Hieronder deel 8 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het begin van hoofdstuk 2. Lees ook deel 1 tot en met 7 (hoofdstuk 1). Veel leesplezier!
2
Ivo
liep richting de bibliotheek. De zon scheen, maar er waaide een
frisse oostenwind. Ivo deed zowat al zijn verplaatsingen lopend. Aan
fietsen had hij een hekel, en een auto vond hij te duur. Ivo genoot
immers een uitkering, en dat is geen vetpot. Ivo kreeg die uitkering
omdat hij tijdens zijn studententijd een psychose had gekregen, en
vervolgens een depressie. In de verte zag hij een verwilderd kijkende
vrouw van in de veertig aan komen lopen. Toen ze hem naderde vroeg
ze: “Meneer, heeft u mijn hondje gezien?”
“Nee,” zei
Ivo. “Hoe ziet hij eruit?”
“Klein en zwart,
met witte vlekken. En zulke schattige oogjes. Een buldog. Oh, wat
mis ik hem. Hij is zomaar bij me weggelopen. Mijn man heeft de deur
van het tuinhek open laten staan, en daar is hij door verdwenen. Het
is vreselijk.”
“Honden zijn 's
mens beste vriend, mevrouw,” zei Ivo.
“Zeg maar
Belinda. Belinda Jagersmes. Oh, wat mis ik mijn hondje. Hij heet
Toby. Toby de hond, zo noemen we hem. Hoe heet u?”
“Ivo Penner.”
“Dat
is tenminste een normale naam. Bent
u ook normaal?”
“Zo normaal als
maar zijn kan.”
“Gelukkig maar.
Er zijn al zoveel abnormale mensen in de wereld. Mijn gynaecoloog
bijvoorbeeld. Die verzamelt Afrikaanse oorlogsmaskers. Hij heeft er
zelfs een paar hangen in zijn praktijk. Iedere keer als ik bij hem op
bezoek ben kijk ik ernaar, en word ik zo bang, zo bang. Maar ik durf
er niets van te zeggen, want die oorlogsmaskers zijn zijn lust en
zijn leven. Hij gaat iedere zomer naar Afrika om er zoveel
mogelijk op te sporen en aan te schaffen. Gelukkig is Afrika geen
duur continent. Bent u er wel eens geweest?”
“Nee, in het
geheel niet. De natuur schijnt er erg mooi te zijn.”
“Dat klopt. Ik
ben dol op de Afrikaanse natuur. Ik ben dan ook lid van het Wereld
Natuur Fonds. Ik kijk ook vaak natuurdocumentaires op tv. Maar dat
wist u zeker al.”
“Nee, dat wist
ik niet. Hoe had ik dat kunnen weten?”
“Bent u dan niet
helderziend?”
Ivo schudde zijn
hoofd.
“Oh. Dat dacht
ik even. Mijn zus is wel helderziend. Ze heeft voorspeld dat ik mijn
huidige man zou ontmoeten. Ze heeft ook de economische crisis
voorspeld. Maar niemand wilde luisteren. Zou het komen doordat ze
haar haar groen verft?”
“Het zou kunnen.
Groen is geen alledaagse kleur voor haar.”
“Zeker niet. Bij
groen moet ik altijd denken aan appels. Ze zeggen altijd: snoep
verstandig, eet een appel, maar niet als je een kunstgebit hebt,
zoals ik. De mensen staan daar niet altijd bij stil. Ik eet graag
zachte dingen. Op de kermis eet ik vaak een suikerspin. Voor
suikerspinnen kun je me midden in de nacht wakker maken. Alhoewel...
doe dat maar niet. Ik val de laatste tijd moeilijk in slaap. Ik ben
blij als ik eens een keertje slaap. Het komt doordat mijn man snurkt.
Vreselijk is dat. Mijn zus had al voorspeld dat mijn man zou snurken.
Dat maakte het zoeken voor mij een stuk makkelijker. Ik vroeg gewoon
aan iedere man die ik tegenkwam of hij snurkte. Had ik meteen een
gespreksonderwerp. Op zekere dag kwam ik eindelijk een snurker tegen
die mij wel aanstond. We zijn een paar keer uit geweest en al vrij
snel getrouwd. Het huwelijk is een zegen voor iedereen die weet hoe
hij een relatie moet onderhouden. Als je dat niet weet kan het een
ramp zijn. Mijn zus, de helderziende, is getrouwd met een scheepskok.
Ze ziet hem maar zelden, maar toch hebben ze een goed huwelijk. Als
hij eens thuis is kookt hij een heerlijk gerecht, en dan is alles
weer vergeven en vergeten. Mijn zus houdt nogal van eten.”
“Wie niet?”
“Oké, de meeste
mensen houden van eten, maar haar is het echt aan te zien. Er moeten
echt wat kilo's af bij haar. Ze voorspelt dat ze binnen nu en een
jaar een slanke den zal zijn. Maar dan moet ze natuurlijk wel minder
gaan eten. En dat doet ze niet. Welnee, ze eet steeds maar meer.”
Belinda bekeek Ivo van top tot teen. “U ziet er slank uit. Hoe doet
u dat?”
“Ik let op wat
ik eet en wandel veel.”
“Dat zou zij ook
eens moeten doen. Ik heb haar al een paar keer aangeboden om de hond
voor mij uit te laten, maar ze wil niet. Ze zegt dat ik op die manier
nooit leer om zelfstandig te worden. Wat een onzin! Ik ben allang
zelfstandig. Ze denkt zeker dat haar helderziendheid haar bijzonder
maakt, dat ze daarom bepaalde privileges heeft die anderen niet
hebben. Ze denkt bijvoorbeeld dat ze me midden in de nacht kan
opbellen om een praatje te maken. Ik heb haar gevraagd om eerst te
voorspellen of ik slaap voordat ze me opbelt. Toch belt ze steeds als
ik al slaap. Misschien is ze wel helemaal niet helderziend. Ik heb
bijvoorbeeld ook gevraagd of ze kan bepalen waar Toby is. Maar iedere
keer als ik ga kijken op de plaats die zij heeft aangegeven, is hij
er niet. Zij zegt dat hij dan inmiddels al ergens anders is. Ja, zo
lust ik er nog wel een paar. Er zijn veel bedriegers in de wereld,
Ivo. Maar als je eigen zus er ook één blijkt te zijn, dan wordt het
toch wel eventjes heel donker om je heen.” Ze keek op haar horloge,
en vervolgens weer naar Ivo. “U heeft Toby dus echt niet gezien?”
“Zo waarlijk als
wij hier staan te praten,” zei Ivo.
Belinda zuchtte.
“Jammer. Mag ik u mijn kaartje geven, voor als u hem ziet?”
“Wat heeft dat
voor zin?” vroeg Ivo. “Tegen de tijd dat u bij hem bent is hij
alweer verdwenen.”
“Misschien wel,
maar misschien ook niet.” Ze haalde een kaartje uit haar
portemonnee en gaf hem aan Ivo. “U kunt me van negenen 's morgens
tot elven 's avonds bellen. Liever niet 's nachts. Tenzij u Toby echt
ziet.”
“Oké,” zei
Ivo. “Succes met zoeken.”
“Dank u wel. U
ook succes met wat u ook maar van plan bent.”
“Dank
u,” zei Ivo, en liep verder.
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.
No comments:
Post a Comment