Tuesday, September 28, 2021

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 5a

Hieronder hoofdstuk 5a van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het begin van hoofdstuk 5. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 4d, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

5a


De volgende dag was het vrijdag. Leo had weinig zin om naar zijn werk te gaan, maar was evengoed opgestaan. Hij zat te ontbijten toen zijn vaste telefoon ging. Hij bekeek het display: een verborgen nummer. Hij nam op, en zei: 'Met Leo de Ketter.'

Even bleef het stil. Vervolgens hoorde hij een maniakaal gelach, waarschijnlijk van een man, dat enkele seconden aanhield. Het klonk blikkerig, alsof het mechanisch vervormd was. Meteen daarna werd er opgehangen. Leo bleef even staan luisteren naar de kiestoon, drukte op het rode knopje, en vroeg zich af wie het geweest kon zijn. Eén van zijn collega's, die een grap met hem wilde uithalen? Of één van de vaste bellers van de Kleplijn? Hij haalde zijn schouders op, liep naar zijn eettafel, en ging verder met ontbijten.

Niet veel later klonk er opnieuw gerinkel. Leo zuchtte, liep weer naar de telefoon, en nam op. Zou het dezelfde grapjas zijn? Nee. Het was zijn moeder, Heleen de Ketter-Linkesoep. 'Goedemorgen, Leo,' zei ze, 'ik wilde eens informeren hoe het nu gaat.'

Leo besloot het mysterieuze telefoontje te verzwijgen, en zei: 'Ma, ik heb nu niet veel tijd. Ik moet zo naar mijn werk.'

'Het is waar ook,' zei Heleen. 'Wie is vanmorgen je collega?'

'Tracy Lamshoofd.'

'Ach zo. Doe haar maar de groeten van mij en je vader.'

'Doe ik, ma. Maar ik moet nu echt ophangen.'

'Is goed, zoon. Kom je morgen nog op bezoek?'

'Ja. Rond de gebruikelijke tijd.'

'Oké. Tot dan!'

'Dag, ma.' Leo hing op. Opmerkelijk dat hij twee keer achter elkaar gebeld was. Was de eerste beller soms ook zijn moeder geweest? Wilde ze hem een poets bakken? Hij kon het bijna niet geloven. Zijn moeder zou zoiets toch nooit doen? Hij liep naar de eettafel en ging verder met ontbijten.

Om drie minuten voor negen liep Leo het kantoor van de Kleplijn binnen. Tracy was er al. Ze stond bij de koffieautomaat en zei: 'Goedemorgen, Leo.'

'Goedemorgen, Tracy.'

'Koffie?'

'Doe maar.' Zou Tracy de mysterieuze beller zijn? Nee, daar leek ze hem niet de persoon naar.

Tracy zette één koffie op Leo's bureau. 'Alsjeblieft,' zei ze.

'Dank je,' zei Leo. Hij had inmiddels zijn jas uitgedaan en over zijn stoel gehangen. 'Je moet de groeten van mijn ouders hebben,' zei hij, en ging zitten.

'Dank je wel,' zei Tracy, en nam plaats op haar stoel.

Leo keek haar aan, en vroeg: 'Spreek je ze weleens?'

Tracy knikte. 'Gisteravond nog. Het was erg gezellig.'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Waar hebben jullie het over gehad?'

'Over die keer dat ik werd aangevallen door een duif.'

'Jij ook al?'

'Ja. Ik ben bang dat ik nu ook een duivenfobie ga krijgen, net als Valerie.'

'Daar moet je niet mee inzitten...'

'Maar dat zit ik wel. Duiven kunnen het ruiken als je bang bent.'

'Is dat zo?'

Tracy knikte.

Leo blies in zijn koffie, en zei: 'Had je vogelzaad bij je?'

'Nee. Een broodje bal.'

Leo fronste zijn voorhoofd. 'Met of zonder mosterd?'

'Zonder. Die duif wierp zich van de dakgoot, recht op de gehaktbal af. Ze worden steeds brutaler. Het scheelde niet veel of hij had beet gehad. En ik had nog wel zo'n honger.'

