Tuesday, August 11, 2020

'De praatjesmaker' (roman), deel 9

Hieronder deel 9 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 2. Lees eerst deel 1 t/m 8, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!



Maar toen Tom de Kiko binnenliep, een mandje pakte, naar de fruitafdeling doorliep, en daar de appels keurde, was er een vrouw met grijs krulletjeshaar die hem aankeek en vroeg: 'Houdt u van appels?'

'Zolang ze vers zijn wel,' zei Tom.

'Daar kan ik inkomen,' zei de vrouw. Ze stak haar hand uit en zei: 'Roos Hondenkap.'

'Tom Formosa,' zei Tom, en schudde de hand.

'U heeft een bekend gezicht,' zei Roos.

'Ik ben praatjesmaker van beroep,' zei Tom. 'Ik kom regelmatig langs bij de mensen.'

'Aha. Praatjesmaker. DΓ‘t lijkt me nu eens een leuk beroep. Is het dat ook?'

'Niet echt,' zei Tom.

'Jammer. Bent u vrij vandaag?'

Tom knikte. 'Vandaag is de eerste dag van mijn ziekteverlof.'

'Aha. Daar moet u niets mee inzitten. Het is beter dan wat mijn man is overkomen. Die is op non-actief gesteld, omdat hij een collega maar blééf lastigvallen met folders en menukaarten van eethuizen. Binnenkort zijn we dertig jaar getrouwd, en Jan, zoals hij heet, wilde mij daarom meenemen naar een sjiek eethuis. Omdat het voor mij een verrassing moest blijven waar we heen zouden gaan, wendde hij zich tot zijn collega voor advies. Die was daar echter niet van gediend. Mensen kunnen tegenwoordig tegen weinig meer, meneer.' Ze keek hem aan, en vroeg: 'Of mag ik Tom zeggen?'

'Jawel,' zei Tom.

'Dank je. De mensen kunnen tegenwoordig tegen weinig meer. Zo ga ik bijvoorbeeld ieder weekend op stap met de meiden.'

'Welke meiden?' vroeg Tom.

'Mijn dochters. Joost mag weten waar we iedere keer naartoe gaan, want ik herinner me na afloop niets meer. Niet omdat ik teveel drink. Welnee. Twee wijntjes, meer gaat er niet in. Er moet een andere reden zijn. Ik vermoed dat mijn dochters pilletjes in mijn wijn stoppen. Maar als ik ze daarop aanspreek, reageren ze verontwaardigd. Ze denken dat ik oud aan het worden ben, en daarom dingen vergeet. Ik, oud? Ik ben verdikkeme achtenveertig! Dat kan ik toch niet oud noemen. En ook al bΓ©n ik oud, dan is dat nog geen reden om mij oppeppende middelen toe te dienen...' Ze schudde haar hoofd, en zei: 'Dan denk je dat je ze goed opgevoed hebt... Maar helaas. Hoe oud bent u, als ik vragen mag?'

'Vierendertig,' antwoordde Tom.

'Dat is ook niet oud. Kunt u niet eens met mijn dochters om de tafel gaan zitten?'

'Om wat te doen?' vroeg Tom.

'Ze voorlichten over de gevaren van drugs.'

'Ik weet niet veel van drugs,' zei Tom naar waarheid.

'Ik ook niet. Oh, had ik maar beter opgelet in de jaren zestig! Maar nee hoor, ik moest weer zo nodig carrière maken bij een farmaceutisch bedrijf...'

'In de jaren zestig?' vroeg Tom. 'Maar u zei net dat u achtenveertig bent...'

Roos bloosde, en zei: 'Ik was vroegrijp...'

Tom was het gesprek met haar zat, en zei: 'Dan ga ik nu weer verder...'

'Wacht nog even! Ik wilde u namelijk vragen: kan mijn man geen praatjesmaker worden? Ik weet niet of hij ooit nog terug zal kunnen keren naar zijn huidige werk, en hij is te jong om al met pensioen te gaan. Kunt u geen goed woordje voor hem doen?'

Tom schudde zijn hoofd, en zei: 'Daar kan ik niet aan beginnen, Roos. Zeker niet nu ik met ziekteverlof ben. Ik hoop dat je daar begrip voor hebt...'

'Natuurlijk, natuurlijk,' zei Roos.

'Een fijne dag nog verder,' zei Tom.

'U ook!' zei Roos.

Tom vervolgde zijn weg. Hij verzamelde in de winkel de boodschappen die hij nodig had, stopte ze in zijn mandje, en rekende alles af bij de kassa. Nadat hij de boodschappen in de meegebrachte boodschappentassen had gedaan, zette hij de terugtocht naar huis in.



Klik hier voor deel 10!



(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

No comments:

Post a Comment