Tuesday, July 27, 2021

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 2c

Hieronder hoofdstuk 2c van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 2. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 2b, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

2c


Coby keek op van haar Libelle en vroeg: 'Was dat Geesje Leenschaar?'

Leo knikte.

Coby trok een zuur gezicht. 'Ik ben een keer met Geesje wezen wandelen. Riet Ploeters was er ook bij. Ken je die al?'

Leo knikte nogmaals.

'Ik raakte ze op een gegeven moment kwijt. Ik was blijven stilstaan om een paddenstoel van dichtbij te bekijken, maar toen ik opkeek waren ze ineens weg. Ik heb ze met veel moeite kunnen terugvinden, voornamelijk door hun geur te volgen.'

'Ach zo,' zei Leo, en nam een slok van zijn koffie.

'Ja, ik heb een goede neus,' ging Coby verder. 'Dat doet me eraan denken: wil jij nog koffie?'

'Ik heb nog.'

Coby liep naar de koffieautomaat en vulde haar bekertje met koffie. Vervolgens liep ze weer naar haar plek. 'Ja,' zei ze, 'om koffie te drinken heb je een goede neus nodig. Anders ruik je het aroma niet. Als ik verkouden ben, drink ik veel minder koffie. Drink jij veel koffie?'

'Hooguit twee kopjes per dag.'

'Ik ben gek op koffie. Ik kan haast niet zonder. Koffie is goed voor het hart. Maar dat heb ik ook maar van horen zeggen. Ik heb nooit boeken over koffie gelezen. Eigenlijk zou ik dat eens moeten doen. Er valt vast een hoop over te leren, denk je ook niet?' Ze nam een slok, en zei: 'Soms drink ik wel zestien koppen per dag. Vooral op stressvolle dagen.'

Leo fronste zijn voorhoofd. 'Zestien? Moet je dan niet vaak naar de wc?'

'Als een nierpati毛nt. Maar dat moet je ervoor over hebben. Het voordeel is dat ik zo scherp ben als een fileermes.' Ze keek om zich heen, en zei: 'Dat moet je ook wel zijn als je hier werkt.' Ze keek Leo aan, en vroeg: 'Hoe ben je hier eigenlijk verzeild geraakt?'

'Ik zag een advertentie staan in de krant, en daar heb ik op gereageerd.'

'Ach ja, een advertentie. Zelf ben ik op het bestaan van de Kleplijn gewezen door een vriendin, Yvonne Moerstaal. Ze woont op de Aspartaamsingel. Misschien ken je haar wel. Ze heeft vaak oogkleppen op. Anders kan ze niet over straat.'

Leo trok een wenkbrauw omhoog, en zei: 'Klinkt als een eigengereide vrouw.'

'Is ze ook, is ze ook. Maar met een hart van goud. Je kunt echt niet boos op haar worden. Tenzij ze weer over de Olympische Spelen begint. Ze heeft zichzelf ooit eens bijna weten te plaatsen daarvoor, en dat wil ze graag geweten hebben.'

'Welke sport?'

'Zwemmen. Vandaar ook die oogkleppen. Ze keek tijdens het zwemmen te vaak naar de zwemmers links en rechts van haar, wat funest was voor haar carri猫re. Tegenwoordig zwemt ze nooit meer, draagt ze continu oogkleppen, en kan ze, als ze loopt, alleen maar rechtdoor lopen. Zodra ze moet uitwijken begint ze te krijsen. Daarom ga ik ook nooit met haar wandelen.'

'Maar dus wel met Riet en Geesje?'

'Als ik echt niet anders kan. Ze lopen mij net iets te snel. Alsof ze haast hebben. Haastig wandelen, dat vind ik zonde van mijn tijd. Dan ga ik liever naar het caf茅.'

'Om wat te doen?'

'Koffie drinken. In gezelschap is dat toch altijd prettiger. Misschien ben ik daarom ook wel hier gaan werken...' Ze keek naar de koffieautomaat, en zei: 'Ik moet zeggen, de koffie is hier niet slecht. Wel een beetje waterig, maar met een goede afdronk. Dat heeft Freddy toch maar mooi voor elkaar gekregen. Ken je Freddy al?'

Leo knikte. 'Van naam en reputatie.'

'Velen klagen over Freddy, maar qua koffie heeft hij een goede smaak. En hij vult de koffieautomaten iedere dag bij. Dat hij op andere fronten vaak teleurstelt, ach, wie doet dat nu eigenlijk niet? Moeder Theresa? De paus? Meneer Wieldop? Iedereen mankeert wel wat. Ook zij.' Ze hief haar beker, en zei: 'Op de imperfecte mens.'

Leo hief ook zijn bekertje, en zei: 'Proost.'

Coby nam een aantal forse slokken.

Leo keek op zijn horloge, nam een slok van zijn koffie, en ging verder met het lezen van zijn tijdschrift. De rest van de ochtend nam Coby zo nu en dan een nieuw kopje koffie, en ging ze ook met enige regelmaat naar de wc.

 


Klik hier voor hoofdstuk 2d!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, July 20, 2021

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 2b

Hieronder hoofdstuk 2b van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 2. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 2a, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

2b


Leo nam op. 'Met de Kleplijn, Leo de Ketter spreekt u mee.'

'Hallo?' klonk een krakende vrouwenstem van de andere kant.

'Ja hallo, met de Kleplijn, Leo de Ketter, zegt u het maar.'

'Oh, dus toch. Goedemorgen. U spreekt met Geesje Leenschaar. Of mag ik “je” zeggen?'

'Als ik ook “je” mag zeggen.'

'Jawel. Ik ben van het weekend wezen wandelen met Riet Ploeters. Daar wil ik graag wat morele ondersteuning bij.'

'Natuurlijk.'

'Maar eerst,' zei Geesje, 'wil ik het met je hebben over een geschikt natuurgebied waar Riet en ik volgende keer kunnen gaan wandelen. Het liefst eentje waar je niet makkelijk verdwaalt.'

'Waarom gaan jullie niet een keer naar de Efteling?' zei Leo. 'Daar kun je altijd de weg vragen.'

'Nee. De Efteling is me te druk. Ik ben daar trouwens een keer geweest met mijn zus Wilma, en toen werden we lastiggevallen door een man in een berenkostuum. Dus nee, dat doe ik nooit meer.'

'De Biesbosch?'

'Nee, daar zijn de vogels me te agressief.'

'De Kralingse Plassen?'

'Nee, daar loopt een boswachter rond die hele irritante deuntjes fluit.'

'Tja,' zei Leo, 'meer natuurgebieden kan ik zo gauw niet verzinnen.'

'Ach, misschien heeft Riet er al een gevonden in de Natuurgids. Die neemt haar dochter altijd voor haar mee als ze terugkomt uit Amsterdam. Ben je daar weleens geweest?'

'Jazeker,' zei Leo.

'Ik ook. Eigenlijk hou ik niet van grote steden. Ik zou er in ieder geval nooit willen wonen. Vooral in Rotterdam niet. Dat is platgebombardeerd in de oorlog. Mijn vader heeft dat nog meegemaakt, zij het van een afstand.'

'Dat moet vast een traumatische ervaring geweest zijn.'

'Nogal. Toch viel hij ons daar nooit mee lastig. Hij vond dat we al genoeg aan ons hoofd hadden. Dat klopte. Ik was nooit de beste van de klas, behalve met gym. In de ringen kon ik vogelnestjes doen als geen ander. Helaas heb ik dat talent nooit kunnen verzilveren. Ik ben verpleegster geworden in een verzorgingstehuis. De enige vogelnestjes die ze daar hebben zijn die in de bomen, en ook een keer op de kamer van een cli毛nt. Die had altijd het raam openstaan. “Vanwege de stank,” zei hij. Tot we dus dat vogelnestje ontdekten, in zijn vensterbank. Dat hebben we door de Dierenambulance laten afvoeren, want huisdieren waren niet toegestaan. Die man heeft het daarna geloof ik nog een paar weken uitgehouden v贸贸r hij de pijp uitging door een longontsteking. Heb jij al je familie nog?'

'Nee. Enkele familieleden zijn reeds gestorven.'

'Jammer. Ik probeer er weleens over te praten met Riet, dat steeds meer mensen in onze omgeving aan het wegvallen zijn, maar Riet heeft er geen oren naar. Ze ziet niet in wat voor nut dat heeft. Maar ik zit er toch maar mooi mee.'

'Dat zal vast niet meevallen,' zei Leo, en nam een slok van zijn koffie.

'Nee. Ik vraag me weleens af of Riet en ik echt zulke goede vriendinnen zijn als zij vaak doet voorkomen. Maar dan denk ik: met wie moet ik anders gaan wandelen? Veel keus heb ik niet. Wilma komt ook weleens op bezoek, maar die neemt altijd een kokosnoot mee, om op te eten. Wie denk je dat hem doormidden moet snijden? Ik. Dat is geen sinecure, Leo. Zeker als je trillende handen hebt.'

'Dat wil ik geloven.'

'Dus nee, in ieder geval wat het wandelen betreft ben ik op Riet aangewezen. Ach, misschien heeft ze al een leuk natuurgebied op het oog. Ik zal haar straks eens bellen.'

'Doe gerust,' zei Leo.

'Goed, dat was het dan weer. Hartelijk dank voor dit gesprek. Ben je er iedere dinsdagmorgen?'

'Waarschijnlijk wel.'

'Goed zo. Dan spreken we elkaar vast nog weleens. Tot ziens!'

'Dag, Geesje.' Leo hing op.

 


Klik hier voor hoofdstuk 2c!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, July 13, 2021

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 2a

Hieronder hoofdstuk 2a van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het begin van hoofdstuk 2. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 1d, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

2a


Het was dinsdagmorgen, kwart voor negen. Leo zat aan zijn eettafel te ontbijten toen zijn vaste telefoon ging. Wie zou dat kunnen zijn, zo vroeg in de ochtend? Hij liep naar de telefoon en bekeek het display. Daarop was het nummer van zijn ouders af te lezen. Het was dus zijn moeder, of zijn vader, of allebei, want ze wilden nog weleens samen bellen. Hij keek op zijn horloge: echt veel tijd om te praten had hij niet. Hij moest straks immers naar zijn werk. Zou hij opnemen? Misschien was het dringend, dus hij nam toch maar op. 'Goedemorgen, zoon,' zei zijn moeder. Haar naam was Heleen de Ketter-Linkesoep. Ze was een 63-jarige blondine. 'Hoe gaat het?' vroeg ze.

'Goed ma, maar ik kan niet lang blijven praten. Ik moet zo naar mijn werk.'

'Werk je weer?' Ze klonk verbaasd, maar ook dankbaar. 'Waar precies?'

'Bij de Kleplijn,' antwoordde Leo.

'De Kleplijn? Wat is dat?'

'Een hulplijn voor mensen die om een praatje verlegen zitten.' Hij keek nogmaals op zijn horloge, en zei: 'Maar ik moet nu echt verder. Ik zie jullie morgen.'

'Goed, jongen,' zei Heleen. 'Doe je voorzichtig onderweg?'

'Ja, ma.' Leo hing op, at snel de rest van zijn ontbijt op, en poetste zijn tanden. Vervolgens deed hij zijn jas aan, en ging lopend op weg naar het kantoor van de Kleplijn. Daar arriveerde hij niet veel later. Aan het bureau tegenover het zijne zat een vrouw van in de vijftig met blond krulletjeshaar. Ze keek op van haar Libelle, en zei: 'Goedemorgen. U bent zeker Leo de Ketter?'

'Ja,' zei Leo, 'en zeg maar “je”.' Hij schudde haar de hand.

'Coby Holbeen,' zei ze. 'Koffie?'

'Ja, doe maar,' zei Leo, terwijl hij zijn jas uitdeed en achter zijn bureau ging zitten.

Coby schonk twee kopjes koffie in. Eentje gaf ze aan Leo, de andere zette ze op haar eigen bureau. 'Zo,' zei ze, terwijl ze ging zitten, 'een lekker bakkie troost, wat wil een mens nog meer?'

Leo knikte, en blies in zijn koffie.

'Samantha heeft me een hoop over je verteld,' ging Coby verder. Ze keek hem aan, en vroeg: 'Woon je op jezelf?'

Leo knikte. 'Alweer een paar jaar.'

'Wat heb je hierv贸贸r gedaan?'