'Die duif waarschijnlijk ook,' zei Leo, en nipte van zijn koffie.

'De gemeente moet harder tegen ze optreden. Alle duiven aan het gas. Het is de enige manier.'

Leo fronste zijn voorhoofd. 'Hoe zie je dat voor je?'

'Zodra je een duif ziet, hem vergassen. Het moet natuurlijk wel met gas zijn dat niet schadelijk is voor mensen.'

'Tjonge, radicaal is het wel...'

'Ja. Heb jij weleens last van duiven?'

'Ik zie ze soms op de reling van mijn balkon lopen.'

Tracy keek hem aan, en vroeg: 'Wat doe je dan?'

'Een onverwachte beweging maken. Dan gaan ze meestal wel weg.'

Tracy wreef nadenkend over haar kin, en zei: 'Ziet dat er niet vreemd uit, als je zomaar een onverwachte beweging maakt?'

'Je moet het alleen doen als er een duif in de buurt is. Anders kon er weleens bonje van komen. Je zou bijvoorbeeld kunnen worden opgepakt.'

'Oei, dat heb ik er niet voor over. Dan eet ik maar geen broodje bal meer...'

'Prima,' zei Leo. Prompt rinkelde zijn telefoon.   
 
 


Klik hier voor hoofdstuk 5b!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, September 21, 2021

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 4d

Hieronder hoofdstuk 4d van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het slot van hoofdstuk 4. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 4c, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

4d


Om zes minuten voor één liepen Samantha Hambourge en Kees Vinketeen het kantoor binnen. 'Goedemiddag, heren,' zei Samantha. 'Hoe gaat het hier?'

'Goed,' zei Wouter.

'Veel bellers gehad?' vroeg Kees.

'Eentje maar,' zei Wouter.

'Wie?' vroeg Samantha, en hing haar jas aan de kapstok.

'Ally van Culemborg,' mengde Leo zich.

'Wat had ze te melden?' vroeg Samantha, terwijl ze naar de koffieautomaat liep.

'Niet veel,' zei Leo.

Samantha keek naar Kees, en vroeg: 'Koffie?'

'Doe maar,' zei Kees.

Samantha keek naar Leo en Wouter, en vroeg: 'Jullie ook?'

Beiden schudden hun hoofd.

Wouter keek naar Leo, en zei: 'In Digibeet in de arm komt een personage voor dat veel op Ally lijkt. Een reden te meer om het boek te kopen, Leo.'

'Misschien,' zei Leo.

Samantha gaf Kees een bekertje koffie, keek naar Leo, en zei: 'Ben je op zoek naar een boek om te lezen?'

Leo knikte.

'Dan weet ik nog een hele goeie,' zei ze, terwijl ze voor zichzelf koffie inschonk.

'Welke dan?' mengde Wouter zich.

Samantha draaide zich naar hem toe, en zei met heldere stem: 'Overvolle agenda's, van Mika Hariki. Echt een aanrader.'

'Waar gaat het over?' vroeg Leo.

Samantha blies in haar koffie, en zei: 'Over een vrouw die agenda's steelt. Ik leef echt bij dat boek. Ik heb er veel van geleerd.'

Leo fronste zijn voorhoofd, en zei: 'De naam Mika Hariki zegt me anders niets.'

'Mij ook niet,' zei Wouter.

'Des te meer reden om het boek te gaan lezen,' zei Samantha.

'Hoe heette het ook alweer?' vroeg Wouter, en nam pen en papier bij de hand.

'Overvolle agenda's, van Mika Hariki. Mika is een Japanse Fin, of een Finse Japanner, daar wil ik af wezen.'

'Wat is het verschil?' vroeg Wouter.

'Dat is een lang verhaal,' zei Samantha. Ze wendde zich tot Leo, en vroeg: 'Ga je het lezen?'

'Dat weet ik nog niet,' zei Leo.

