Tuesday, February 22, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 10d

Hieronder hoofdstuk 10d van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het slot van hoofdstuk 10. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 10c, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

10d


Om zes minuten voor één kwamen Samantha Hambourge en Kees Vinketeen het kantoor binnenwandelen. 'Goedemiddag,' zei Samantha. 'Hoe gaat het met onze godenzonen?'

'Goed,' zei Wouter.

'Veel bellers gehad?' vroeg Kees.

Wouter stak zijn wijsvinger op, en zei: 'Eentje maar.'

'Wie?' vroeg Samantha.

'Geesje Leenschaar,' mengde Leo zich.

'Ach ja, Geesje,' zei Samantha. Ze trok een wenkbrauw omhoog, en zei: 'Vreemd dat ze vandaag belt... Meestal belt ze op dinsdag...'

'Ze is verkouden,' zei Leo.

'Dat verklaart een hoop,' zei Samantha. 'Als ze verkouden is doet ze altijd vreemde dingen...'

'Over vreemde dingen gesproken,' zei Kees. 'Hebben jullie al gehoord dat Estelle Holbeen is weggelopen?'

Samantha snoof, en zei: 'Natuurlijk, wat dacht jij dan? Trouwens, zo vreemd is dat niet. Het zat eraan te komen. Coby betuttelt haar teveel...'

Kees fronste zijn voorhoofd. 'Teveel? Eerder te weinig...'

'Hoezo?' vroeg Samantha. 'Betuttel jij je kinderen dan?'

Kees schudde zijn hoofd. 'Mijn kinderen hebben dat niet nodig. Die voeden zichzelf op. Onder andere door middel van tv en internet...'

Samantha snoof, en zei: 'Dat moet nogal een opvoeding zijn...'

'Ik heb anders Engels geleerd van Star-Spangled Smashers,' kwam Wouter tussenbeide.

'Ik zeg niet dat tv kijken niet leerzaam kan zijn,' zei Samantha, 'maar wat de opvoeding betreft zijn ouders onmisbaar. Maar laten ze hun kinderen alsjeblieft niet betuttelen... Daar krijg je alleen maar recalcitrante kinderen van...'

Kees trok een wenkbrauw omhoog, en zei: 'Ben je er zelf ook één?'

Samantha schudde haar hoofd. 'Ik ben wel een tijdje recalcitrant geweest. Maar dat hoort nu eenmaal bij de pubertijd...'

'Wat deed je dan zoal?' vroeg Wouter nieuwsgierig.

Samantha haalde haar schouders op. 'Van alles en nog wat. Kleding stelen, politieagenten in de billen knijpen en dan hard wegrennen, dat soort dingen...'

'Dat je dat durfde,' zei Wouter. 'Was je aan de drugs?'

Samantha schudde haar hoofd. 'Drugs komen er bij mij niet in. Ze stompen alleen maar af. Ik speel liever viool, of ga naar de film...'

Leo trok een wenkbrauw omhoog, en zei: 'Speel jij viool?' Dat viel hem van haar mee.

Samantha knikte. 'Al bijna vijfentwintig jaar. Weliswaar niet professioneel, maar toch goed genoeg om mijn oma te ontroeren. Ze heet Lydia, en laat zich graag ontroeren. “Het spoelt mijn ogen schoon,” zegt ze altijd...'

'Heeft ze last van haar ogen?' vroeg Wouter.

Samantha knikte. 'Er komt makkelijk vuil in.'

'Hoe oud is ze?' vroeg Kees.

Samantha dacht na. 'Zevenentachtig. En nog lang niet dement. Van de meeste deuntjes die ik speel weet ze de titel en artiest, zelfs van de hele moderne...'

'Wow,' zei Kees. 'Zo'n grootmoeder zou ik ook wel willen. Maar ze is al dood. Van het dak gevallen toen ze dakdekkers koffie kwam brengen...' Hij keek naar de koffieautomaat, en zei: 'Over koffie gesproken, willen jullie nog?'

Leo schudde zijn hoofd, Wouter ook, maar Samantha lustte wel een kopje.

Kees schonk twee bekertjes in, en gaf eentje aan Samantha, die het dankbaar in ontvangst nam. 'Ja,' vervolgde Kees, 'je familie, daar moet je zuinig op zijn. Vóór je er erg in hebt, zijn ze weg. Kijk maar naar Estelle...'

Samantha keek naar Leo, en zei: 'In je jeugd kan een hoop misgaan...'

Leo fronste zijn voorhoofd. Waarom keek ze naar hem terwijl ze dat zei? Had ze soms met zijn ouders zitten praten over zijn jeugd? Was daar dan zoveel misgegaan? Goed, hij was misschien te vroeg op kamers gegaan, en hij had zijn studie niet afgemaakt, maar voor het overige vond hij zijn jeugd best meevallen. Ach, misschien beeldde hij zich alleen maar dingen in. Hij raadpleegde zijn horloge, deed zijn jas aan, groette de overige aanwezigen, en liep terug naar huis.

Hij had nog steeds geen nieuw leesvoer, dus ging hij thuis op internet verder zoeken, maar vond niets.   
            
 


Klik hier voor hoofdstuk 11a!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, February 15, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 10c

Hieronder hoofdstuk 10c van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 10. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 10b, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

10c


Wouter keek Leo aan, en vroeg: 'Was dat Geesje Leenschaar?'

Leo knikte. 'Je moet de groeten van haar hebben.'

'Ach zo. Doe haar maar de groeten terug, als je haar ooit weer spreekt. Wat had ze te melden?'

'Van alles en nog wat,' zei Leo, en dronk zijn koffiebekertje leeg.

'Is ze weer met Riet wezen wandelen?'

'Daar heeft ze het niet over gehad.'

'Jammer,' zei Wouter. Hij dronk zijn koffiebekertje leeg, keek naar Leo, en vroeg: 'Jij nog koffie?'

'Nog eentje dan,' zei Leo. Hij moest uitkijken dat hij niet, net als Coby, teveel koffie zou gaan drinken. Vooralsnog zag het daar niet naar uit, maar het kon nooit kwaad om op zijn hoede te blijven.

Wouter tapte twee bekertjes koffie, en gaf eentje aan Leo, die hem bedankte. 'Wat ga je nu doen?' vroeg Wouter, en ging met zijn koffie weer op zijn stoel zitten.

Leo keek naar de monitor op zijn bureau, en zei: 'Ik denk dat ik maar weer eens op zoek ga naar nieuw leesvoer...' Hij schoof het toetsenbord naar zich toe, en opende met zijn muis de webbrowser op zijn pc.

'Dat is een goed idee,' zei Wouter. 'Ik ga kijken of ik De buizerd spreidt zijn vleugels ergens tweedehands kan krijgen... Ik wil dat boek best nog een keer lezen. Een goed idee van die mysterieuze beller... Ik zou ook wel een mysterieuze beller willen. Maar ik word privé maar weinig gebeld, helaas. Vreemd eigenlijk. Misschien redeneren de mensen dat ik op mijn werk al genoeg moet bellen, en ontzien ze me als ik vrij ben. Terwijl dat nergens voor nodig is. Ik bel graag. Als kind belde ik al veel. Ik heb als zesjarige een keer naar de NASA gebeld, om te vragen of ik een keer mee mocht op één van hun ruimtemissies. Ruimtevaart was in die tijd een grote passie van mij, moet je weten. Ik wist er alles van. Maar ik sprak niet goed genoeg Engels om de baas van NASA mijn wensen kenbaar te maken...'

'Jammer,' schamperde Leo, ondertussen verder surfend.

'Ja,' zei Wouter. 'Op school kregen we toen nog geen Engels. Ik heb het allemaal moeten oppikken van de televisie. Zo was ik een grote fan van Star-Spangled Smashers, een sciencefictionserie. Ken je die toevallig?'

Leo schudde zijn hoofd.

