Saturday, January 23, 2016

'Gesprekken met Jan en alleman', deel 13

Hieronder deel 13 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Dit is het einde van hoofdstuk 3. Veel leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 12, en laat me weten wat je ervan vindt!


Ivo ging op weg naar huis. Hier en daar waren wat wolken verschenen aan het firmament. Ivo voelde zich een beetje ongemakkelijk. Hij praatte normaal nooit zoveel op een dag. Hij besloot zich er niets van aan te trekken en stevig door te lopen. Op een gegeven moment kwam in de verte een man met een envelop in zijn hand aanlopen. Hij bleef bij een straatnaambordje staan en schudde zijn hoofd. Die is ergens naar op zoek, dacht Ivo bij zichzelf. De man kreeg de naderende Ivo in de gaten. “Meneer,” vroeg de man, “weet u misschien waar de Postzegellaan is?”
Ivo schudde zijn hoofd. “Ik heb eerlijk gezegd nog nooit van die straat gehoord.”
“Ik ook niet,” zei de man. Hij hield de envelop omhoog. “Deze envelop is geadresseerd aan de Postzegellaan 26 in Zoetermeer. Ik vond hem zonet op straat, en dacht: de postbode is hem zeker verloren. Laat ik hem dan zelf maar bezorgen. Maar de Postzegellaan is nergens te vinden.”
“Vervelend,” zei Ivo.
“Ja, het is altijd wat. Gisteren ben ik gevallen met mijn fiets, en nu dit. Ik heb wel gehoord van de Filatelielaan, maar die ligt in Middelburg. Mijn ouders wonen in Middelburg, en ik ga ze in de zomer altijd bezoeken. Dan neem ik mijn zwembroek mee, want ze hebben een zwembad in de tuin. Helaas is mijn motoriek niet al te best. Daarom ben ik gisteren ook gevallen met mijn fiets. Ik wilde een egel ontwijken, knalde tegen de stoeprand, en viel op de grond. Wat die egel daar deed weet ik niet. Egels horen niet in de stad thuis, die moeten in de natuur blijven. Ja, egels kun je maar beter ontwijken met je fiets, want ze hebben erg scherpe stekels. Dat heb ik een keer aan den lijve mogen ondervinden. Ik was aan het fietsen in de natuur, toen ik opeens heel nodig moest poepen. Dat deed ik ergens in de bosjes, maar ik verloor mijn evenwicht, en toen ging ik pardoes op een egel zitten. Hij was op slag dood, maar die stekels boorden zo mijn bips in. Pijn dat dat deed! Een voorbijganger heeft de stekels er met een pincet uitgehaald. Dat was erg aardig van hem. We spreken nog geregeld af. Maar ik ga nooit meer wildpoepen.”
“Erg verstandig,” zei Ivo.
“Dank u,” zei Jules. Hij bekeek Ivo nog eens goed. “Ik heb u hier nog nooit gezien, klopt dat?”
“Ik loop hier geregeld,” zei Ivo, “maar u keek toen waarschijnlijk net steeds een andere kant op.”
“Dat zou goed kunnen. Gaat u ergens heen?”
“Ik ben op doorreis van mijn ouders naar mijn eigen huis. Ik loop dan meestal via deze straat.”
“Ach zo,” zei Jules. “Ik wou dat ik eens wat vaker op bezoek kon bij mijn ouders, maar Middelburg is niet bepaald naast de deur. Ik ga er altijd met de trein heen. Maar u kunt dus lopend naar uw ouders?”
“Ja,” zei Ivo.
“U boft maar. Ik heb een keer geprobeerd om met de fiets naar mijn ouders te gaan, maar ik ben halverwege teruggekeerd. Het waaide te hard.”
“Zulke dingen kunnen gebeuren,” zei Ivo.
“Inderdaad,” zei Jules. “Maar u weet dus echt niet waar de Postzegellaan is?”
“Nee.”
“Jammer,” zei Jules. “Dan vraag ik het wel aan iemand anders.”
“Doe dat,” zei Ivo, en liep verder. Hij mocht zich nu wel haasten als hij vรณรณr de spits thuis wilde zijn. Hij stapte en stapte, en kwam uiteindelijk bij zijn flat aan. Hij nam de lift en verschafte zichzelf toegang tot zijn woning. Het was nu half vijf: tijd voor ontspanning. Hij luisterde enkele muzieknummers op zijn mp3-speler. Vervolgens kookte hij stamppot spinazie met ei. Na de afwas nam hij plaats op zijn fauteuil en nam zijn mobiel ter hand. Volgens zijn voicemail had hij zevenenveertig nieuwe berichten. Hij beluisterde enkele ervan, en wiste ze vervolgens allemaal. Hij zette de tv aan en keek naar een film, alvorens naar bed te gaan.


(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.

No comments:

Post a Comment