Kees nam een slok van zijn koffie, en zei: 'Zelf lees ik geen boeken. Ik krijg er altijd hoofdpijn van. Ik kijk liever tv.'

Samantha fronste haar voorhoofd, en zei: 'Krijg je daar dan géén hoofdpijn van?'

'Nee. Ik doe altijd ontspanningsoefeningen vóór ik ga kijken.'

'Wat kijk je zoal?' vroeg Wouter.

'Monstertruckraces, voetbal, reality-programma's, dat soort dingen. Verzonnen verhalen interesseren me niet. Ik heb eens een horrorfilm gekeken, en daarna nachtenlang wakker gelegen. Wat is daar nu weer het nut van?'

Samantha snoof minachtend, en zei: 'In reality-programma's wordt anders ook een hoop verzonnen, heb ik me laten vertellen. Veel wordt in scène gezet. En bij voetbal heb je matchfixing.'

Kees haalde zijn schouders op, en zei: 'Ze doen maar wat ze niet laten kunnen. Ik lig er allemaal niet teveel wakker van. Als ik 's nachts maar goed slaap.' Hij nam een slok van zijn koffie.

'Heb je nog steeds last van je rug?' vroeg Samantha.

Kees knikte. 'Ik ben vanmorgen bezig geweest met het timmeren van een tafeltje. Daarbij heb ik iets teveel geforceerd. Nu gaat het wel weer. Ik ben altijd al een taaie geweest. Zolang ik kan blijven pingpongen hoor je mij niet klagen.'

'Jacob Torenslinger schrijft veel over invaliden en gehandicapten,' zei Wouter. Hij keek naar Samantha, en vroeg: 'Zou jij uitgaan met een invalide?'

'Dat hangt ervan af,' zei Samantha. 'Hij moet een aangenaam karakter hebben.'

'Dat is nu net het probleem,' zei Wouter. 'Vaak zijn ze door het leven getekend. Behalve Jorge Aldano, vind ik. Zou je daarmee uitgaan?'

Samantha schudde haar hoofd, en nam een slok van haar koffie. Ze keek naar Leo, en zei: 'Ik ken hem eigenlijk niet zo goed...'

Leo keek op zijn horloge: tijd om naar huis te gaan. Hij deed zijn jas aan, groette zijn collega's, en ging op weg.

Thuis plofte hij in zijn fauteuil en las verder in Taxi's op de maan.  
 
 


Klik hier voor hoofdstuk 5a!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, September 14, 2021

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 4c

Hieronder hoofdstuk 4c van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 4. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 4b, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

4c


Wouter keek Leo aan, en vroeg: 'Was dat Ally van Culemborg?'

Leo knikte.

'Een leuke vrouw. Ik zou best een keer met haar uit willen. Althans, als het met Tracy niets wordt.'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Heb je dan iets met haar?'

'Nee. Maar ik zou wel graag willen. Tracy staat altijd voor iedereen klaar. En ze is het zonnetje in huis.'

'Goed om te weten,' zei Leo.

'Ja,' zei Wouter. 'Terwijl jij zat te bellen ben ik trouwens op zoek gegaan naar meer informatie over Jacob Torenslinger. Wist je dat hij één oog is verloren tijdens een vakantie in Malawi? Hij is dus zelf ook gehandicapt, net als de mensen over wie hij schrijft. Dat maakt hem alleen maar sympathieker, vind ik.'

'Tenzij hij een ooglapje heeft,' zei Leo. 'Mensen met ooglapjes zijn vaak niet bijster sympathiek.'

Wouter schudde zijn hoofd. 'Hij heeft een glazen oog. Dat wil er nog weleens uitrollen als hij aan het squashen is, zo staat hier. Hij is er zelfs een keer over uitgegleden. Ik zou niet graag een glazen oog willen.'

'Je kunt er wel mee knikkeren.'

Wouter fronste zijn voorhoofd. 'Ik knikker al jaren niet meer. Ik ben ermee gestopt toen ik naar de brugklas ging. Mijn moeder had het me trouwens ook verboden, omdat er een jongen was die steeds mijn knikkers afpakte.'

