Hieronder deel 20 alweer van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 6. Lees eerst deel 1 t/m 19, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!
Een man van achter in de twintig met kort bruin stekeltjeshaar en gekleed in onder andere een poloshirt kwam hun richting uitlopen. Treesje leek hem te kennen, want ze zei: 'Hayden!' Ze wendde zich tot Tom, en zei: 'Hayden LePomme is een goede vriend van mij. We kennen elkaar van de pabo, waar we allebei in de toneelgroep hebben gezeten.'
Hayden kwam aangelopen, en zei: 'Treesje! Wat een geluk dat ik je hier tref. Zijn jullie op weg naar De Gevlochten Mand?'
'Ja,' zei Treesje, 'hoezo?'
'Ik kom daar net vandaan. Het is gesloten wegens omstandigheden. En ik was nog wel van plan om daar te gaan vragen welk merk glazen ze gebruiken, voor een project op school. Dat moet ik aanstaande dinsdag dan maar doen, als ik terugkom van synchroonzwemmen.'
'Weet je zeker dat hij gesloten is?' vroeg Treesje.
Hayden knikte.
Bert wreef over zijn kin, en zei: 'Wat zou er dan aan de hand kunnen zijn?'
Hayden keek om zich heen, om te zien of niemand meeluisterde, en zei: 'Je moet het niet doorvertellen, maar het schijnt dat Frans, de eigenaar, op de vlucht is geslagen voor een bende Oegandezen.'
'Oegandezen?' vroeg Treesje verbaasd. 'Waar komen die in hemelsnaam vandaan?'
'Uit Oeganda,' zei Hayden. 'Je weet dat Frans daar zendeling is geweest?'
Bert en Treesje schudden hun hoofd.
'Welnu, laten we zeggen dat hij geen vrienden heeft gemaakt in die regionen, vooral niet bij de Jukutu's, de stam waar hij onderdak had gekregen. Frans heeft ook nog per ongeluk de dochter van het opperhoofd van de Patati's, een rivaliserende stam, genezen. En nu zijn afgezanten van de Jukutu's naar Nederland gekomen om Frans een kopje kleiner te maken. Ze hebben zich vermomd als inspecteurs van de Voedsel- en Warenautoriteit, maar daar trapt Frans natuurlijk niet in.'
'Wonderlijk,' zei Treesje. 'Dus we kunnen niet naar De Gevlochten Mand?'
'Ik vrees van niet,' zei Hayden.
'Dan gaan we maar weer naar huis,' zei Treesje.
Bert fronste zijn voorhoofd, en zei: 'We kunnen ook naar een andere kroeg gaan...'
Treesje schudde haar hoofd. 'Andere kroegen zijn waardeloos, dat weet je toch?'
'Hoezo dan?' vroeg Tom, die zijn zinnen had gezet op een fris biertje en weinig zin had om weer naar huis te gaan.
'Omdat ze daar soms hardrockmuziek draaien,' legde Treesje uit, 'en van hardrockmuziek word ik altijd melancholisch, opgefokt, en ook een beetje recalcitrant...'
Tom wilde hierop doorgaan, maar Bert schudde zijn hoofd, ten teken dat Tom het onderwerp beter kon laten rusten.
'En hoe gaat het verder met jou, Hayden?' vroeg Treesje nu.
'Goed,' zei Hayden. 'Op school zijn we bezig met een project over glas. Wat is het nut van glas, welke soorten zijn er allemaal, waar komt het vandaan, ga zo maar door. De leerlingen zijn erg enthousiast, al zijn er wel een paar incidenten geweest, waarbij ze zich verwond hebben. En mijn fiets heeft ook regelmatig een lekke band. Maar voor de rest is het een groot succes.'
'Dat kan ik me voorstellen,' zei Treesje. 'Ik heb glas altijd al interessant gevonden...' Ze wendde zich tot Bert, en zei: 'Wist je dat glas van zand gemaakt wordt?'
Bert knikte. 'Zoiets heb ik ooit horen vertellen. Je zou zeggen: zand is er genoeg, dus glas zal wel niet duur zijn. Maar dat valt toch nog knap tegen, vind ik.'
'Dat klopt,' zei Hayden. 'E茅n leerling uit mijn klas, Adriaan, zegt dat de glashandelaren onderling prijsafspraken maken, en dat dat verboden is. Hij zou best eens gelijk kunnen hebben. Die jongen weet werkelijk heel veel...'
'Dan haalt hij zeker wel goede cijfers,' zei Bert.
Hayden trok een zuur gezicht. 'Dat zou wel logisch zijn. Maar hij is niet echt gemotiveerd om zijn best te doen. Soms zit hij de hele dag in de klas alleen maar obscene tekeningen te maken. Ik denk dat hij thuis problemen heeft.'
'Met wie dan?' vroeg Treesje bezorgd.
'Vooral met zijn moeder,' antwoordde Hayden. 'Die is vaak de hort op, om als hersenchirurg spoedoperaties uit te voeren op vrachtschepen. Daar wordt ze met de helikopter heen gevlogen.'
Bert stootte Tom aan, en zei: 'Dat is nog eens leven, h猫, Tom?'
'Inderdaad,' zei Tom niet al te enthousiast. Hij begon dorst te krijgen, en was liever verder gelopen.
Hayden keek op zijn horloge, en zei: 'Ik moet weer verder, om mijn hamster uit te laten. Een fijne avond nog verder...'
'Insgelijks!' zeiden Bert en Treesje in koor.
Hayden liep verder.
'Een goeie jongen,' zei Treesje, en keek Hayden na.
'Inderdaad,' zei Bert.
'Dus we gaan niet naar de kroeg?' vroeg Tom.
'Nee,' zei Treesje. Ze draaide zich om en liep terug, in de richting van de graffititunnel. 'Misschien is Martha al klaar met haar graffiti,' zei ze, en begon sneller te lopen.
'Dat denk ik niet,' zei Bert, en liep haar achterna.
'Heeft Martha misschien bier bij zich?' vroeg Tom aan Treesje.
'Dat denk ik niet,' zei Treesje. 'Martha drinkt geen alcohol, vanwege een nierziekte.'
Dan drink ik vanavond maar geen pilsje, dacht Tom bij zichzelf. Hij vond het maar niets dat ze niet naar de kroeg gingen, maar wat kon hij doen? Hij had geen zin om in zijn eentje te gaan. Misschien was het maar beter ook dat hij vanavond geen alcohol dronk. Dan kon er tenminste ook geen vervelende wisselwerking met de Nositol optreden. Nochtans merkte Tom weinig van het middel. Hij had af en toe nog steeds last van zijn voorhoofd, zij het minder dan normaal.
(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.