Hieronder deel 12 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het vervolg van hoofdstuk 3. Lees eerst deel 1 t/m 11, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!
Treesje keek naar haar letterbordje, en legde haar woord neer: “gel”. Bert telde het aantal punten. 'Negen,' zei hij, en noteerde dat op het scorebriefje.
'Jullie vragen je misschien af waarom ik voor dat woord gekozen heb?' vroeg Treesje, de anderen aankijkend.
'Toch wel een beetje,' zei Mamzuka.
'Wel,' zei Treesje, 'ik ben ooit met school op kamp geweest naar Noord-Groningen. Er woonde daar een boer, met een eigen boerderij. Zijn naam was Jacques Fondant. Zijn tractor wilde niet starten. Daarom belde hij naar Kees, die niet ver van Jacques vandaan woonde, en van alles kon repareren, zoals broodroosters, frituurpannen, koekoeksklokken, en dus ook tractors. Kees kwam zo snel als hij kon naar Jacques toe, maar vergat zijn gereedschapstas mee te nemen. Dus ging hij weer terug naar zijn huis om die op te halen. Maar eenmaal weer thuis stootte hij zijn hoofd tegen de trapleuning, en viel bewusteloos op de grond neer. Jacques zat ondertussen maar te wachten en te wachten. Om de tijd te doden zette hij de computer aan om online te gaan shoppen. Hij surfte naar de webwinkel van Koopjerot en bestelde daar een zak paprikachips, twee emmers, een T-shirt met daarop de tekst “Proud to be a Boer”, en een grote pot gel. Vandaar mijn keuze voor het woord “gel”.'
'Ik begrijp het,' zei Bert.
'Ik niet,' zei Mamzuka. 'Waarom kocht die Jacques gel bij Koopjerot? Iedereen weet toch dat de gel daar veel duurder is dan in de winkel?'
'Ja,' zei Treesje, 'maar hij moest de volgende dag naar Polen, voor een vergadering met ministers van Landbouw. Hij moest die vergadering nog voorbereiden, want hij was aangewezen als voorzitter, en had dus geen tijd om naar de winkel te gaan. En bij Koopjerot bezorgen ze nog dezelfde dag.'
'Had hij dan helemaal geen gel meer in huis?' vroeg Mamzuka.
Treesje schudde haar hoofd. 'Hij had die ochtend net het laatste beetje in zijn haar gesmeerd.'
'Dus dan was het maar goed dat zijn tractor niet wilde starten,' zei Mamzuka. 'Anders was hij misschien nooit online gaan shoppen...'
'Precies,' zei Treesje.
Bert schudde zijn hoofd, en zei: 'Dat waag ik toch te betwijfelen...'
'Hoezo?' vroeg Treesje.
'Je gaat toch niet op reis zonder gel?' zei Bert. 'Wat denk jij, Tom?'
'Dat hangt ervan af,' zei Tom. 'Hij had trouwens ook zijn buren om gel kunnen vragen.'
'Dat is waar,' zei Bert, en nam een slok van zijn bier.
Mamzuka keek naar Treesje, en vroeg: 'Had Jacques buren, Treesje?'
'Natúúrlijk had hij buren,' kwam Bert tussenbeide.
'Laat Treesje antwoorden,' corrigeerde Mamzuka.
Treesje dacht na, en mijmerde: 'Ik weet eigenlijk niet of hij buren had...'
'Tuurlijk wel,' zei Bert. 'Je moet wel héél geïsoleerd wonen om geen buren te hebben. Daarbij zei Treesje ook net dat Kees niet ver van Jacques vandaan woonde, dus was Kees dan niet zijn buurman?'
Treesje schudde haar hoofd. 'Daar woonde hij te ver weg voor.'
Bert fronste zijn voorhoofd. 'Wat is dat nu weer voor onzin? Of je buren bent of niet heeft niets met afstand te maken.'
'Is dat zo?' vroeg Mamzuka.
'Ja,' zei Bert. 'Je kunt nog zo ver weg wonen, zolang er niemand tussen woont, ben je buren. In Australië wonen sommige mensen kilometers van elkaar vandaan, en toch zijn ze buren. Dat heeft mijn vroegere stagebegeleider me zelf verteld.' Hij keek de anderen aan, en nam een slok van zijn bier.
Treesje keek naar Tom, en vroeg: 'Wat denk jij, Tom?'
'Ik zou iemand die tien kilometer van me vandaan woont geen buur noemen,' zei Tom.
'Dat is omdat je het niet gewend bent,' zei Bert. 'Ik zou iemand die aan het andere eind van de wereld woont nog mijn buur noemen als er verder niemand anders tussen woont. Het is allemaal een kwestie van definitie.'
'Maar iemand die aan het andere eind van de wereld woont zul je wel niet zo vaak zien,' zei Treesje. 'Wat stelt dat hele buurmanschap dan nog voor?'
'Buurmanschap heeft niets te maken met hoe vaak je elkaar ziet,' zei Bert. 'Het gaat erom dat je naast elkaar woont.'
'Ik zou nooit bij een buurman gaan eten die in Australië woont,' zei Treesje.
Bert fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Laten we er maar over ophouden. We gaan met de klok mee, dus jij bent aan de beurt, Mamzuka.'
'Oh,' zei Mamzuka.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.