Hieronder
deel 8 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het begin van hoofdstuk 2. Lees eerst deel 1 t/m 7, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!
De volgende dag was het dinsdag. Tom had die nacht goed geslapen, en geen last meer gehad van pijn in zijn voorhoofd. Tijdens het verorberen van zijn ontbijt, twee met boter besmeerde muesliboterhammen en een glas sinaasappelsap, dacht hij na over wat hij op deze eerste dag van zijn ziekteverlof zou gaan doen. Na een blik in zijn bijna lege koelkast geworpen te hebben, besloot hij om naar de plaatselijke supermarkt, de Kiko, te gaan, om daar eten en aanverwante zaken in te slaan. Hij poetste zijn tanden, deed twee plastic Kiko-boodschappentassen in zijn rugzak (om de aangeschafte boodschappen in te vervoeren), sloot zijn appartement af, en ging op weg. Hij liep stevig door. In de verte zag hij een man, ogenschijnlijk een dertiger, in een grasveldje liggen. De man had zijn ogen dicht, met één arm uitgestrekt, en één arm langs zijn lichaam. Hij had zijn benen opgetrokken, alsof hij in elkaar was gezakt. Tom twijfelde of de man misschien onwel was geworden. De man opende zijn ogen, bekeek Tom, en zei: 'Goedemorgen. U vraagt zich misschien af wat ik hier doe, zo liggend in het gras?'
'Ik dacht eigenlijk dat u onwel was geworden,' zei Tom.
De man lachte, stond op, en klopte het vuil van zijn jasje. Hij stak zijn hand uit, en zei: 'Bert Heilbot.'
'Tom Formosa,' zei Tom, en schudde de hand.
'Tom Formosa? Die naam doet een belletje rinkelen. Heeft u ooit meegedaan aan een tafeltennistoernooi in Hong Kong?'
'Nee,' zei Tom.
'Ik wel,' zei Bert. 'Wat een belevenis. De finale eindigde in een vuistgevecht tussen de voorzitter van Tafeltennisvereniging De Blije Batjes, Henk Laveloos, en de organisator van het toernooi, Akira Karisawa. U had erbij moeten zijn!'
'Maar dat was ik niet,' zei Tom.
'Vreemd. Heel vreemd. Ik zou toch zweren dat u daar bij was, als deelnemer. Heeft u wel ooit getafeltennist?'
Tom schudde zijn hoofd.
'Het is erg makkelijk te leren,' zei Bert. 'Maar je moet wel van sport houden. Doet u veel aan sport?'
'Dat gaat,' zei Tom. 'Ik wandel geregeld, om maar iets te noemen.'
'Ik zie het,' zei Bert, en bekeek Tom van top tot teen. 'En verder? Verder doet u niet aan sport?'
Tom schudde zijn hoofd.
'Jammer. Maar even goede vrienden. En spelletjes? Houdt u daarvan?'
'Niet echt,' antwoordde Tom.
'Ik wel. Ik speel geregeld Squebble met enkele vriendinnen. Kent u dat, Squebble?'
'Het woordspel?'
'Ja. Heeft u misschien zin om een keer mee te doen?'
Tom dacht na. Nu hij niet kon werken, had hij opeens een stuk meer vrije tijd, dus een extra activiteit in zijn weekschema was geen overbodige luxe. Dus zei hij: 'Wanneer komen jullie bij elkaar?'
'Iedere woensdagavond, vanaf acht uur.'
'Dat is goed,' zei Tom. In de avonden had hij meestal geen verplichtingen.
'Naast mij doen ook Treesje Ooievaer en Mamzuka Koesjes mee. Dat zijn goede mensen. Treesje verzamelt alarmwekkers en Mamzuka heeft Surinaamse ouders, maar is zelf van oorsprong Chinese. Ze is geadopteerd.'
'Ach zo,' zei Tom.
'U bent een welkome aanvulling op onze groep. Bent u goed in Squebble?'
'Redelijk,' zei Tom.
'Nou ja, of u er goed in bent of niet doet er eigenlijk niet zoveel toe. Van ons groepje ben ik de beste speler. Maar als u zelf eventueel beter zou zijn, zou ik dat niet erg vinden. Treesje en Mamzuka herinneren mij er regelmatig aan dat ik niet naast mijn schoenen moet lopen, en daar ben ik ze dankbaar voor. Als ik kon, zou ik ze een standbeeld geven, bijvoorbeeld in dit park. Maar dan moet ik eerst het beheer erover krijgen, en dat wordt lastig, want de huidige beheerder gaat pas over twintig jaar met pensioen...'
Toms voorhoofd begon weer pijn te doen, en hij zei: 'Jammer, maar ik moet nu weer verder...'
'Oké,' zei Bert. 'Ik zal u mijn kaartje geven...'
'Prima,' zei Tom.
Bert zocht in zijn zakken naar een kaartje, vond het, en gaf het aan Tom, die het las. Bert woonde in het Pekineesbos, een flat niet ver daarvandaan. Dat was alvast een meevaller.
'Je kunt me altijd bellen,' zei Bert.
'Prima,' zei Tom.
'Tot morgen!'
'Ja, tot dan.'
Bert ging weer in het gras liggen, Tom vervolgde zijn weg naar de Kiko. De pijn in zijn voorhoofd was gelukkig weer verdwenen. Hij hoopte dat dat zo zou blijven, en dat hij eens goed tot rust zou komen.
(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.
No comments:
Post a Comment