Tuesday, July 28, 2020

'De praatjesmaker' (roman), deel 7

Hieronder deel 7 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het slot van hoofdstuk 1. Lees eerst deel 1 t/m 6, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!



Tom wilde verder lopen, maar de pijn in zijn voorhoofd speelde weer op, en deed hem zelfs stilstaan. Hij dacht: ik kan zo niet verder. Hij haalde zijn mobiel uit zijn binnenzak en belde het nummer van zijn baas bij Talk Talk Talk B.V., Gerrit Kukela. Na een tijdje hoorde hij: 'Goedemorgen, met Gerrit Kukela...'

'Goedemorgen, met Tom Formosa. Ik belde even om te melden dat ik het voor de rest van de dag voor gezien houd.'

'Oh...?' zei Kukela. 'Wat scheelt eraan?'

'Stekende pijnen in mijn voorhoofd.'

'Ok茅, neem dan maar een paar dagen rust. We hebben niets aan je als je overbelast raakt. Dan kunnen we beter preventief optreden. Je weet dat we een eigen bedrijfsmasseuse hebben?'

'Nee, dat wist ik niet.'

'Ja, die hebben we sinds kort. Een prima meid. Ga daar eens langs, voor een massage. Het zal je goed doen...'

'Ik weet niet of dat een goed idee is...'

'Hoezo niet?'

Tom dacht na, en zei naar waarheid: 'Dat weet ik niet...'

'Nou ja, je weet zelf waarschijnlijk het beste wat goed voor je is. Ga nu maar snel naar huis, en rust lekker uit. Ik zal je over een paar dagen opbellen om te vragen hoe het dan gaat. Hopelijk ben je dan al wat opgeknapt...'

'Ik hoop het ook, meneer Kukela.'

'Goed zo. Ik moet nu ophangen. Nogmaals sterkte en tot ziens of tot horens maar weer.'

'Ja, tot ziens of tot horens.'

'Dag, Tom.'

'Dag, meneer Kukela.'

Ze hingen op. Tom borg zijn mobiel weer in zijn binnenzak, deed zijn klembord in zijn rugzak, en ging op weg naar zijn appartement, waar hij zich in zijn fauteuil installeerde en begon te lezen in Johnny Beenhopper, een roman over een schrijver die allemaal avonturen beleeft, voor de nodige ontspanning. Het boek had al een tijdje op zijn salontafel gelegen, maar hij was er steeds niet aan toegekomen, vanwege drukte op het werk. Het verhaal begon veelbelovend, maar algauw kwam de pijn in zijn voorhoofd weer terug, dus stopte hij met lezen. Hij liep naar zijn slaapkamer, en ging op bed liggen. Hopelijk zou de pijn snel verdwijnen...



Klik hier voor deel 8!



(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, July 21, 2020

'De praatjesmaker' (roman), deel 6

Hieronder deel 6 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 1. Lees eerst deel 1 t/m 5, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!



Een man in een grijs kostuum deed open, en zei: 'Goedemorgen.'

'Goedemorgen,' zei Tom. 'Tom Formosa, praatjesmaker.'

'Welkom,' zei de man. 'Ik verwachtte u al. Mijn naam is Victor Spuld, klusjesman bij Vervoort & Zonen B.V. U vraagt zich misschien af: een klusjesman in pak, wat heeft dat te betekenen? Welnu, ik kom graag hogerop. U moet daar verder niets achter zoeken. Mijn vorige werkgever, Lohman & Lohman B.V., deed dat wel, en heeft me ontslagen.'

'Wat voor bedrijf was dat?' vroeg Tom.

'Een advocatenkantoor dat zich specialiseerde in zedenzaken.'

'Ach zo.'

'We hadden daar een chimpansee, Donald Rumveld, en die kon precies voorspellen wie een rechtszaak zou gaan winnen. We lieten hem dan foto's zien van de advocaten van beide partijen, en Donald wees dan steevast de winnende partij aan. Ook al had hij geen kennis van de details van desbetreffende zaak.'

'Wonderlijk,' zei Tom.

'Een rechter uit Kentucky, Max Vinnieson, heeft hem helaas tijdens een bedrijfspicknick doodgeknuppeld met een bevroren komkommer, maar w谩t een leuke chimpansee was dat. Hij kon ook andere kunstjes, zoals op zijn vingers fluiten, haasje-over, en balletje-balletje. Jammer alleen dat hij zijn hok wel eens vernielde, want ik moest die dan weer repareren, waarbij ik dan erg ging zweten, want zo'n pak zit behoorlijk warm, zeker in de zomer.'

'Er bestaan toch ook zomerpakken?' vroeg Tom.

'Ja, maar als je druk bezig bent, zitten ook die pakken te warm. Maar ja, je moet wat overhebben voor je carri猫re...'

'Bij Lohman & Lohman konden ze dat echter niet waarderen?'

'Nee. Ze vonden het verdacht. Ze vonden het ook maar niets dat sommige mensen mij voor een advocaat aanzagen. Ik heb een keer tussen twee klusjes door een vrouw verdedigd die beschuldigd werd van naaktloperij, en haar op borgtocht vrijgekregen. Mijn baas was daar niet blij mee. Jammer dan. Ik weiger om in een overall te lopen. Een overall staat mij niet. Ze zouden zich beter eens druk maken over het feit dat er corrupte rechters rondlopen, zoals die Max Vinnieson, de moordenaar van Donald Rumveld. Hij beweert dat het zelfverdediging was, maar daar geloof ik niets van. Ok茅, Donald was wel eens agressief, maar alleen als hij er een goede reden voor had. Nee, die Vinnieson was gewoon jaloers op Donald. Hij zou beter zijn werk eens goed doen, want hij laat regelmatig zware criminelen lopen die zo schuldig zijn als sumoworstelaars aan slechte eetgewoonten...'

'Wat kwam die man hier trouwens doen?' vroeg Tom.

'Goeie vraag. Ik heb horen vertellen dat hij op doorreis was naar Thailand, maar een tussenstop heeft gemaakt in Amsterdam, net op het moment dat wij die bedrijfspicknick hadden in het Vondelpark. Joost mag weten hoe hij van het bestaan van Donald afwist. Wordt hij nog vrijgesproken ook...'

'Er is geen gerechtigheid,' besloot Tom dit onderwerp. Hij keek op zijn horloge, en zei: 'Anders nog iets?'

Victor schudde zijn hoofd, en zei: 'Nee, dat was het. Hartelijk dank voor dit gesprek.'

'Graag gedaan,' zei Tom.

'Wanneer komt u weer langs?'

'Dat weet ik nog niet,' zei Tom. Wederom gierde pijn door zijn voorhoofd, en hij wreef erover met zijn rechterhand.

Victor zag het, en vroeg: 'Gaat het wel goed met u?'

'Een stekende pijn in mijn voorhoofd,' zei Tom.

'Vervelend,' zei Victor.

'Ja,' zei Tom. Hij reikte Victor het klembord en de pen aan, en zei: 'Graag hier een handtekening zetten...'

Dat deed Victor, met trillende hand.

'Een fijne dag nog,' zei Tom.

'U ook,' zei Victor, en sloot de deur.



Klik hier voor deel 7!



(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, July 14, 2020

'De praatjesmaker' (roman), deel 5

Hieronder deel 5 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 1. Lees eerst deel 1 t/m 4, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!



Een gebronsde blondine, gekleed in een wollen trui, deed open, en zei: 'Goedemorgen.'

'Goedemorgen. Mijn naam is Tom Formosa, praatjesmaker.'

'Ah, ik verwachtte u al. Mijn naam is Helma Dollestam. Komt u snel binnen...'

Tom volgde Helma door de gang naar de woonkamer. 'Gaat u zitten,' zei ze, en wees een fauteuil aan. Tom nam plaats. Op tafel stonden een thermosfles en twee kopjes. 'Koffie?' vroeg Helma.

'Daar zeg ik geen nee tegen,' zei Tom, blij dat hij even kon zitten. 'Aardig van u om mij binnen te vragen...'

'Ach, het is een kleine moeite,' zei Helma, en schonk koffie in beide kopjes. 'Daarbij vind ik het ook te koud aan de deur.'

'Te koud?' vroeg Tom verbaasd. 'Het is buiten minstens twee毛ntwintig graden.'

'Dat is me tien graden te koud,' zei Helma. 'Ik ben het Egyptische klimaat gewend, vandaar. Koekje erbij?'

'Nee, dank u. U komt uit Egypte?'

'Welnee,' zei Helma. 'Ik heb daar tien jaar vertoefd. Op de Nijl, in een stoomboot.'

'Een stoomboot? Die zie je tegenwoordig weinig meer.'

'Dat klopt. Maar voor een duurdere boot hadden we geen geld. We waren namelijk op zoek naar de Gouden Broden van Kapitein Tuttifrutti, een zestiende-eeuwse reder uit Alkmaar.'

'En, heeft u ze gevonden?'

Helma schudde haar hoofd. 'Helaas niet. Maar wel een heleboel andere dingen.'

'Wat dan?'

'Een heggeschaar, een kinderwagen, een fruitautomaat, enkele fietsen, traliewerk, zeisen, een gasfornuis, een kapstok, en twee fileermesjes.'

'Maar dus niet de Gouden Broden van Kapitein Tuttifrutti?'

'Nee. Terwijl we tien jaar gezocht hebben.'

'Weet u zeker dat die Gouden Broden echt bestaan?'

Helma knikte resoluut. 'We hebben er foto's van, gemaakt door Ali Abdullah Moushebad, een Egyptische duiker. Hij kon ze zelf niet meenemen, omdat ze te zwaar waren. Maar ze bestaan echt, want een andere duiker heeft ze ook gezien.'

'Hoe zijn ze 眉berhaupt in de Nijl terechtgekomen?' vroeg Tom.

'Dat weet niemand. Ze zijn gemaakt door Kapitein Arnoud Tuttifrutti, in 1587 na Christus. Tuttifrutti was een broodliefhebber, maar n贸g meer was hij een liefhebber van pluchen kussens. Gouden pluchen kussens heeft hij nooit kunnen maken, want v贸贸r hij de Gouden Broden kon omsmelten, werden ze gestolen door bakker Simon Spekkoper en zijn trawanten, en meegenomen naar Spanje. Daarna zijn ze spoorloos verdwenen, tot ze dus opdoken in de Nijl, zo'n elf jaar geleden. Maar ja, de Nijl is gigantisch. Ga daar maar eens zoeken. En de duikers die de Broden gezien hadden, zijn spoorloos verdwenen. Een jaar geleden hebben we de zoektocht opgegeven, en zijn we teruggekeerd naar Nederland, om hier ons bestaan weer op te pakken. Toch is het geen verloren tijd geweest, daar in Egypte, want ik ben er drie毛ntwintig kilo afgevallen. Je zou het niet zeggen als je me ziet, maar vroeger was ik vrij fors voor mijn lengte.'

'Zo zie je maar,' zei Tom.

'De dingen die we wel gevonden hebben, hebben we naar het oud ijzer gebracht. Van de opbrengst hebben we onder andere twee koffiekopjes gekocht, en daar drinken we nu uit.' Ze hief haar kopje, en zei: 'Proost!'

'Proost,' zei Tom, en samen namen ze een slok.

'Maar naar Egypte ga ik nooit meer terug,' vervolgde Helma.

'Waarom niet?' vroeg Tom.

'Ik ben bang dat er dan te veel nare herinneringen bovenkomen. Daarbij lijkt het me ook te gevaarlijk. Van tevoren wisten we het niet, maar er ligt ontzettend veel schadelijke troep in de Nijl. Voor hetzelfde geld waren we tegen een zeemijn of iets dergelijks aangevaren.'

Tom voelde een licht stekende pijn in zijn voorhoofd. Hij besteedde er verder geen aandacht aan, en zei: 'Een zeemijn? In de Nijl?'

'Jazeker. Er zijn veel oorlogen uitgevochten in de Nijl. Daar hebben wij als Nederlanders geen weet van. Vind je het gek; boeken over dat onderwerp zijn bijna niet te vinden in Nederland. Ik heb ze in ieder geval niet kunnen vinden.' Ze keek hem aan, en vroeg: 'Smaakt de koffie een beetje?'

'Prima,' zei Tom, en dronk zijn kopje leeg.

'Ik heb de bonen zelf gemalen,' zei Helma.

'Proficiat,' zei Tom. 'Nu ik hier toch ben, kan ik misschien even naar de wc?'

'Natuurlijk.' Helma wees hem de wc aan, en Tom deed zijn behoefte. Hij waste zijn handen grondig. Vervolgens liet hij Helma een handtekening zetten, nam afscheid, en liep naar buiten. Opnieuw voelde hij een stekende pijn in zijn voorhoofd, deze keer erger dan de vorige keer. Zou het aan de koffie liggen? Het was straffe koffie geweest. Maar nee, Tom dronk wel vaker sterke koffie, en had dan meestal nergens last van. Hij liep door naar nummer 65, en belde aan.



Klik hier voor deel 6!



(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, July 7, 2020

'De praatjesmaker' (roman), deel 4

Hieronder deel 4 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 1. Lees eerst deel 1 t/m 3, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!



Het duurde even, maar uiteindelijk deed een man van in de dertig met warrig haar, gekleed in een ochtendjas, open. Hij fronste zijn wenkbrauwen, en vroeg: 'Wat heeft dit te betekenen?'

'Mijn naam is Tom Formosa, praatjesmaker. Komt het gelegen?'

'Ja ja, het komt wel gelegen. Ik dacht dat het nog nacht was, vandaar mijn reactie. Maar het is al dag, zo te zien. Of is de zon te vroeg opgekomen?'

'Dat lijkt me niet,' zei Tom.

'Oh, dan is het goed. Mijn alarmwekker loopt waarschijnlijk weer eens achter. Om de zoveel tijd loopt hij vijf uur achter. Mijn moeder woont in New York, en zij is nogal een bemoeial, dus misschien heeft dat er iets mee te maken. Ze oefent invloed uit op van alles en nog wat, dus misschien ook wel op mijn alarmwekker. Dat zal ze vast niet expres doen, want ze staat erop dat ik 's morgens op tijd opsta.'

'Om wat te doen?' vroeg Tom.

'Onder andere de krant lezen. Ze wil per se dat ik op de hoogte blijf van wat er zich in de wereld afspeelt. Ze heeft me abonnee gemaakt van drie kranten, maar daarvan lees ik er steevast maar eentje. De rest gaat naar het oud papier. Soms overhoort ze me, maar gelukkig heeft ze nog niet door dat ik de rest niet lees. Zelf luistert ze alleen maar naar de radio, omdat ze geen kranten meer kan lezen. Ze heeft een soort van selectieve dyslexie. Als ze een artikel leest, denkt ze dat er heel wat anders in staat dan in werkelijkheid het geval is. Toen de vliegtuigen in het World Trade Center vlogen, dacht ze dat hangjongeren een openbaar toilet hadden vernield. En ze heeft ook een levendige verbeelding die haar parten speelt. Zo denkt ze bijvoorbeeld dat het met mij nog eens slecht zal aflopen, maar tot nu toe is daar nog geen sprake van, en dat zal niet gaan gebeuren ook, dat kan ik je verzekeren. Als het met iemand slecht gaat aflopen is zij het wel, want ze is al twee毛nnegentig.'

'Hoe oud bent u dan, als ik vragen mag?'

'Drie毛ndertig. Dus ik heb nog wel even te gaan.'

'Dan was ze dus negenenvijftig toen ze u kreeg?'

'Dat klopt,' zei de man. 'Ik ben een wonder der natuur. En dan toch beweren dat het met mij slecht gaat aflopen. Je moet maar durven, als moeder. Gelukkig heeft ze voor de rest een heel lief karakter. Ze stuurt me met kerst altijd een verjaardagskaart.'

'Waarom?'

'Ik ben dan jarig. Op dezelfde dag als Jezus. Mijn moeder vindt dat een slecht teken. Ik niet. Ok茅, Hij is gekruisigd, maar Hij is daarna ook weer opgestaan. Dus ze moet niet zeuren. Makkelijk is het allemaal niet. Maar als ze me dan weer belt, vanuit dat kille New York van haar, in paniek of in tranen, raak ik toch wel een beetje vertederd. Het blijft immers je moeder. Zij is de schoot waaruit ik geworpen ben. Dat moet ik nooit vergeten.'

'Was het een zware bevalling?' vroeg Tom.

'Integendeel. Je moet rekenen, daarv贸贸r had ze al acht kinderen ter wereld gebracht, dus ik schoot eruit als een kogel in een flipperkast.'

'Dus u heeft acht broers en zussen?' vroeg Tom ongelovig.

De man schudde zijn hoofd. 'Ze zijn inmiddels allemaal overleden. Vijf door ziekte, twee door een ongeval, en eentje is vermoord. Ik ben de laatste overgebleven Tindermann, naast mijn moeder dan.'

'Duits?' vroeg Tom.

'Nee, Tsjechisch, maar oorspronkelijk afkomstig uit Tirol. Mijn vader had daar een eigen skipiste. Helaas is hij in een ravijn gestort tijdens een sneeuwstorm. Twee uur lang heeft hij om hulp liggen roepen, en toen pas werd hij gevonden door mijn moeder. Hij kreeg last van slappe knie毛n, en heeft daarna nooit meer kunnen ski毛n. Ik heb hem nooit gekend; hij was erg gesloten. Hij heeft ooit geprobeerd naar Isra毛l te vluchten, maar kwam toen niet langs de douane. Mijn moeder heeft hem weer op moeten halen met een bakfiets.'

'U zou er een boek over kunnen schrijven,' zei Tom.

'Dat heb ik gedaan, maar het manuscript is verloren gegaan tijdens een barbecue.'

Tom keek op zijn horloge, en zei: 'Dat was het dan weer. Graag hier een handtekening zetten...'

De man zette zijn handtekening, en zei: 'Bedankt voor dit gesprek. Ik had het echt even nodig.'

'Graag gedaan,' zei Tom, nam afscheid, en liep door naar nummer 63, waar hij aanbelde.



Klik hier voor deel 5!



(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.