'Mijn moeder wilde niet dat ik daarnaar keek. Dus deed ik het stiekem. Ik heb een hoop van die serie geleerd. Niet alleen Engels, maar ook hoe je moet omgaan met wezens van een andere planeet. Toch wel handig, vind ik. Je weet nooit of er ooit nog eens aliens op onze Aarde landen, om hier even flink huis te houden. Dat zou ik niet eens zo erg vinden, trouwens, als dat zou gebeuren. Er zijn een hoop dingen die van mij anders mogen in onze maatschappij...'

'Is dat zo?' vroeg Leo, nog steeds verder surfend.

'Natuurlijk. Als ik het voor het zeggen had, zou iedereen Engels spreken. Dat is toch veel makkelijker? En iedereen die weigert om het te leren, gaat maar naar een ander land. Trouwens, als het aan mij ligt, zouden alle landen zich verenigen tot één grote wereldnatie, waarin iedereen evenveel rechten en plichten heeft, en niemand tekortkomt. Maar ja, zie dat maar eens voor elkaar te krijgen. Daarom zou het goed zijn als de aliens komen. Dan moet de mensheid zich wel verenigen, om zo één blok tegen ze te vormen. Misschien dat de aliens daarom ook wel niet komen. Ze laten ons lekker doormodderen met onze interraciale oorlogen, in de hoop dat we nooit zullen evolueren tot een ruimtevarend ras. Toch wel slim bekeken van die gasten, vind je ook niet?'

'Hmmm,' zei Leo, een reclame wegklikkend.

'Ik heb altijd al bewondering gehad voor aliens. Ze zien er vaak niet uit, maar slim dat ze zijn! Niet te geloven. Dat moet ook wel, hoe kunnen ze anders van andere planeten naar hier komen? Daar moet je toch wel de nodige kennis voor in huis hebben, lijkt me. Nee, die aliens, die zijn niet mis... Hopelijk zijn ze ons goedgezind als ze eenmaal komen opdraven...' Hij blies in zijn koffie, en staarde voor zich uit.

'Dat help ik je hopen, Wouter,' schamperde Leo, en toetste enkele zoekwoorden in.

'Dan ga ik nu maar eens op zoek naar dat boek van jou,' zei Wouter, en schoof zijn toetsenbord en muis naar zich toe met de ervarenheid van een hacker, die hij misschien ook wel was. Met Wouter wist je het nooit.

Leo ging verder met zoeken, maar het leek allemaal vrij zinloos.  
            
 


Klik hier voor hoofdstuk 10d!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, February 8, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 10b

Hieronder hoofdstuk 10b van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 10. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 10a, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

10b


Leo nam op. Het bleek Geesje Leenschaar te zijn. 'Geesje,' zei Leo, 'vertel snel wat je te zeggen hebt, vóór het te laat is...'

'Dat zal ik doen,' zei Geesje, en kuchte. 'Excuses, ik ben een beetje verkouden. Maar waar had ik het over? Nou, ik was zonet bezig met mijn ochtendwandeling door de wijk toen ik Estelle Holbeen voorbij zag joggen...'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Weet je het zeker?'

'Vrij zeker. Estelle heeft toch rood haar en een wipneus?'

'Eh… nee.'

'Oh. Dan was het misschien iemand anders die is weggelopen. Dat straalde ze tenminste uit. Ik heb zelf ook weleens de neiging om weg te lopen, vooral als ik met Riet Ploeters aan het wandelen ben. Die loopt zo ongenadig hard. En ze is erg gierig. Als we na het wandelen iets gaan drinken betaal ik altijd, hoezeer ik ook mijn best doe om dat te voorkomen...'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Wat doe je dan zoal?'

'Naar de wc gaan als we op het punt staan om af te rekenen, klagen over hoe duur alles wel niet is geworden, de rekening naar haar toe schuiven, dat soort dingen. Maar het helpt allemaal niets...'

'Hoe moet dat dan als jullie gaan samenwonen?'

'Samenwonen...?' Geesjes stem klonk gespannen. 'Daar weet ik niets van…?'

'Oh,' zei Leo. 'Laat dan maar…' Had Kees soms gelogen?

'Mijn vader is ook weleens weggelopen,' ging Geesje verder, 'van de set van de film Voorwaarts mars! van Alberto Lopez...'

'Waarom, in vredesnaam?'

'Omdat de grimeur schmink in zijn ogen had gesmeerd, volgens hemzelf expres. De grimeur zei dat hij overwerkt was, omdat hij wel tweeduizend figuranten had moeten schminken. Gelukkig heeft hij zijn excuses aangeboden aan mijn vader, anders had het allemaal heel lastig kunnen worden bij ons thuis...'

'Dat wil ik geloven,' schamperde Leo.

'Zelf ben ik ook weleens overwerkt geweest, toen ik nog verpleegster was in verzorgingstehuis De Takkenboom. Er was daar een cliënt, Alfons Schuurbekken, die steeds zijn zakdoek uit zijn handen liet vallen als ik hem verzorgde. Ik was daar niet van gediend, maar Alfons zei dat hij er niets aan kon doen. Of dat waar is weet ik niet, maar het probleem loste zich vanzelf op toen hij enkele maanden later overleed aan de ziekte van Parkinson. Dat was een hele opluchting. Eindelijk kon ik weer slapen, want de affaire had me slapeloze nachten bezorgd. Soms heb ik nog nachtmerries over die periode. Dan droom ik dat ik niet kan slapen. De volgende morgen word ik doodmoe wakker... Maar dan ga ik weer wandelen met Riet, en is alles weer koek en ei. Althans, wat het sportieve gedeelte betreft...'

'Gelukkig maar,' schamperde Leo.

'Ja. Bent u weleens weggelopen?'

'Nee. Ik vind dat allemaal vrij zinloos.'

'Dat is waar. Zinloos is het. Coby zal wel in alle staten zijn. Ik heb gehoord dat ze ook nog eens goed ziek is geworden van medicijnen die ze gebruikt...'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Is dat zo?'

'Ja. Medicijnen van Mike Sonderveld. Asparifim, of iets in die trant. Ik wist niet eens dat dat middel bestond. Terwijl ik tijdens mijn werk als verpleegster genoeg met medicijnen te maken heb gehad. Weet je wat ik denk? Dat Mike een bedrieger is...'

'Dat zou best eens kunnen, Geesje.'

'Ja. Ik koop in ieder geval niets meer van hem. Zelfs geen bijsluiters. Ik heb hem een keer gevraagd om een bijsluiter voor me uit te printen, van een antipsychoticum dat ik gebruik, en dat kostte me, hou je goed vast, twee euro. Twee euro! Om een bijsluiter uit te printen! Dat die jongen nog op twee benen rondloopt mag een wonder heten...'

'Dat geldt denk ik voor wel meer mensen, Geesje...'

'Ja, maar toch... Als je twee euro vraagt voor vijf A4-tjes, dan ben je wat mij betreft een cynische klootzak die het beleg op zijn brood niet waard is...'

'Rustig, Geesje.'

'Excuses, ik ben een beetje verkouden. Ik ga maar weer ophangen. Wie is je collega van vanmorgen?'

'Wouter Rouwelink.'

'Ach zo. Doe hem maar de groeten van mij.'

'Doe ik, Geesje. Tot horens of tot ziens maar weer, en hou je taai...'

'Dag, Leo.'

'Dag, Geesje.' Leo hing op.  
            
 


Klik hier voor hoofdstuk 10c!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, February 1, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 10a

Hieronder hoofdstuk 10a van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het begin van hoofdstuk 10. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 9c, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

10a


De volgende dag was het donderdag. Leo de Ketter zat te ontbijten aan zijn eettafel. Zijn vaste telefoon rinkelde. Wat nu weer? dacht hij, en nam op. Er klonk gekraak, en vervolgens zei een blikkerige stem: 'De buizerd spreidt zijn vleugels. De buizerd spreidt zijn vleugels.' Er werd opgehangen.

Leo fronste zijn voorhoofd. De mysterieuze beller had weer toegeslagen. Wat bezielde iemand om dit soort telefoontjes te plegen? En wat had zijn boodschap te betekenen, als ze al iets te betekenen had? Leo had weinig zin om erover na te denken. Hij moest straks immers naar zijn werk. Hij at zijn boterhammen verder op, poetste zijn tanden, deed zijn jas aan, en ging op weg. Om vier minuten voor negen arriveerde hij in het kantoor van de Kleplijn. Wouter Rouwelink, zijn collega van vanmorgen, stond al bij de koffieautomaat, en vroeg: 'Koffie?'

Leo knikte.

Wouter schonk twee bekertjes in, en gaf eentje aan Leo. 'Wat kijk je bedrukt,' zei hij. 'Gaat het wel goed?'

Leo haalde zijn schouders op, en deed zijn jas uit. 'Ik heb een vreemd telefoontje gehad, meer niet,' zei hij, en ging aan zijn bureau zitten.

'Van de mysterieuze beller?' vroeg Wouter nieuwsgierig.

Leo fronste zijn voorhoofd. 'Hoe weet je daarvan?'

'Van je moeder,' zei Wouter. 'Wat had hij te melden?'

'Hij zei: “De buizerd spreidt zijn vleugels. De buizerd spreidt zijn vleugels.” Meer niet.'

'Hmmm,' zei Wouter, en wreef nadenkend over zijn kin. 'Ik heb ooit een boek gelezen dat De buizerd spreidt zijn vleugels heette...'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Is dat zo? Waar ging het over?'

'Over een tv-verslaafde die de wijde wereld in trekt...' Wouter dacht na, en zei: 'Misschien wilde de mysterieuze beller je een leestip geven...?'

'Laten we hopen dat dat het is, en ook niet meer dan dat. Verder nog nieuws?'

Wouters gezicht begon te stralen. 'Ik ben dinsdagavond, na mijn avonddienst, iets wezen drinken met Tracy...'

'Tjonge,' zei Leo. 'Hoe is dat zo gekomen?'

'Ja, toen ik haar dinsdagavond kwam aflossen vertelde ze dat ze maar moeilijk over straat durft. Dus heb ik aangeboden om haar, na mijn shift, naar huis te begeleiden. Onderweg zijn we ergens wat gaan drinken, omdat Tracy hele erge dorst had...'

'Toe maar. Wat hebben jullie gedronken?'

'Ik een biertje, en zij enkele glazen rosé...'

'En toen?' vroeg Leo, en blies in zijn koffie.

'Toen heb ik haar naar huis gebracht… Met de nodige moeite, want ze kon amper lopen… En ze lag steeds dubbel, om de meest onnozele dingen...'

'Ja, humor is belangrijk in een relatie...'

'Ja… Maar daarna ben ik doorgelopen naar mijn eigen huis… Ik wil geen seks met dronken meisjes...'

'Nee...'

'Ik dacht nog: moet ik niet bij haar blijven? Voor het geval ze overgeeft in haar slaap…? Hoeveel verhalen lees je wel niet over mensen die stikken in hun eigen spuwsel…?'

Leo fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Waarom heb je haar dan zoveel laten drinken?'

'Dat wilde ze zelf...'

'Tja...'

'Weet je wat ik denk? Dat ze alcoholist is...'

'Dat zou best eens kunnen, Wouter...'

'Ja,' zei Wouter, en blies in zijn koffie. 'Toch erg, dat zo'n meisje op haar leeftijd al alcoholist is. Dat is toch nergens voor nodig...?'

'Nee...'

'Ik weet niet goed wat ik moet doen. Aan de ene kant wil ik haar helpen, aan de andere kant kan ik maar weinig respect opbrengen voor mensen die teveel drinken. En ik ben bang dat ik er in meegesleurd word...'

'Dat valt inderdaad niet mee,' schamperde Leo, en nipte van zijn koffie.

'Ach,' zei Wouter, 'misschien gaat het allemaal vanzelf wel over. Ze is nog jong, en moet nog een hoop leren...'

Leo keek op zijn horloge: ze mochten nu toch weleens gaan bellen. Prompt rinkelde zijn telefoon. 
            
 


Klik hier voor hoofdstuk 10b!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.