Hieronder deel 33 van de humoristische roman De praatjesmaker. Dit is het slot van hoofdstuk 10. Lees eerst deel 1 t/m 32, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!
Bert legde zijn woord op het speelbord: “strozak”, gebruikmakend van de k van “geluk”.
'Is dat een bestaand woord?' vroeg Mamzuka, die waarschijnlijk haar voorsprong in gevaar zag komen.
'Natuurlijk,' zei Bert. 'Zoek maar op.'
Mamzuka zocht het woord op in Berts woordenboek, en inderdaad, het bleek te bestaan. 'Hoeveel punten is dat...?' vroeg ze.
Bert telde de score. 'Achtentwintig punten,' zei hij fronsend, wellicht teleurgesteld omdat hij daarmee Mamzuka's score niet overtrof.
'Waarom heb je voor dat woord gekozen?' vroeg Treesje.
Bert haalde zijn schouders op. 'Zomaar...'
'Hadden jullie op de boerderij soms strozakken?' vroeg Mamzuka.
Bert dacht na. 'Volgens mij niet...'
'Ik zou niet graag op een strozak liggen,' zei Treesje.
Mamzuka keek haar aan, en vroeg: 'Waar dan wel op?'
'Op een waterbed. Maar daar heb ik geen geld voor.'
'Wees maar blij dat je geen waterbed hebt,' zei Mamzuka. 'Een kennis van mij heeft een keer een lek gehad in haar waterbed. Haar hele slaapkamer stond blank. En haar postzegelcollectie, die ze onder haar bed bewaarde, was ook verzopen.'
'Hoe oud was die kennis?' vroeg Bert.
Mamzuka dacht na. 'Vierendertig.'
'En die verzamelde nog postzegels?' vroeg Bert ongelovig.
Treesje keek hem aan, en vroeg 'Waarom niet? Is daar wat mis mee?'
'Dat je in je jeugd postzegels verzamelt, is nog tot daar aan toe, maar daarna kun je er maar beter mee stoppen,' zei Bert, en nam een slok van zijn bier.
'Ze is er ook mee gestopt,' zei Mamzuka. 'Daarom bewaarde ze haar collectie ook onder haar bed, omdat ze er toch nooit meer naar keek.'
'Zaten er zeldzame postzegels bij?' vroeg Treesje.
'Dat moet je aan haar vragen,' zei Mamzuka. 'Maar ik meen van niet. Ze is nooit een verwoed verzamelaar geweest. Ze ging niet alle postzegelbeurzen af, of iets in die trant...'
Bert trok een wenkbrauw omhoog, en vroeg: 'Hoe kwam ze dan aan postzegels?'
'Van haar penvriendinnen. Ze had over de hele wereld penvriendinnen, die haar regelmatig een brief stuurden. De postzegels weekte ze van de enveloppen af. Maar ze kreeg steeds minder brieven, dus is ze daar maar mee gestopt...'
'Waarom kreeg ze dan steeds minder brieven?' wilde Treesje weten.
Bert snoof minachtend, en zei: 'Waarschijnlijk omdat ze vreemde hobby's had...'
Mamzuka schudde haar hoofd. 'Omdat ze op een gegeven moment per e-mail gingen corresponderen.'
'Dat is inderdaad veel goedkoper,' zei Treesje.
'Maar minder leuk,' zei Mamzuka. 'De meeste contacten zijn inmiddels verwaterd.'
'Jammer,' zei Treesje. 'Toch zou ik wel graag een waterbed hebben. Het ligt nu eenmaal erg lekker.'
Mamzuka keek naar Tom, en vroeg: 'Heb jij een waterbed, Tom?'
Tom schudde zijn hoofd.
'Wat dan wel?' vroeg Bert. 'Strozakken?' Hij grijnsde.
Tom schudde zijn hoofd. 'Gewoon. Een matras. Zoals de meeste mensen...'
'En, bevalt dat?' vroeg Bert.
Tom knikte.
'Lig je er veel op?' vroeg Mamzuka.
'De laatste tijd wel, ja,' zei Tom.
Treesje fronste haar voorhoofd, en vroeg: 'Hoe komt dat? Ben je ziek?'
'Zoiets, ja,' zei Tom. Hij had weinig zin om te vertellen waar hij last van had. Mogelijk zou dat de sfeer teveel verpesten. Dus zweeg hij maar.
Treesje keek hem aan, en vroeg: 'Wat scheelt er dan aan?'
Tom dacht na. Zou hij vertellen wat hem dwarszat? Misschien was dat toch beter. Dus zei hij: 'Mijn huisarts zegt dat ik overspannen ben...'
'Overspannen?' vroeg Treesje. 'Is het beroep van praatjesmaker dan zo zwaar?'
'Wel als je het eigenlijk niet leuk vindt,' zei Mamzuka.
Treesje keek naar Tom, en vroeg: 'Vind je het dan niet leuk om praatjes te maken?'
'Niet leuk is een groot woord,' zei Tom aarzelend.
'Maar...?' vroeg Treesje.
'Teveel is teveel...' Hij keek de anderen aan, en zei: 'Laten we het maar ergens anders over hebben...'
Treesje keek bezorgd, en zei: 'Heb je liever dat we stoppen met spelen?'
'Nee. Laten we vooral dΓ³Γ³rgaan. Ik wil nu eindelijk wel eens een woord neerleggen...'
Treesje keek naar de anderen, vervolgens weer naar Tom, en zei: 'Weet je het zeker? Je ziet erg bleek. Voel je je wel goed?'
'Misschien is het toch beter als we stoppen,' zei Bert. 'Ik ben zelf ook een tijdje overspannen geweest, vanwege mijn werk als bouwvakker. Als je overspannen bent, kun je maar beter niets forceren...'
'Dat is waar,' zei Mamzuka. 'Straks breekt het lijntje nog.'
'Goed dan,' zei Tom. 'Dan gaan we volgende keer wel verder...'
'Prima,' zei Bert.
Tom stond op, en zei: 'Ik ga maar weer eens. Een fijne avond nog...'
'Insgelijks,' zei Bert. 'Doe rustig aan. En als je hulp nodig hebt, weet je ons te vinden. Of weet je wat? Ik bel binnenkort zelf wel.'
'Is goed,' zei Tom. Hij deed zijn jas aan, zijn rugzak op zijn rug, en liep in looppas terug naar huis, waar hij vrijwel meteen zijn bed in dook.
(c) Copyright Tom Betoek 2014-heden. All rights reserved.
Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.
No comments:
Post a Comment