'Niet veel,' antwoordde Leo.

Coby fronste haar voorhoofd. 'Net als Estelle, mijn dochter. Die is werkelijk met geen knuppel vooruit te branden. Ik zeg haar al een paar maanden dat ze een baan moet zoeken, maar ze wil niet. Dus heb ik haar opgedragen om binnenshuis dan maar het 茅茅n en ander te doen, zoals de lamellen schoonmaken, of de kattenbak verschonen, maar ze wil niet. “Ik heb het te druk,” zegt ze. Als ik vraag waarmee, antwoordt ze niet. Ze is veel weg, en komt daarna pas laat weer thuis. Als ik vraag waar ze is geweest, lepelt ze iedere keer een ander verhaal op. Het ene nog gekker dan het andere. Waar heb ik zo'n dochter aan verdiend?'

'Hoe oud is ze?' vroeg Leo.

'Vierentwintig. Maar geestelijk is ze nog lang niet volwassen. Daarom laat ik haar liever nog niet gaan. Ik hoop dat je daar begrip voor hebt.' Ze keek hem streng aan.

'Ja,' zei Leo, die zich niet goed raad wist met de wending die het gesprek leek te nemen. 'Ik ga me daar niet mee bemoeien,' zei hij dan maar.

'Fijn,' zei Coby. Ze nam een slok van haar koffie, keek naar Leo, en zei: 'Wil jij misschien ook een tijdschrift lezen?'

Leo knikte. 'Wat voor tijdschriften heb je allemaal?'

'Van alles en nog wat,' zei Coby, en hees haar tas op tafel. 'XPKT Magazine, Huis-Tuin-Keuken Magazine, Margriet, Libelle, De Sterren Vandaag, Wat Zeggen de Sterren, Sterren In Het Buitenland, ga zo maar door.'

'Doe dan maar XPKT Magazine.'

'Dat dacht ik al,' zei ze, en overhandigde hem het gevraagde.

Leo sloeg het blad open en begon te lezen.

'Heb je gestudeerd?' vroeg Coby nu.

Leo knikte.

'Ik wou dat Estelle ook eens ging studeren. Maar ze wil niet. Ze zegt dat ze de letters niet begrijpt. Wat valt er nu te begrijpen aan letters? In mijn tijd was het wel anders. Toen had je nog geen dyslexie, of leerproblemen, of al die onzin meer. In mijn tijd lazen de mensen gewoon wat er in de kranten en tijdschriften stond, zonder te morren. Dat moet je tegenwoordig maar eens proberen. “Mevrouw, het is hier geen bibliotheek.” “Mevrouw, gaat u dat tijdschrift nog kopen?” De onbeschoftheid ten top. Mag ik misschien eerst even lezen wat een blad me allemaal te bieden heeft v贸贸r ik het koop, ja? Is dat zoveel gevraagd?' Ze nam een slok van haar koffie, en zei: 'Koop jij weleens tijdschriften?'

'Zelden,' zei Leo. Prompt begon zijn telefoon te rinkelen.

 


Klik hier voor hoofdstuk 2b!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, July 6, 2021

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 1d

Hieronder hoofdstuk 1d van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het slot van hoofdstuk 1. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 1c, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

1d


V贸贸r Leo het wist was het 茅茅n uur, en kwamen een jongedame van in de dertig met lang bruin haar en heldere ogen, en een jongeman van ongeveer dezelfde leeftijd met kort bruin haar de kamer inlopen. Dat moesten zijn collega's Samantha Hambourge en Wouter Rouwelink zijn. Ze kwamen hem en Kees aflossen, en stelden zich aan hem voor. 'Aangenaam,' zei Samantha, en knipoogde. Ze keek naar Kees en zei: 'En, hoe gaat het hier? Veel bellers gehad?'

'Eentje maar,' zei Kees.

'Wie?' vroeg Wouter.

'Riet Ploeters,' mengde Leo zich.

'Ach ja, goeie ouwe Riet,' zei Wouter. 'Ik word altijd een beetje ongemakkelijk als ze belt. Ze schijnt wel een leuke dochter te hebben: Mandy. Die is stewardess op intercontinentale vluchten, ondanks haar aversie tegen opblaasbare kussentjes.'

'Ben je al met haar uit geweest?' vroeg Samantha.

Wouter schudde zijn hoofd. 'Ik wil een vrouw die er altijd voor me is. Ook als ik er zelf niet ben.'

'Veel succes dan,' sneerde Samantha. Ze wendde zich tot Leo, en vroeg: 'En, hoe is je eerste werkdag bevallen? Viel het mee?'

Leo knikte. 'Eigenlijk is het helemaal niet zo moeilijk.'

'Nee, dat is het zeker niet,' zei Samantha, en liep naar de koffieautomaat, waar ze zichzelf koffie inschonk.

Wouter zei dat hij naar de wc moest, en liep de kamer uit.

Kees keek naar Samantha, en vroeg: 'Hoe was je weekend, schoonheid?'

'Niets op aan te merken,' antwoordde ze.

'Ben je nog wezen wandelen?'

Samantha schudde haar hoofd. 'Ik kijk wel uit. Het schijnt dat in natuurgebieden veel seriemoordenaars rondlopen. Ze schijnen van de frisse lucht te houden...'

'Dan mogen Riet en Geesje wel uitkijken.'

'Dat moeten ze sowieso. Ze worden ook al een jaartje ouder. Ze zouden niet de eerste bejaarden zijn die over een omhoogstekende boomwortel struikelen.' Ze wendde zich tot Leo, en vroeg: 'Heb jij allebei je ouders nog?'

'Jazeker,' zei Leo.

'Zijn ze al oud?'

'In de zestig.'

'Hoe heten ze?'

'Dirk en Heleen. Ik ga woensdag bij ze op bezoek.'

Samantha nipte van haar koffie, en zei: 'Dus je hebt goed contact met ze?'

'Jawel.'

'Ik ook. Mijn moeder is wat aan de bazige kant, maar dat moet je misschien ook wel zijn als je getrouwd bent met de directeur van een baggerbedrijf...'

Wouter kwam weer de kamer inlopen, en zei: 'Ik wil niet vervelend doen, maar het toiletpapier is weer eens op.'

Samantha draaide zich naar hem om, en zei: 'Dat is niet zo mooi. Wat gaan we daar aan doen?'

'Neem deze krant maar,' zei Kees, en reikte haar de krant aan die hij had gelezen.

Samantha schudde haar hoofd, en zei: 'Die wil ik nog lezen.'

'Dan zullen we Freddy moeten inlichten,' zei Kees.

'Wacht maar,' zei Wouter, 'dat doe ik wel.' Hij liep weer de kamer uit.

Samantha draaide zich om naar Leo, en zei: 'Waar waren we gebleven?'

Leo dacht na, en zei: 'Geen idee. Maar wie is Freddy?'

'Freddy is hier de conci毛rge annex klusjesman,' antwoordde Samantha. 'Hij is niet vooruit te branden. Geen wonder. Hij is al drie毛nvijftig.'

'Wat is daar mis mee?' vroeg Kees verontwaardigd.

'Teveel om op te noemen,' zei Samantha. Ze keek weer naar Leo, en zei: 'Ik hoop dat je je hier snel thuis zult voelen, Leo.'

'Dank je, dat hoop ik ook.' Hij keek op zijn horloge, en zei: 'Dan ga ik maar eens.' Hij begon zijn jas aan te trekken.

'Ik moet er ook vandoor,' zei Kees, en deed eveneens zijn jas aan.

'Kunnen jullie niet even wachten tot Wouter weer terug is?' vroeg Samantha. ‘Voor de veiligheid?’

'Ik in ieder geval niet,' zei Kees, groette de anderen, en verliet de kamer. Op dat moment kwam Wouter de kamer weer inlopen, en zei: 'Het is geregeld.'

'Fijn,' zei Samantha. Ze wendde zich tot Leo, en zei: 'En fijn dat je even gebleven bent.'

'Niets te danken,' zei Leo, groette zijn collega's, en liep de kamer uit. Hopelijk zou het morgen minder druk zijn.

Thuis ging Leo meteen op bed liggen voor een verkwikkend middagdutje. De rest van de dag deed hij niet veel.

 


Klik hier voor hoofdstuk 2a!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.