Monday, November 30, 2015

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 8

Hieronder deel 8 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het begin van hoofdstuk 2. Lees ook deel 1 tot en met 7 (hoofdstuk 1). Veel leesplezier!


2

Ivo liep richting de bibliotheek. De zon scheen, maar er waaide een frisse oostenwind. Ivo deed zowat al zijn verplaatsingen lopend. Aan fietsen had hij een hekel, en een auto vond hij te duur. Ivo genoot immers een uitkering, en dat is geen vetpot. Ivo kreeg die uitkering omdat hij tijdens zijn studententijd een psychose had gekregen, en vervolgens een depressie. In de verte zag hij een verwilderd kijkende vrouw van in de veertig aan komen lopen. Toen ze hem naderde vroeg ze: “Meneer, heeft u mijn hondje gezien?”
“Nee,” zei Ivo. “Hoe ziet hij eruit?”
“Klein en zwart, met witte vlekken. En zulke schattige oogjes. Een buldog. Oh, wat mis ik hem. Hij is zomaar bij me weggelopen. Mijn man heeft de deur van het tuinhek open laten staan, en daar is hij door verdwenen. Het is vreselijk.”
“Honden zijn 's mens beste vriend, mevrouw,” zei Ivo.
“Zeg maar Belinda. Belinda Jagersmes. Oh, wat mis ik mijn hondje. Hij heet Toby. Toby de hond, zo noemen we hem. Hoe heet u?”
“Ivo Penner.”
“Dat is tenminste een normale naam. Bent u ook normaal?”
“Zo normaal als maar zijn kan.”
“Gelukkig maar. Er zijn al zoveel abnormale mensen in de wereld. Mijn gynaecoloog bijvoorbeeld. Die verzamelt Afrikaanse oorlogsmaskers. Hij heeft er zelfs een paar hangen in zijn praktijk. Iedere keer als ik bij hem op bezoek ben kijk ik ernaar, en word ik zo bang, zo bang. Maar ik durf er niets van te zeggen, want die oorlogsmaskers zijn zijn lust en zijn leven. Hij gaat iedere zomer naar Afrika om er zoveel mogelijk op te sporen en aan te schaffen. Gelukkig is Afrika geen duur continent. Bent u er wel eens geweest?”
“Nee, in het geheel niet. De natuur schijnt er erg mooi te zijn.”
“Dat klopt. Ik ben dol op de Afrikaanse natuur. Ik ben dan ook lid van het Wereld Natuur Fonds. Ik kijk ook vaak natuurdocumentaires op tv. Maar dat wist u zeker al.”
“Nee, dat wist ik niet. Hoe had ik dat kunnen weten?”
“Bent u dan niet helderziend?”
Ivo schudde zijn hoofd.
“Oh. Dat dacht ik even. Mijn zus is wel helderziend. Ze heeft voorspeld dat ik mijn huidige man zou ontmoeten. Ze heeft ook de economische crisis voorspeld. Maar niemand wilde luisteren. Zou het komen doordat ze haar haar groen verft?”
“Het zou kunnen. Groen is geen alledaagse kleur voor haar.”
“Zeker niet. Bij groen moet ik altijd denken aan appels. Ze zeggen altijd: snoep verstandig, eet een appel, maar niet als je een kunstgebit hebt, zoals ik. De mensen staan daar niet altijd bij stil. Ik eet graag zachte dingen. Op de kermis eet ik vaak een suikerspin. Voor suikerspinnen kun je me midden in de nacht wakker maken. Alhoewel... doe dat maar niet. Ik val de laatste tijd moeilijk in slaap. Ik ben blij als ik eens een keertje slaap. Het komt doordat mijn man snurkt. Vreselijk is dat. Mijn zus had al voorspeld dat mijn man zou snurken. Dat maakte het zoeken voor mij een stuk makkelijker. Ik vroeg gewoon aan iedere man die ik tegenkwam of hij snurkte. Had ik meteen een gespreksonderwerp. Op zekere dag kwam ik eindelijk een snurker tegen die mij wel aanstond. We zijn een paar keer uit geweest en al vrij snel getrouwd. Het huwelijk is een zegen voor iedereen die weet hoe hij een relatie moet onderhouden. Als je dat niet weet kan het een ramp zijn. Mijn zus, de helderziende, is getrouwd met een scheepskok. Ze ziet hem maar zelden, maar toch hebben ze een goed huwelijk. Als hij eens thuis is kookt hij een heerlijk gerecht, en dan is alles weer vergeven en vergeten. Mijn zus houdt nogal van eten.”
“Wie niet?”
“Oké, de meeste mensen houden van eten, maar haar is het echt aan te zien. Er moeten echt wat kilo's af bij haar. Ze voorspelt dat ze binnen nu en een jaar een slanke den zal zijn. Maar dan moet ze natuurlijk wel minder gaan eten. En dat doet ze niet. Welnee, ze eet steeds maar meer.” Belinda bekeek Ivo van top tot teen. “U ziet er slank uit. Hoe doet u dat?”
“Ik let op wat ik eet en wandel veel.”
“Dat zou zij ook eens moeten doen. Ik heb haar al een paar keer aangeboden om de hond voor mij uit te laten, maar ze wil niet. Ze zegt dat ik op die manier nooit leer om zelfstandig te worden. Wat een onzin! Ik ben allang zelfstandig. Ze denkt zeker dat haar helderziendheid haar bijzonder maakt, dat ze daarom bepaalde privileges heeft die anderen niet hebben. Ze denkt bijvoorbeeld dat ze me midden in de nacht kan opbellen om een praatje te maken. Ik heb haar gevraagd om eerst te voorspellen of ik slaap voordat ze me opbelt. Toch belt ze steeds als ik al slaap. Misschien is ze wel helemaal niet helderziend. Ik heb bijvoorbeeld ook gevraagd of ze kan bepalen waar Toby is. Maar iedere keer als ik ga kijken op de plaats die zij heeft aangegeven, is hij er niet. Zij zegt dat hij dan inmiddels al ergens anders is. Ja, zo lust ik er nog wel een paar. Er zijn veel bedriegers in de wereld, Ivo. Maar als je eigen zus er ook één blijkt te zijn, dan wordt het toch wel eventjes heel donker om je heen.” Ze keek op haar horloge, en vervolgens weer naar Ivo. “U heeft Toby dus echt niet gezien?”
“Zo waarlijk als wij hier staan te praten,” zei Ivo.
Belinda zuchtte. “Jammer. Mag ik u mijn kaartje geven, voor als u hem ziet?”
“Wat heeft dat voor zin?” vroeg Ivo. “Tegen de tijd dat u bij hem bent is hij alweer verdwenen.”
“Misschien wel, maar misschien ook niet.” Ze haalde een kaartje uit haar portemonnee en gaf hem aan Ivo. “U kunt me van negenen 's morgens tot elven 's avonds bellen. Liever niet 's nachts. Tenzij u Toby echt ziet.”
“Oké,” zei Ivo. “Succes met zoeken.”
“Dank u wel. U ook succes met wat u ook maar van plan bent.”
“Dank u,” zei Ivo, en liep verder.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment