Hieronder
deel 30 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het slot van hoofdstuk 9. Veel
leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 29 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!
Het
Lentefeest was in volle hevigheid bezig. Overal stonden kraampjes,
waar mensen hun waren hadden uitgestald. Er was een springkussen voor
de kinderen, en een clown die ballonfiguren vouwde. En natuurlijk een
pony om een rondje op te rijden. Ivo liep de kraampjes langs, op zoek
naar een cadeau voor zijn moeder, die over enkele weken zou verjaren.
Op een gegeven moment kwam hij bij een kraam met waardebonnen voor
allerlei culinaire activiteiten in Zoetermeer, zoals een kookcursus
bij een participatiecentrum, wijn proeven in een Frans restaurant, en
een workshop pizza's bakken bij de Italiaan. Achter het kraampje
stond een man van in de vijftig met een grijze stoppelbaard en een
ouderwetse bril op zijn neus. “Kan ik u ergens mee helpen?” vroeg
hij aan Ivo.
Ivo knikte. “Ik
zoek een leuk cadeau voor mijn moeders verjaardag.”
“Ah,” zei de
man triomfantelijk, “dan heb ik hier iets heel speciaals:
waardebonnen voor een etentje bij een restaurant naar keuze.”
Ivo wreef
nadenkend over zijn kin. “Hoeveel kost dat?”
“Dat is het
mooie: dat kunt u zelf bepalen. Twintig, dertig, veertig euro –
alles is mogelijk.”
“Doet u dan maar
eentje van twintig euro.”
“Prima,”
zei de man. Hij pakte een officieel uitziende waardebon en zette
erop: “twintig euro (20)”.
Tevens drukte hij er een stempel op. “Dat wordt dan twintig euro,”
zei hij.
Ivo haalde het
geld uit zijn portemonnee, en gaf het aan de man achter de kraam, die
Ivo de waardebon overhandigde. Het was een kleurrijk papier, met
sierlijke letters en krulstrepen. De stempel onthulde dat de man
Bertus Hinkelspek heette.
“Uw moeder zal
er erg blij mee zijn,” zei Bertus.
“Dat denk ik
ook,” zei Ivo. “Ze eet graag.”
“Wie niet?”
zei Bertus, en klopte op zijn buikje.
“Ik eet op zich
ook wel graag, behalve brood. Dat begint me een beetje te vervelen.
Iedere ochtend twee boterhammen met jam, en tussen de middag twee met
kaas, dat komt me zo langzamerhand de neus uit.”
“Dat wil ik
geloven. Misschien iets meer variΓ«ren. Mijn zoon eet ook steeds
hetzelfde. Hij is autistisch. Hij is erg goed met computers. De
bedrijven staan om hem te springen. Bent u ook goed met computers?”
“Ik weet hoe ik
ze moet bedienen,” zei Ivo.
“Dan
bent u al verder dan ik. Ik heb twee linkerhanden wat computers
betreft. Dat zou bij mij trouwens niet zo erg zijn, want ik ben
links. Twee linkerhanden hebben is typisch een gezegde dat door
rechtshandigen bedacht is. Ik ben ervan overtuigd dat de wereld er
beter uit zou zien als er meer linkshandigen op de wereld waren.
Linkshandigen zijn vaak veel creatiever. Bent u linkshandig?”
Ivo schudde zijn
hoofd. “Maar mijn linkerbeen is redelijk ontwikkeld.”
“Met voetballen
ben ik dan weer rechts,” zei Bertus. “Vreemd is dat eigenlijk.”
“Ja,” zei Ivo.
“Hoe oud wordt
uw moeder, als ik vragen mag?”
“Vierenzestig.”
“Aha. Zelf ben
ik van een wat latere generatie. Opgegroeid zoals je dat zou
verwachten. Tientallen banen gehad, maar nergens kunnen aarden. Dus
ben ik maar voor mezelf begonnen, met de handel in waardebonnen.”
“Naar
tevredenheid?”
“Het gaat. De
meeste mensen geven niet graag waardebonnen. Ik leef vooral van
mensen als u. Mijn zoon geeft me voor mijn verjaardag ook altijd
waardebonnen. Alleen zijn die niets waard. Voor mijn laatste
verjaardag gaf hij mij een waardebon voor het herstellen van een
lekke fietsband. Ik fiets namelijk graag. Maar ik heb nog steeds geen
lekke band gekregen. Zul je natuurlijk net zien, dat als ik er eentje
krijg, hij al uit huis is, en in Amerika zit. Hij wil namelijk stage
gaan lopen bij het hoofdkantoor van Microsoft. Hij zou daar goed
passen.”
“Bill Gates
schijnt ook een autist te zijn,” zei Ivo.
“Dat verbaast me
niets,” zei Bertus. “Nee, computers zijn aan mij niet besteed.”
“Hoe maakt u dan
die waardebonnen?”
“Dat doet mijn
zoon voor me. Tegen betaling, de gierigaard.” Hij schudde afkeurend
zijn hoofd, en zei: “Mijn eigen vlees en bloed. Waar zijn we de
fout in gegaan?”
“U zei net zelf
dat de bedrijven om hem zitten te springen.”
“Dat is nu juist
het probleem. Door het succes is hij naast zijn schoenen gaan lopen.
Hij wil nota bene VVD stemmen. Maar niet zolang hij in mijn huis
woont. Zolang hij bij ons woont heeft hij maar PvdA te stemmen. Mijn
huis, mijn regels.”
“Houdt hij zich
daaraan?”
“Zelf
zegt hij van wel. Maar voor de zekerheid brengen we hem ons
socialistisch gedachtegoed bij, terwijl hij slaapt. Dan sluipen we
zijn kamer in en lezen we zachtjes Das Kapital
van Karl Marx voor. Dat zal hem leren, de etterbak.”
Ivo keek op zijn
horloge: 15:05. Er was nog tijd om even naar het dorpscentrum te
wandelen, om daar nieuwe onderbroeken te kopen. Die had hij hard
nodig, aangezien een deel van de onderbroeken die hij gebruikte
versleten was. Hij nam afscheid van Bertus en ging op weg.
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.
No comments:
Post a Comment