'Je had beter moeten opletten.'

'Dat deed ik ook. Toch liep hij er steeds mee weg. Mijn moeder trok het niet meer. Ze betaalde zich scheel aan nieuwe knikkers.'

'Won je dan nooit?'

Wouter schudde zijn hoofd. 'Als je knikkers steeds worden afgepakt, valt er weinig te spelen.'

'Die jongen moet je dan nogal in de gaten gehouden hebben.'

'Zeker. Als ik een stap zette, deed hij hetzelfde. Overal waar ik kwam, daar was hij. Hoe hij wist waar ik steeds naartoe ging weet ik niet, en zal ik ook wel nooit weten, want hij zit nu in de gevangenis, na een mislukte bankoverval. Net goed.'

'Tenzij hij weet te ontsnappen,' zei Leo. 'Heb je je knikkers goed opgeborgen?'

'Jazeker,' zei Wouter. 'Ik heb ze in bewaring gegeven bij mijn nichtje. Die zit op judo.'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Judo? Waarom?'

'Er is veel gevaar op straat.'

'Ja, maar tegen een bankovervaller kun je met judo weinig uitrichten, lijkt me.'

'Daar zou je nog versteld van staan. Mijn nichtje is razendsnel. Voor je het weet, lig je op de grond. Ze heeft het laatst bij me voorgedaan, toen ik bij haar ouders op bezoek kwam. Vóór ik mijn jas uit had, lag ik al. We konden er wel om lachen, al had ik een gekneusde rib.'

'Toe maar. Hoe ben je daarvan hersteld?'

'Door zo weinig mogelijk te lachen.'

'Terwijl lachen nu juist zo gezond is.'

'Ja, maar niet als je een gekneusde rib hebt. Vooral 's nachts had ik er last van. Badend in het zweet werd ik dan wakker. Steeds zag ik de grond op me af komen, en hoorde ik mijn nichtje lachen. Ze heeft een zeer aanstekelijke lach.' Wouter keek Leo aan, en vroeg: 'Heb jij nichtjes of neefjes?'

Leo schudde zijn hoofd. 'Ik ben enig kind.'

'Lig daar maar niet wakker van. Mijn zus heeft haar handen vol aan Kim, zoals ze heet. En dat zal nog wel blijven duren ook. Tracy heeft nooit op judo gezeten, zo vertelde ze me onlangs. Daar was simpelweg geen geld voor bij haar thuis.'

'Tjonge...'

'Ja...' Wouter keek naar zijn beeldscherm, en zei: 'Ik zal eens kijken wat ik nog meer kan ontdekken over Jacob Torenslinger.'

'Doe dat,' zei Leo. Hij dronk zijn koffiebekertje leeg en ging verder met zoeken naar geschikt leesvoer op internet. Hij speurde meerdere webwinkels af, maar vond niets dat hem echt aansprak, mede omdat Wouter niet kon nalaten om nu en dan een weetje over Jacob Torenslinger te spuien.  
 
 


Klik hier voor hoofdstuk 4d!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, September 7, 2021

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 4b

Hieronder hoofdstuk 4b van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 4. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 4a, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

4b


Leo nam op, en zei: 'Goedemorgen, met de Kleplijn, Leo de Ketter.'

'Goedemorgen,' klonk een jeugdige vrouwenstem van de andere kant, 'u spreekt met Ally van Culemborg. Bel ik gelegen?'

'Jawel.'

'Fijn. Mag ik “je” zeggen?'

'Jawel.'

'Fijn. Zeg ook maar “je” tegen mij. Ik ben nog maar achtentwintig. Soms zie ik er ouder uit, maar dat ligt dan aan de verlichting. Ik heb een huid die moeilijk TL-licht kan verdragen. Maar daar wilde ik het niet over hebben.'

'Waar dan wel over?'

'Over mijn bezoekje aan Tracy Lamshoofd, uw collega, neem ik aan. U werkt toch bij de Kleplijn?'

'Ja, sinds maandag.'

'Juist. Sorry als ik een beetje warrig overkom, maar ik ben gisteren op bezoek geweest bij Tracy. We begonnen met bijkletsen onder het genot van een glaasje rosé. Toen was er nog niets aan de hand. Vervolgens hebben we een film bekeken, Neus in de vingers, over een moeilijk opvoedbare jongen die het wil gaan maken op de beursvloer. Maar die film duurde tot tien uur, en ik was toen al zo beschonken dat ik niet meer over straat durfde. Dus ben ik blijven slapen. Dat had ik beter niet kunnen doen. Rond een uur of drie werd ik wakker omdat Tracy lag te praten in haar slaap. Ik ben opgestaan van mijn matras en voorzichtig naast haar gaan staan om te luisteren, en toen zei ze, hou je goed vast, ze zei: “Armando, weg met die druiven”.'

'Ja?' zei Leo. 'En?'

'Nou,' ging Ally verder, 'als ze niet van druiven houdt, waarom drinkt ze dan rosé?'

'Om de smaak van druiven weg te spoelen?'

'Nee, dat lijkt me niet. Weet u wat ik denk?'

'Nee.'

'Dat ze alcoholist is.' Ze pauzeerde, als om dit op Leo te laten inwerken.

'Aha,' zei Leo. 'Nu wordt me een hoop duidelijk.'

'Mij ook. Wat moet ik doen? Ik kan niet aanzien hoe ze zichzelf de vernieling in helpt.'

'Dat kan ik me voorstellen. Misschien maar geen rosé meer met haar drinken?'

'Ik zou wel willen, maar hoe geef ik dat aan? Ze heeft altijd een fles koud staan als ik langskom, en ik wil haar niet beledigen door te zeggen dat het misschien niet zo'n goed idee is om die leeg te drinken.'

'Lastig,' zei Leo. 'Maar wie is Armando eigenlijk?'

'Wist ik het maar. Dan zou ik hem bellen om te vragen of hij misschien weet wat haar uitspraak te betekenen kan hebben.'

'Tenzij hij de oorzaak is van alle problemen.'

'Dat is waar.'

'Ach, zolang ze maar niet snurkt,' zei Leo, en nam een slok van zijn koffie.

'Dat doet ze wel, Leo. Met lange halen. Maar daar word ik niet wakker van. Ik ben dat gewend, omdat ik een tijd lang boven een houtzagerij heb gewoond. Daar was een man die ook 's nachts werkte. Heel irritant. Maar als ik er wat van zei, ontkende hij alles. Er is veel hypocrisie in de wereld, Leo, maar als je beste vriendin dingen voor je verborgen houdt, dan wordt het toch wel eventjes heel donker om je heen...'

'Dat kan ook zijn voordelen hebben,' zei Leo. 'Je slaapt makkelijker. En voor je moeilijke huid zal het ook wel goed zijn.'

'Ik heb geen moeilijke huid. Alleen wat TL-verlichting betreft. Ik kan zo lang in de zon zitten als ik wil, ik verbrand nooit. Helaas kom ik de laatste tijd niet veel buiten. Zeker met Tracy als vriendin zal dat wel niet veranderen. Openbare dronkenschap is immers verboden.'

'Tenzij niemand het doorheeft,' zei Leo. 'Dan mag je openbaar dronken zijn zoveel je wilt. Behalve in de auto. Maar dat hoef ik jou niet uit te leggen.'

'Zeer zeker niet. Ik ben daar allemaal goed van op de hoogte. Ik heb een tijdje rechten gestudeerd.'

'Proficiat,' zei Leo.

Ally kuchte, en zei: 'Ik moet nu ophangen. Ik begin last van mijn keel te krijgen.'

'Goed, Ally. Hou je taai.'

Ally kuchte nogmaals, en zei: 'Bedankt, Leo.'

'Niets te danken.' Leo hing op. 
 
 


Klik hier voor hoofdstuk 4c!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.