Hieronder deel 23 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 7. Lees eerst deel 1 t/m 22, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!
Tom kwam aan in het Westerpark, en zocht zijn favoriete bankje op, bij een schapenweide. Hopelijk vind ik hier de rust die ik nodig heb, dacht hij bij zichzelf. Hij leunde achterover en sloot zijn ogen. De schapen blaatten gezapig. Op een gegeven moment hoorde hij een geblaat dat enigszins uit de toon viel, en ook steeds harder werd. Tot hij ontdekte dat iemand hem riep. 'Tom! Tom Formosa!' Het kwam vanuit oostelijke richting. Tom keek. Op ongeveer vijftien meter afstand zag hij een vrouw die hij afgelopen maandag, vΓ³Γ³r hij zich had ziekgemeld, nog had gesproken. Naast haar liep een hem onbekende man, gekleed in een overall, en met een rode zakdoek om zijn nek. Dat zal haar man zijn, dacht Tom. Zal ik opstaan en weglopen? vroeg hij zich af. Nee, daar was het nu te laat voor. 'Goedemorgen, Tom,' zei de vrouw toen ze hem genaderd was, 'hoe gaat het ermee?'
'Goed,' zei Tom. Hij keek haar aan, en zei: 'Hoe heet je ook alweer?'
'Clarissa van der Bindt. En dit is mijn man Jonas van der Bindt. Jonas, dit is Tom Formosa, praatjesmaker.'
Tom schudde hem de hand, en zei: 'Aangenaam.'
'Aangenaam,' zei Jonas.
'Mogen we bij je komen zitten?' vroeg Clarissa.
Tom schoof opzij, zodat Clarissa en Jonas naast hem konden plaatsnemen, wat ze ook deden.
'Wat een weertje, hè?' zei Clarissa.
'Nou en of,' zei Tom.
Ze keken naar de schapen, die vredig in de wei stonden te grazen.
'Wist je dat schapen afstammen van dinosaurussen?' zei Clarissa.
Jonas fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Stammen we allemaal niet af van dinosaurussen?'
'Welnéé,' snoof Clarissa. 'Wij stammen af van de apen, en de apen stammen af van de holenmensen.' Ze wreef nadenkend over haar kin, en zei: 'Waar de holenmensen vanaf stammen weet ik eigenlijk niet. Weet jij dat, Tom?'
Tom schudde zijn hoofd.
'Van de dinosaurussen,' hield Jonas vol.
'Welnéé,' protesteerde Clarissa.
'Wel waar!' zei Jonas. 'Hoe verklaar je anders dat wij een reptielenbrein hebben?'
'Ik heb geen reptielenbrein, Jonas,' zei Clarissa.
'Wel waar!' zei Jonas. 'Daarom zit je zo graag in de zon.'
'Ik zit helemÑÑl niet graag in de zon.'
'Waarom zit je dan hier?' vroeg Jonas.
'Om te genieten van de schapen.' Ze bekeek ze, en zei: 'Ik vraag me weleens af wat ze eigenlijk allemaal staan te blaten. Is het een bepaalde taal die ze spreken, of doen ze zomaar wat?'
'Volgens mij doen ze maar wat,' zei Jonas.
'Wat denk jij, Tom?'
Tom zuchtte. 'Dat weet ik echt niet, Clarissa.'
'Denk je daar dan nooit over na?'
'Nee.'
'Dat moet je toch eens doen. Het maakt het leven zoveel interessanter. Ik denk dat die schapen wel degelijk een bepaalde taal spreken. Sterker nog, ik denk dat die schapen ons, als we ze zouden kunnen verstaan, heel veel te vertellen zouden hebben...'
'Yeah right,' zei Jonas. 'Wat dan bijvoorbeeld?'
'Nou, dat wij als mensen eens een keer wat aardiger voor elkaar moeten zijn...'
'Ja, vast,' snoof Jonas. 'Denk je dat ze zelf zulke heilige boontjes zijn...?'
'Dat denk ik wel, ja.'
'Denk dan maar eens anders. Bij ons op de kinderboerderij vallen schapen elkaar regelmatig aan...'
'Daar zullen ze dan wel een goede reden voor hebben...'
Jonas fronste zijn voorhoofd. 'Volgens mij vervelen ze zich te pletter. Zo kijken ze in ieder geval...'
'Logisch,' zei Clarissa. 'Ik zou me ook snel gaan vervelen als ik de hele dag op een kinderboerderij zou moeten vertoeven...'
'Als je genoeg te doen hebt valt het allemaal wel mee,' zei Jonas. 'Maar het enige wat die schapen doen is eten en vechten. Geen wonder dat ze zich vervelen...'
(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.
No comments:
Post a Comment