Tuesday, December 13, 2016

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 44

Hieronder deel 44 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het slot van hoofdstuk 14. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 43 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!


Thuisgekomen tapte Ivo een glas water, dronk het op, smeerde twee boterhammen met kaas en at ze op aan de eettafel. Met een glas melk erbij om het weg te spoelen. Zijn huistelefoon ging. Misschien was het zijn moeder, om zijn bezoek van vanmiddag af te bellen. Hij nam op, en zei: “Met Ivo Penner.”
“Goedemorgen, met Peggy Zienderogen, van kledingwinkel Haagens.”
“Dag, Peggy.”
“Dag, Ivo. Ik dacht, ik bel maar even, want we hebben nu een hele mooie aanbieding voor klantenkaarthouders. En wel de volgende: bij aankoop van twee T-shirts ontvang je de tweede voor de helft van de prijs. Wat vind je daarvan?”
“Handig voor mensen die T-shirts nodig hebben.”
“Dat dacht ik ook. Maar daar hoor jij niet bij?”
“Niet echt, nee.”
“Jammer. Ik had je graag weer eens in onze winkel gezien. Hoe gaat het verder met je? Heb je veel plezier van je broeken?”
“Zoveel als maar mogelijk is.”
“Mooi zo. Een broek moet goed zitten, anders kun je hem maar beter ruilen voor een broek die wΓ©l goed zit.”
“Zo is dat.”
“We doen er helemaal niet moeilijk over als mensen hun broek willen omruilen. Dat je dat maar even weet.”
“Ik zal er rekening mee houden, Peggy.”
“We hebben ook erg mooie riemen in de aanbieding. Is dat nog iets voor jou?”
“Niet echt.”
“Zeker weten? Het zijn hele mooie riemen. Sommige komen uit ItaliΓ«. Ben je daar wel eens geweest?”
“Ja.”
“Ik ook. Dat was tijdens een schoolreisje naar Rome. We hebben daar prachtige dingen gezien, uit de tijd van de Romeinen. Ik zou best in die tijd geleefd willen hebben. Jij ook?”
“Nee, niet echt.”
“In welke tijd dan wel?”
“In het heden.”
“Misschien heb je gelijk. In de tijd van de Romeinen was er ook veel ellende. In het heden weet je tenminste waar je aan toe bent.”
“Dat klopt.”
“Heb je al plannen voor het weekend?”
“Nee.”
“Ik ook niet. Misschien kunnen we dan samen iets gaan doen?”
“Ik weet niet of dat zo'n goed idee is, Peggy.”
“Waarom niet? We kunnen toch goed met elkaar overweg?”
“Wat versta je onder goed?”
“Laat ik het zo zeggen: wat houdt je tegen om met mij iets leuks te gaan doen dit weekend?”
“Nou, om maar iets te noemen: hoe kom je aan mijn telefoonnummer?”
“Dat heb je me zelf gegeven.”
“Wanneer?”
“De eerste keer dat we elkaar ontmoetten.”
“Bedoel je in de winkel? Maar Peggy, als ik mijn telefoonnummer op een inschrijfformulier voor een klantenkaart zet betekent dat niet dat ik jou persoonlijk mijn nummer geef.”
“Oh. Dan heb ik dat verkeerd begrepen, of ingeschat. Dus je wilt niet met me uit?”
“Ik heb het erg druk, Peggy.”
“Maar we zouden het erg leuk kunnen hebben samen.”
“Dat zeg jij.”
“Goed, dan zoek ik wel iemand anders. Rotzak.” Ze hing op.
Ivo legde de telefoon neer, en dacht bij zichzelf: met dit weer kan ik beter een korte broek aantrekken. Hij liep naar zijn slaapkamer, waar de kledingkast stond, haalde er een korte broek uit, en trok die aan. Hij keek op zijn horloge: tijd om naar zijn ouders te gaan.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment