Hieronder
deel 34 van 'Gesprekken met Jan en alleman'. Veel
leesplezier! Lees ook deel 1 t/m 33 (als je dat nog niet gedaan hebt), en laat me weten wat je ervan vindt!
Ivo liep alsmaar verder, tot hij het huis van zijn ouders bereikte. Hij
belde aan. Zijn moeder deed open. “Ha Ivo,” zei ze. “Kom
binnen.”
Ivo volgde haar
naar de woonkamer. Daar zat zijn vader de krant te lezen.
“Goedemorgen,” zei Ivo.
“Goedemorgen,
Ivo,” zei Abraham.
Ivo ging schuin
tegenover zijn vader aan tafel zitten, en zei: “Ik zie dat je weer
een bril draagt?”
“Dat heb je goed
gezien,” zei Abraham.
“Wil je koffie,
Ivo?” vroeg Hetty.
“Doe maar,”
zei Ivo.
“En een stuk
appeltaart?”
“Daar zeg ik
geen nee tegen.”
Hetty liep naar de
keuken en kwam even later terug met een kop koffie en een stuk
appeltaart, die ze voor Ivo op tafel zette. “Het is appeltaart van
Bakkerij Moggelkop, aan de Bakoestraat. Die is de beste van de
regio.”
Ivo nam een hap en
knikte goedkeurend.
“Ciska van
Opperland gaat daar ook altijd heen,” ging Hetty verder. “Gisteren
vierde ze dat ze haar honderdste kaart heeft verkocht. Ze houdt dat
bij op de computer. Wij mochten er ook bij zijn. Toen had ze dezelfde
appeltaart als deze. Je hoeft haar niet te vertellen wat
lekker is. Mij ook niet.” Ze keek minzaam toe hoe haar zoon de
appeltaart oppeuzelde, en vroeg: “Hoe gaat het met je roman?”
“Niet zo best,”
zei Ivo. “Ik zit er nu aan te denken om een volkomen fictieve roman
te gaan schrijven.”
“Volkomen
fictief? Dat lijkt me erg moeilijk. Maar je zal het zelf wel het
beste weten. Ciska's man heeft een boek over draaiorgels geschreven.
Dat zou jij eventueel ook nog kunnen doen, maar dan niet over
draaiorgels.”
Ivo schudde zijn
hoofd. “Ik schrijf het liefste een roman.”
“Dat moet je
natuurlijk zelf weten. Je bent oud en wijs genoeg. En anders kun je
altijd nog bij de krant gaan werken.”
“Liever niet,”
zei Ivo, en nam een slok van zijn koffie. Hij keek naar zijn vader,
en zei: “Staat er nog iets interessants in de krant, vader?”
“Nu
je het zegt,” zei Abraham, “wat ik hier nu toch lees. Ze hebben
tijdens opgravingen een skelet van een Neanderthaler gevonden, samen
met een trombone. Ze zijn nog aan het onderzoeken of de twee verband
houden met elkaar. Het zou toch wat zijn als de oermensen al
trombones hadden? De trombone is niet voor niets รฉรฉn van mijn
favoriete instrumenten. Je kunt me iedere nacht wakker maken voor een
trombonesolo. Sterker nog, onze nieuwe buren doen
dat ook.”
Ivo trok een
wenkbrauw omhoog. “Hebben jullie nieuwe buren?”
Hetty kwam
tussenbeide, en zei: “Dat zijn geen nieuwe buren, Abraham, dat zijn
mensen die tijdelijk met onze buren hebben geruild van woning. Als
een soort van vakantie. Hoe vaak moet ik je dat nog uitleggen?” Ze
keek naar Ivo, en zei: “Je vader wordt steeds vergeetachtiger.”
“Ik word
helemaal niet vergeetachtig,” zei Abraham. “Ik vind het alleen
nogal moeilijk te geloven dat de buren slechts tijdelijk weg zijn.
Vier weken vind ik erg lang voor een vakantie.”
“Vier weken gaat
nog net,” zei Hetty. “Veel langer moet een vakantie voor mij niet
duren. Ik zou mijn keuken teveel gaan missen. Ik weet alles te
liggen in mijn keuken. Op vakantie niet. Ik ben tijdens onze vakantie
in Bulgarije eens twee uur op zoek geweest naar een spatel.”
“Ik kan me die
vakantie nog goed herinneren,” zei Abraham. “We kregen op de
terugweg een lekke band. Een handtastelijke Sloveen heeft ons toen
nog geholpen om het wiel te verwisselen. Godzijdank is dat allemaal
goed gegaan.”
“Was die Sloveen
handtastelijk?” vroeg Hetty. “Daar heb ik anders niets van
gemerkt.”
“Dan heb je
geluk gehad,” zei Abraham. “Toen we afscheid namen heeft hij mij
volgens mij wel tien keer een hand gegeven.”
“Misschien
was hij ook
vergeetachtig, net als jij,” zei Hetty.
“Ik
ben niet
vergeetachtig!” riep Abraham uit.
Ivo voelde de
spanning toenemen en besloot snel van onderwerp te veranderen.
“Wanneer gaan jullie precies op vakantie?” vroeg hij.
“Dat weten we
nog niet,” zei Hetty.
“In ieder geval
vรณรณr de Tour de France begint,” zei Abraham.
Hetty fronste haar
voorhoofd, en zei: “Sinds wanneer ben jij geรฏnteresseerd in de
Tour de France?”
“Ik ben altijd
al geรฏnteresseerd geweest in de Tour de France. Dat zou jij toch
moeten weten. Jij koopt iedere zomer een gele trui voor mij.”
“Ik dacht dat
geel je favoriete kleur was,” zei Hetty.
“Dat is het
ook,” zei Abraham. “Wat is jouw favoriete kleur, Ivo?”
“Rood. Dat
schijnt een rustgevende kleur te zijn.”
“Is dat zo? Als
ik voor het rode licht sta word ik altijd ongeduldig,” zei Abraham.
“Dan moet je
meer graanproducten eten,” zei Ivo.
“Hoe weet je dat
allemaal?” vroeg Hetty aan haar zoon.
“Mijn geheugen
is als een spons,” zei Ivo.
“Dat heb je dan
zeker van mij,” zei Hetty.
“Waarom niet van
mij?” vroeg Abraham verontwaardigd. “Mijn geheugen is ook als een
spons. Sterker nog, als een magneet.”
“Met magneten is
het uitkijken,” zei Ivo. “Je moet ze nooit op een computer
leggen. Dan ben je alle informatie kwijt.”
“Ik heb
computers nooit begrepen,” zei Hetty. “Computers leven niet, maar
wekken wel die indruk. Is dat niet griezelig?”
“Tja,” zei
Ivo, en bekeek zijn horloge: 11:52.
“Blijf je eten?”
vroeg Hetty aan haar zoon.
“Dat is goed,”
zei Ivo.
Ivo bleef eten, en
na de lunch ging hij op weg naar het Westerpark, om daar even te gaan
zitten.
(c) Copyright Tom Betoek 2013. All rights reserved.
No comments:
Post a Comment