Saturday, November 12, 2016

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 41

Hieronder deel 41 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het slot van hoofdstuk 13. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 40 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!


Buiten scheen de zon volop. Tijd om naar het Wilhelminapark te gaan, dacht Ivo bij zichzelf. Hij liep erheen en ging zitten op het bankje waar hij meestal zat. Hij keek een beetje om zich heen en genoot van de zon. Op een gegeven moment sloot hij zijn ogen. Na verloop van tijd merkte hij dat er iemand vΓ³Γ³r hem stond. Het was Leeroy Zwaanswijk. “Goeiedag, Ivo,” zei hij.
“Goeiedag, Leeroy,” zei Ivo. “Wat een toeval dat ik jou hier weer tref.”
“HelemÑÑl toeval is het niet,” zei Leeroy. “Ik zag je zitten vanaf mijn balkon, en dacht: misschien vindt hij het wel leuk als ik erbij kom zitten.”
“Doe maar,” zei Ivo.
Leeroy ging zitten.
“Dus je was thuis,” zei Ivo. “Moet je niet werken vandaag?”
“Ik heb vakantie. Morgen vertrek ik naar Timboektoe, samen met mijn vrouw.”
“Ach ja,” zei Ivo, “dat had je verteld. Hoe gaat het met je vrouw?”
“Goed,” zei Leeroy. “Ze heeft erg veel zin in de vakantie. Ze is nog nooit naar Timboektoe geweest. Ik ook niet.”
“Eens moet de eerste keer zijn, natuurlijk.”
“Ja,” zei Leeroy.
Ze zwegen.
Op een gegeven moment zei Leeroy: “Mijn vrouw heeft liever niet dat ik teveel in dit park zit. Ze denkt dat ik daar lui van word. Gelukkig werkt ze vandaag, dus kan ik hier in alle rust zitten.”
Ivo haalde een fles water uit zijn rugtas, opende deze, en nam een slok. “Op het goede leven,” zei hij.
“En op mijn vakantie,” zei Leeroy.
“En op jouw vakantie,” zei Ivo, en nam nog een slok.
Ze bleven nog een tijdje zo zitten. Na ongeveer een kwartier nam Ivo afscheid van Leeroy, en ging hij op weg naar huis. Deze dag had hem nog geen goed idee opgeleverd voor een roman, maar misschien kwam dat nog. Hij liep via de hem bekende weg, toen opeens zijn mobiel ging. Wie zou dat nu weer zijn? Het display meldde dat het zijn moeder was. “Ivo,” zei ze, “kom je morgen op bezoek? Ik heb een nieuwe wok gekocht, maar je vader vindt hem te zwaar. Ik ben benieuwd of jij dat ook vindt.”
“Morgenmiddag kan ik wel even langskomen.”
“Graag. Zie ik je dan.”
“Dag, ma.” Hij hing op. Thuis ging hij achter zijn laptop zitten. Hij startte zijn tekstverwerker, keek een tijdje naar het witte scherm, noteerde enkele zinnen, wiste ze, en zette de laptop weer uit. De rest van de dag deed hij van alles en nog wat, voor hij uiteindelijk naar bed ging om in een diepe slaap te vallen.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment