Saturday, July 30, 2016

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 31

Hieronder deel 31 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het begin van hoofdstuk 10. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 30 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!


10

Ivo Penner liep door de Dorpsstraat. De lentezon scheen haar zonnestralen op de Aarde. Het was redelijk druk op straat, en de terrasjes zaten vol. Ivo hoopte dat hij zonder kleerscheuren zou arriveren op zijn bestemming. Op enige afstand zag Ivo een pokdalige brunette met een klembord en een pen in haar handen. Toen Ivo haar naderde vroeg ze: “Goedendag meneer, wilt u mijn petitie tekenen?”
“Waar is het voor?” vroeg Ivo.
“Het is een petitie voor de vrijlating van Onno Beugelbaars, mijn vriend. Die zit in de gevangenis.”
“Hoezo?”
“Hij heeft een bank beroofd.”
“Dan is het maar goed dat hij gevangen zit.”
“Maar ik mis hem heel erg. Ik wil hem continu bij me hebben.”
Ivo fronste zijn voorhoofd. “Waarom?”
“Om erop toe te zien dat hij niet weer een bank berooft.”
“Dan kan hij beter in de gevangenis blijven.”
“Nee,” zei de brunette. “Hij kan immers ontsnappen, en opnieuw een bank gaan beroven. Dat wil ik tegen elke prijs voorkomen, want als ze hem dan pakken weet ik zeker dat hij geen pardon meer zal krijgen. Nu bestaat er tenminste nog een kleine kans, als genoeg mensen mijn petitie tekenen. Ik ga voor één miljoen handtekeningen.”
“Hoeveel heb je er al?”
“Zeven. Wordt u de achtste?”
“Nee. Criminelen horen in de gevangenis.”
“Maar hij is te zachtmoedig voor de gevangenis.”
“Zachtmoedig? En toch heeft hij een bank beroofd?”
De brunette knikte. “Hij had geld nodig voor een liposuctie. Hij was zo dik dat hij met moeite kon lopen. Daarom heeft de politie hem ook kunnen pakken.”
“Terecht.”
“Ik vind van niet. Normaal gesproken doet Onno geen vlieg kwaad. Maar hij kon er niet meer tegen dat de mensen hem een dikzak noemden, en zag geen andere optie. DiΓ«ten houdt hij niet vol, lichaamsbeweging ook niet, en een maagverkleiningsoperatie vindt hij te riskant. Wilt u echt mijn petitie niet tekenen?”
“Nee. Trouwens, tegen de tijd dat jij één miljoen handtekeningen hebt is je vriend allang weer vrij.”
“Dat hoop ik niet. Ik hoop op een sneeuwbaleffect. Hoe meer mensen over mijn Onno horen, hoe beter. Ik heb ook een website geopend, en de media ingelicht. Op die manier moet het goed komen. En anders ga ik voor vijfhonderdduizend handtekeningen. Of tweehonderdduizend. Of honderdduizend. Ik zie wel.” Ze keek hem aan, en zei: “Dus u wilt echt mijn petitie niet tekenen?”
“Nee,” zei Ivo. “Weet je vriend trouwens dat je dit voor hem doet?”
“Ja. Hij steunt me waar hij kan. Het gevangenisvoedsel smaakt hem namelijk voor geen meter. Dus wil hij zelf ook zo snel mogelijk vrijkomen.”
“Daar was ik al bang voor.” Ivo keek op zijn horloge, en zei: “Ik moet weer verder. Tot ziens.” Ivo liep verder. Het is nog maar de vraag of ik mijn boek ooit afkrijg, dacht Ivo bij zichzelf. Als ik het eigenlijke schrijven ervan maar blijf uitstellen komt het er misschien nooit van. De gesprekken die hij voerde konden weliswaar als inspiratie dienen voor zijn roman, maar ze leidden hem ook steeds af van het benodigde denkwerk dat hiervoor nodig was. Wat dat betreft waren ze zowel een zegen als een vloek. Ivo liep inmiddels de Zeeman binnen. Hij nam vier onderbroeken, rekende ze af, en stopte ze in zijn rugzak.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment