Tuesday, November 22, 2016

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 42

Hieronder deel 42 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het begin van hoofdstuk 14. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 41 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!


14

Het was woensdag. Ivo liep de Super Duper binnen, pakte een mandje, en begon aan zijn gebruikelijke route door de winkel. Bij de groenteafdeling zag hij Gonnie van Laster, die weer bezig was met vakken vullen. Ze kreeg hem in de gaten, liep naar hem toe, en zei: “Hoi, Ivo.”
“Dag, Gonnie,” zei Ivo.
“Ivo, ik moet je mijn excuses aanbieden voor vorige keer. Sorry dat ik het toen zo liet afweten.”
“Ach,” zei Ivo, “dat geeft niets. Het kan de beste overkomen.”
“Ik ben blij dat je het zo sportief opvat. Ik ken zat mensen die het niet sportief opvatten. Die niet eens meer met mij willen praten. Jij gelukkig wel. Hoe gaat het met jou?”
“Naar omstandigheden redelijk,” zei Ivo.
“Welke omstandigheden?” vroeg Gonnie.
“Dat zou te ver voeren.”
“Problemen zijn niet makkelijk. Mijn zwager heeft als kind honger geleden in Afrika. De rebellen deelden op een gegeven moment croissantjes uit aan de bevolking, die ze dankbaar accepteerde. Maar er zat Spaanse vlieg in die croissantjes. Sindsdien is Omaku, zoals hij heet, een nogal hitsig geval. Hij en mijn zus hebben al zes kinderen, en de zevende is op komst. Dat valt ook niet mee.”
“Dan hebben wij het eigenlijk nog makkelijk,” zei Ivo. “We hebben een dak boven ons hoofd, hebben genoeg te eten, ga zo maar door. Alles komt goed.”
“Dat denk ik ook. Als je maar blijft volhouden. Dat doe ik ook. Ondanks mijn periodieke aanvallen blijf ik doorgaan met vakken vullen. Ik zal wel moeten, anders word ik ontslagen. Misschien moet jij ook zo'n stok achter de deur hebben. Voor je boeken.”
“Misschien,” zei Ivo.
“Ik ben nog altijd blij dat ik niet meer op school zit. Jij ook?”
“Eerder opgelucht dan blij. Niet omdat ik een hekel heb aan leren. Integendeel, ik leer graag.”
“Ik ook. Zo ben ik bijvoorbeeld van plan om weer dwarsfluit te gaan spelen. Dit keer op een echte dwarsfluit, in plaats van op mijn tandenborstel. Maar mijn vader is erop tegen. Hij kan niet tegen de herrie.”
“Je zou toch op jezelf gaan wonen?”
“Dat klopt.” Ze trok een wenkbrauw omhoog, en zei: “Hoe weet je dat? Had ik dat al verteld?”
“Ja.”
“Oh. Dan kunnen we beter een ander onderwerp aansnijden.”
Ivo keek op zijn horloge. “Of ik ga gewoon verder met boodschappen doen.”
“Nu al? Het lijkt me beter als je nog even blijft. Wist je dat frisbeeΓ«n levensgevaarlijk kan zijn?”
“Dat zal best.”
“Ik heb een keer gefrisbeed met mijn neefje in de achtertuin. Ik gooide de frisbee met ferme kracht in zijn richting, maar de wind kwam eronder. Hij belandde in de brandnetels. Mijn neefje raakte een brandnetel aan toen hij de frisbee wilde pakken, en werd onwel. Achteraf bleek hij allergisch voor brandnetels. Je maakt wat mee.”
“Nou en of,” zei Ivo. Hij keek nogmaals op zijn horloge. “Ik moet nu echt verder, want vanmiddag moet ik naar mijn ouders.”
“Wat leuk. Doe hen de groeten.”
“Dat zal ik doen. Dag, Gonnie.”
“Dag, Ivo.”
Ivo vervolgde zijn weg door de supermarkt en rekende af bij de kassa.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment