Hieronder
deel 41 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het slot van hoofdstuk 13. Veel
leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 40 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!
Buiten
scheen de zon volop. Tijd om naar het Wilhelminapark te gaan, dacht Ivo bij zichzelf. Hij liep erheen en ging zitten op het bankje waar
hij meestal zat. Hij keek een beetje om zich heen en genoot van de
zon. Op een gegeven moment sloot hij zijn ogen. Na verloop van tijd
merkte hij dat er iemand vΓ³Γ³r hem stond. Het was Leeroy Zwaanswijk.
“Goeiedag, Ivo,” zei hij.
“Goeiedag,
Leeroy,” zei Ivo. “Wat een toeval dat ik jou hier weer tref.”
“HelemÑÑl
toeval is het niet,” zei Leeroy. “Ik zag je zitten vanaf mijn
balkon, en dacht: misschien vindt hij het wel leuk als ik erbij kom
zitten.”
“Doe maar,”
zei Ivo.
Leeroy ging
zitten.
“Dus je was
thuis,” zei Ivo. “Moet je niet werken vandaag?”
“Ik heb
vakantie. Morgen vertrek ik naar Timboektoe, samen met mijn vrouw.”
“Ach ja,” zei
Ivo, “dat had je verteld. Hoe gaat het met je vrouw?”
“Goed,” zei
Leeroy. “Ze heeft erg veel zin in de vakantie. Ze is nog nooit naar
Timboektoe geweest. Ik ook niet.”
“Eens moet de
eerste keer zijn, natuurlijk.”
“Ja,” zei
Leeroy.
Ze zwegen.
Op een gegeven
moment zei Leeroy: “Mijn vrouw heeft liever niet dat ik teveel in
dit park zit. Ze denkt dat ik daar lui van word. Gelukkig werkt ze
vandaag, dus kan ik hier in alle rust zitten.”
Ivo haalde een
fles water uit zijn rugtas, opende deze, en nam een slok. “Op het goede leven,”
zei hij.
“En op mijn
vakantie,” zei Leeroy.
“En op jouw
vakantie,” zei Ivo, en nam nog een slok.
Ze
bleven nog een tijdje zo zitten. Na ongeveer een kwartier nam Ivo
afscheid van Leeroy, en ging hij op weg naar huis. Deze dag had hem
nog geen goed idee opgeleverd voor een roman, maar misschien kwam dat
nog. Hij liep via de hem bekende weg, toen opeens zijn mobiel ging.
Wie zou dat nu weer zijn? Het display meldde dat het zijn moeder was.
“Ivo,” zei ze, “kom je morgen op bezoek? Ik heb een nieuwe wok
gekocht, maar je vader vindt hem te zwaar. Ik ben benieuwd of jij dat
ook vindt.”
“Morgenmiddag
kan ik wel even langskomen.”
“Graag. Zie ik
je dan.”
“Dag, ma.” Hij
hing op. Thuis ging hij achter zijn laptop zitten. Hij startte zijn
tekstverwerker, keek een tijdje naar het witte scherm, noteerde
enkele zinnen, wiste ze, en zette de laptop weer uit. De rest van de
dag deed hij van alles en nog wat, voor hij uiteindelijk naar bed
ging om in een diepe slaap te vallen.
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.
No comments:
Post a Comment