Saturday, December 3, 2016

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 43

Hieronder deel 43 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 42 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!


Nadat Ivo alles had ingepakt repte hij zich naar huis toe. Nu maar hopen dat niemand hem zou aanspreken, al achtte Ivo die kans klein. Op deze route, van de Super Duper naar huis toe, werd hij nu eenmaal vaak aangesproken. Als er één plaats was waar hij er het minst op zat te wachten, dan was het wel op deze route. Hij wilde immers zo snel mogelijk zijn bederfelijke aankopen in de koelkast leggen. Het verbaasde hem dan ook niet dat er op een gegeven moment van links een man van in de dertig met een leren jas op hem afliep en vroeg: “Wat vindt u van mijn hanenkam?”
Ivo bekeek de rood geverfde hanenkam op het hoofd van de jongeman, en zei: “Je kunt zeker geen helm dragen met zo'n kapsel?”
“Nee, dat gaat niet, helaas. Maar mijn grote idool Jimmy Hecklebat draagt ook een hanenkam, dus doe ik dat ook. Ik doe hem in alles na.”
“En, bevalt het?”
“Nee, in het geheel niet. Er zijn veel mensen die er vervelende opmerkingen over maken. Ik kan daar niet goed tegen. Daarom heb ik Jimmy een brief geschreven met de vraag of hij zijn haar kort wil laten knippen, zodat ik dat ook kan doen. Een ander idool zoeken wil ik niet. Jimmy is de beste punkrocker die er is. Ik hak nog liever een been af dan hem te verloochenen. Hij heeft zoveel voor mij betekent. Zijn nummer 'Keep On Kicking' heeft me door heel veel moeilijke perioden heen geloodst. Het is net alsof hij dat nummer speciaal voor mij geschreven heeft. Het gaat over een man die overal tegenaan schopt, en op zekere dag zijn voet blesseert. Ondanks dat blijft hij doorgaan. Dat heeft me erg geΓ―nspireerd. Ik schop ook overal tegenaan. Kleine steentjes, blikjes, bierflesdopjes – bijna alles wat ik op straat tegenkom. Ik heb ook een keer mijn voet geblesseerd, maar ben toen gewoon doorgegaan met schoppen. Nooit opgeven. Nooit. Daarom ben ik nu ook wereldkampioen rugbybal schieten.”
“Zo zo.”
“Ja ja. Ik heb het ver geschopt.”
“Nou en of.”
“Tweehonderdvijfendertig meter. Doe mij dat maar eens na.”
“Liever niet,” zei Ivo.
“Doet u aan sport?”
“Ik wandel veel.”
“Heeft u wel eens een blessure gehad?”
“Jazeker.”
“Het is haast onvermijdelijk. Daarom is schoppen niet het enige wat ik doe. Nee, ik verkoop ook platenlabels.”
“Platenlabels? Dat is niet mis.”
“Zeker weten. Ik verkoop ze bedrukt of onbedrukt. Er zitten vier labels op één vel, die je kunt bedrukken met je eigen tekst of plaatje. Daarna haal je ze los en plak je ze op de plaat naar keuze. Veel mensen zijn er over te spreken. Als u wilt kan ik u hun nummer geven.”
“Dat zal niet nodig zijn,” zei Ivo, en keek op zijn horloge. “Ik ga maar weer eens verder. Ik heb bederfelijke waren bij me.”
“Oei. Toch geen explosieven?”
“Nee. Bederfelijke waren. Vlees, melk, groenten, dat soort dingen.”
“Dan is het goed. Mijn naam is trouwens Ruben Knijpdruif. Ik sta in het telefoonboek, en ben te vinden op internet.”
“Prima,” zei Ivo, en liep verder. Hij bekeek de lucht, die volkomen wolkenloos was.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment