn hoofd. “Ik zie niet in wat voor nut dat zou hebben.”
“Dat is jammer. We hebben gratis koffie.”
“Ik drink nooit koffie.”
“Waarom niet?”
“Ik krijg er een opgejaagd gevoel van.”
“En van kranten lezen niet?”
“Nee. Soms staat er een interessant artikel in de krant over een onderwerp dat mij interesseert. Of een interview met een interessante schrijver.”
“Mijn vrouw vindt dat ik minder kranten moet lezen, omdat ik er onrustig van zou worden. Vindt u mij onrustig?”
“Een beetje, Gert. Iets in mij zegt me dat je niet helemaal op je gemak bent.”
“Dat klopt. Maar dat heeft niets met mijn lezen van kranten te maken. Het is iets anders. Ik heb te horen gekregen dat mijn voorouders zigeuners waren.”
“Is dat zo? Waarom maakt dat je dan onrustig?”
“Nou, zigeuners reizen altijd rond in woonwagens. Zelf heb ik een caravan. Maar mijn caravan staat al jaren op dezelfde plek. Ik vraag me af of dat mij op den duur niet gaat opbreken, omdat ik nu eenmaal zigeunerbloed heb. Mijn vrouw wil de caravan zo snel mogelijk verkopen. Maar niemand heeft interesse. Heeft u geen interesse in een caravan op een camping in Zwitserland?”
Ivo schudde zijn hoofd. “Een caravan is mij te krap.”
“Jammer. Het is best een mooie caravan. Altijd goed onderhouden.”
“Maar met lekke banden,” zei Ivo. “Dat heb je me zelf verteld.”
“Dat klopt. Maar hij staat op een prachtige plek. Vlakbij het zwembad.”
“Desalniettemin heb ik geen interesse.”
“Weet u dan misschien iemand die er wel interesse in zou kunnen hebben?”
Ivo schudde zijn hoofd. “Kun je niet een advertentie in de krant zetten?”
“Maar nee. Als ik een advertentie in een krant zet steun ik daarmee de verspreiding van een hoop leugens. Als voorzitter van de Partij van de Waarheid kan ik me dat niet permitteren. Mensen zullen me niet meer serieus nemen.”
“Dat moet je inderdaad koste wat kost proberen te voorkomen, Gert,” zei Ivo schamper.
“Dat weet ik. Sinds ik weet dat ik zigeunerbloed heb vind ik het toch al moeilijk om helder te denken. Ik kan ook geen fatsoenlijk woord meer op papier zetten. Het is vreselijk.”
“Dat kan ik me voorstellen. Nochtans zijn de zigeuners altijd een taai volk geweest. Daarom denk ik dat jij je er ook wel doorheen slaat, Gert.”
“Ik hoop het echt van ganser harte. Wacht, ik zal u mijn kaartje geven. Voor het geval u toch nog iemand tegenkomt die interesse heeft in mijn caravan.” Gert stak zijn hand in zijn binnenzak. “Ik dacht toch dat ik er hier eentje had...” Hij zocht in zijn broekzakken, maar zonder resultaat. “Hรจ, wat is dat nu vervelend,” zei hij.
“Sta je niet in het telefoonboek?” vroeg Ivo.
Gert knikte. “Dat is waar ook. Laat ze zoeken naar Gert Haatspaanders. Dan vinden ze het wel.”
“Prima,” zei Ivo. “Dan ga ik nu maar eens de krant lezen.”
“Doe dat,” zei Gert, en liep weg.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment