Saturday, November 7, 2015

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 6

Hieronder deel 6 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Veel leesplezier!


Prompt werd er weer gebeld. “Met Ivo Penner.”
“Goedemorgen, met Katie. Ik wil even klagen over mijn werk. Ik kan het niet meer aan. Of zou u het leuk vinden om de hele dag rouwadvertenties op te maken?”
“Nee. U ook niet?”
“Nee! Ik werk bij de plaatselijke courant en ze laten mij alle rouwadvertenties opmaken. Het is niet eerlijk! Kunnen we het werk niet eerlijk verdelen?”
“Daarvoor moet u niet bij mij zijn.”
“Dat is waar. Het valt allemaal niet mee. Ik kan geen rouwadvertentie meer zien. Ik word er zo droevig van! Dan doe ik liever de geboorteadvertenties. Is er iets mooiers dan te berichten dat er een nieuw kind geboren is? Als iemand overleden is kun je dat maar beter zo stil mogelijk houden, vind ik. Dat hoeft toch zeker niet in de krant? Rouwkaarten zijn nog tot daar aan toe. Maar hang een overlijden alsjeblieft niet aan de grote klok. Soms zitten er bekenden tussen, en dan is het helemÑÑl moeilijk om het droog te houden. Het is allemaal begonnen op de lagere school. Toen hadden we een project over de dood, en daar ben ik helemaal door getraumatiseerd. En ik was niet de enige. De meester zei dat er na de dood niets gebeurt. Dat het dan helemaal voorbij is. Vreselijk! Er zijn nog zoveel leuke dingen die ik wil doen na mijn dood. Daarom bid ik iedere dag of ik naar de hemel mag als ik sterf. Daar wil ik een sjaal breien van 5 miljoen kilometer lang.”
“Waarom zo lang?”
“Ik wil graag in het Guinness Book of Records komen.”
“Hebben ze dat in de hemel?”
“Tuurlijk. Alles wat we hier hebben, hebben ze in de hemel ook.”
“Ook oorlog en ziekte?”
“Nee, alleen de leuke dingen.”
“Gaat dat niet vervelen op den duur, zo'n lange sjaal breien?”
“Nee. In de hemel is geen verveling. In de hemel is alles leuk. Mijn moeder zal daar ook zijn. Die kon nog eens breien. Al mijn truien zijn door haar gebreid. Ik draag ze iedere dag, ook in de zomer. U denkt misschien dat ik in de zomer heel erg zweet, maar dat valt reuze mee. Er zitten namelijk gaten in die truien. Hierdoor is het allemaal goed te doen. Draagt u wel eens truien?”
“Alleen in de winter. En dan geen gebreide, maar normale.”
“Jammer. Anders had ik nog een paar leuke truien voor u gehad. Echte stoere mannentruien, met col en al. Van die truien die worden gedragen door zeemannen. Die zo erg kriebelen dat je op een gegeven moment met jezelf geen raad meer weet. Kan ik u daar echt niet mee verblijden?”
“Nee hoor, dank u vriendelijk.”
“Oh. In eerste instantie durfde ik helemaal niet te bellen. Ik was bang dat u mijn verhaal over mijn werk niet boeiend zou vinden. Ik dacht bij mezelf: kan dat wel in een boek? Maar ik denk dat de mensen graag lezen over andermans problemen. Dan weten ze dat ze niet de enigen zijn die het moeilijk hebben. Vandaar dat ik de stoute schoenen heb aangetrokken en heb gebeld. Er stond niet in de advertentie wie er allemaal mochten bellen. Als u liever niet had gewild dat ik had gebeld, dan had u in uw advertentie moeten zetten wie er hadden mogen bellen en wie niet.” Het bleef even stil. “Hallo, bent u daar nog?”
“Ja,” zei Ivo, “ik ben er nog.”
“Oh, okΓ©. Laat ik een ander onderwerp aansnijden. Mijn man wil graag dat ik een bustier koop, maar ik weet niet goed wat dat is. Soms had ik gewild dat ik wat meer dingen van mezelf wist. Nu moet ik vaak dingen opzoeken. Maar ik wil niet dat mijn man daar achter komt. Hij mag niet denken dat ik dom ben. Dat zou onze relatie niet ten goede komen. Mijn man leunt namelijk heel erg op mij. Hij komt met al zijn vragen bij mij. Ik geef dan vaak cryptische antwoorden. Laatst vroeg hij mij waarom de aarde om de zon draait, en toen antwoordde ik: “Om de cyclus vol te maken.” Daar nam hij genoegen mee. Gelukkig maar, want ik heb geen flauw idee waarom de aarde om de zon draait. Weet u dat?”
“Alles draait nu eenmaal ergens om. Dat ligt in de aard der dingen.”
“Dat is waar.” Plotseling klonk er geblaf op de achtergrond. “Oei, Freddy is in de gordijnen geklommen. Dat betekent dat ik moet gaan. Mag ik u hartelijk bedanken voor dit gesprek?”
“Dat mag. U ook bedankt.”
“Graag gedaan. Dag.”
“Dag.” Ivo hing op. Begonnen ze nu ook al te klagen over hun werk. Hij schudde zijn hoofd, en keek op zijn horloge. Bijna tien uur. Dat schoot al aardig op. Zou hij nog een kopje koffie nemen? Ja, anders hield hij het niet vol. Hij liep naar de Nespresso en zette een tweede kopje. Ondertussen neuriede hij “Samen zijn” van Willeke Alberti. Nu heb ik verdikkeme dat liedje zelf ook al in mijn hoofd, dacht hij. Als dat maar goed gaat.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment