Tuesday, October 12, 2021

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 5c

Hieronder hoofdstuk 5c van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 5. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 5b, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

5c


Tracy keek Leo aan, en vroeg: 'Was dat Mike Sonderveld?'

Leo knikte.

'Probeerde hij je iets te verkopen?'

'Ja. Maar ik ben er niet op ingegaan.'

'Heel verstandig. Ik heb een keer aspirine van hem gekocht, maar ik werd er high van. En dat terwijl ik net moest afrijden voor mijn rijexamen. Het hoeft geen betoog dat ik daarvoor gezakt ben, ook al kon ik het erg goed vinden met de examinator, een ex-commando uit Budel, die nog in Libanon heeft gevochten. Maar toen ik over het fietspad ging rijden, vond hij het toch een beetje te gortig worden. Dus nee, van Mike koop ik helemaal niets meer. In ieder geval geen medicijnen.'

'Wist hij dat je binnenkort moest afrijden?'

Tracy schudde haar hoofd. 'Mike interesseert zich voor niemand. Het enige wat voor hem telt is geld, geld, geld.'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Kan hij dan niet beter een ander beroep kiezen?'

'Dat zeg ik hem al jaren. Maar hij wil niet. Ik denk dat dat verkopen van hem iets dwangmatigs is. Het heeft te maken met de dood van zijn vader. Die heeft hem getraumatiseerd tot op het bot. Hij is bang om ook failliet te gaan. Maar angst is een slechte raadgever. Hij wil te graag, en dat stoot juist af.'

'Tragisch,' zei Leo.

'Ja. Soms kun je maar beter net doen alsof je iets niet wilt. Hij zou eigenlijk moeten zeggen: “Niet om het een of ander, maar ik heb hier een waardeloos prulletje dat je vast niet wil.” Pas dan zou ik echt gaan opletten.'

'Tja, het leven kan soms vreemd lopen.'

Tracy keek hem onderzoekend aan, en vroeg: 'Heb je daar soms ervaring mee?'

Leo haalde zijn schouders op. Hij moest denken aan het mysterieuze telefoontje van de vervormde stem, en zei: 'Wie niet?'

'Dat is waar. Mijn leven had ook heel anders kunnen lopen. Gelukkig heb ik nooit over straat gezworven. Het had weinig gescheeld, want toen ik werd ontslagen bij mijn vorige werkgever had ik het toch wel moeilijk.'

'Wie was dat?'

'De eigenaar van restaurant Mooie Boel. Memphis Papiandreu.'

'Een Roemeen?'

'Nee, een Griek.'

'Een Griek die zijn restaurant Mooie Boel noemt? Dat hoor je niet vaak.'

'Toch wel. Hij heeft ook nog een ander restaurant, in Utrecht, dat hij Laat Maar Waaien heeft genoemd.'

'Opmerkelijk,' zei Leo, en nam een slok van zijn koffie.

'Ja.'

'Waarom heeft hij je ontslagen?'

Tracy's gezicht betrok. 'Omdat ik steeds borden liet vallen. Terwijl ik juist dacht dat dat de bedoeling was. Maar het was geen Grieks restaurant. Of een restaurant Grieks is hing volgens Memphis niet af van de eigenaar, maar van het eten dat ze serveren.'

'Was het lekker eten?'

Tracy schudde haar hoofd. 'Stamppot boerenkool, gekookte witlof met aardappelschijfjes en gehaktballen, dat soort dingen. Niet echt om over naar huis te schrijven.'

'Het hangt ervan af. Onder andere van hoe je het klaarmaakt.'

'Precies. Memphis huurde bij voorkeur Grieks personeel in. Dus ook de kok was Grieks. En Grieken hebben – het doet me pijn om het te zeggen – geen verstand van de Hollandse keuken.'

'Waarom maakten ze er dan geen Grieks restaurant van? Dan hadden ze jou ook niet hoeven ontslaan.'

'Dat heb ik ze ook gevraagd. Ze gaven geen antwoord. Blijkbaar wilden ze gewoon van me af. Maar dat is voor mij, achteraf gezien, alleen maar een zegen geweest. Anders was ik hier niet terechtgekomen. Dit werk is honderd keer beter dan serveren in zo'n aftands hellegat als Mooie Boel.'

'Dat wil ik geloven,' zei Leo.

'We hebben het hier helemaal zo slecht nog niet,' zei Tracy. Ze hief haar bekertje met koffie, en zei: 'Op prettige werkgevers.'

Leo hief ook zijn bekertje, en zei: 'Proost.' Hij keek naar de deur van het kantoor en zei: 'Over werkgevers gesproken: meneer Wieldop zie je hier niet vaak.'

'Wees blij.'

Leo trok een wenkbrauw omhoog, en zei: 'Kun je hem niet uitstaan?'

Tracy haalde haar schouders op. 'Niet uitstaan is een groot woord. Laten we het erop houden dat ik hem gedoog, maar ook niet meer dan dat.'

'Ach zo,' zei Leo. Hij keek naar het beeldscherm op zijn bureau en besloot op internet op zoek te gaan naar geschikt leesvoer. Hij surfte naar zijn favoriete webwinkel, en begon te grasduinen.     
 
 


Klik hier voor hoofdstuk 5d!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

No comments:

Post a Comment