Tuesday, March 29, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 12a

Hieronder hoofdstuk 12a van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het begin van hoofdstuk 12. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 11d, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

12a


De volgende dag was het zaterdag. Leo was maar weer eens op bezoek bij zijn ouders, Dirk de Ketter en Heleen de Ketter-Linkesoep. Hij ging op de tweezitsbank zitten. Zijn moeder schonk hem koffie in, en gaf hem een gevulde koek. Ze ging naast Dirk op de driezitsbank zitten, keek Leo aan, en zei: 'Fijn dat je gekomen bent, Leo.'

'Graag gedaan,' zei Leo, en blies in zijn koffie.

'Hoe gaat het?' vroeg Heleen, en blies eveneens in haar koffie.

'Goed.'

'Nog nieuws over Estelle?'

Leo schudde zijn hoofd. Hij begon het geouwehoer over Estelle een beetje zat te worden.

'Ik heb gehoord dat ze is gezien in Brussel,' zei Heleen. 'Ze hielp daar een oud vrouwtje de straat over. Dat doet me deugd, dat ze oude vrouwtjes de straat over helpt. Als ze het tenminste w谩s...'

'Dat denk ik niet,' mengde Dirk zich.

Leo fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Van wie heb je gehoord dat ze in Brussel is?'

Heleen dacht na, en zei: 'Van Brenda Weeffout. Die was in Brussel om kledingstoffen te bekijken. Ik kwam haar gisteren tegen in de Boppo, en toen moest ik wel een praatje met haar maken. Wist je dat ze een eigen kledingwinkel heeft?'

Leo knikte.

'Ik zou ook wel een eigen kledingwinkel willen,' zei Heleen. 'Ik heb verder toch niets te doen...'

'En het huishouden dan?' vroeg Dirk.

Heleen fronste haar voorhoofd. 'Een huis moet nooit te schoon zijn. Daar word je ziek van...'

Leo fronste zijn voorhoofd. Samantha had het daar gisteren ook al over gehad, dus zei hij: 'Hebben jullie toch naar de Kleplijn gebeld?'

Heleen schudde wild haar hoofd. 'Natuurlijk niet. We zouden niet durven. Ik heb laatst wel met Coby gebeld, omdat ik Estelle meende te hebben gezien. Maar het bleek een paspop...'

Dirk fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Hoe kun je een paspop nu voor Estelle aanzien?'

'Zo vreemd is dat niet,' zei Heleen. 'Een paspop is ook alleen op de wereld, en heeft ook niemand die van haar houdt, net als Estelle...'

'Ik denk anders dat er voldoende mensen zijn die van Estelle houden,' schamperde Dirk.

'Oh ja?' zei Heleen. 'Wie dan?'

'Nou, bijvoorbeeld Armando...'

Leo wreef over zijn voorhoofd, dat begon te steken. De naam Armando kwam hem bekend voor, maar hij had geen zin om zijn hoofd erover te breken waarvan precies.

'Welnee,' zei Heleen. 'Armando is daar niet serieus genoeg voor. Die zit altijd maar achter de meiden aan, en vreet voor de rest niets uit...'

'Daarom juist,' zei Dirk. 'Estelle doet precies hetzelfde. Daarom passen ze ook zo goed bij elkaar...'

'Niet waar,' zei Heleen. 'Armando is donker en Estelle is blond. Dat kan nooit goed gaan...'

'Oh nee?' zei Dirk. 'En wij dan? Ik ben ook donker, en jij blond...'

'Geblond茅茅rd,' zei Heleen. 'Dat is heel wat anders. En jij bent niet donker...'

'Wel waar...,' zei Dirk.

Leo besloot snel van onderwerp te veranderen, en zei: 'Verder nog nieuws?'

Heleen dacht na, en zei: 'Ik heb me opgegeven om te gaan wandelen met mensen in rolstoelen. Die zitten de hele dag maar binnen, en dat lijkt me niet gezond...'

Leo trok een wenkbrauw omhoog, en vroeg: 'Hoe gaat dat precies in zijn werk?'

'Ik word gekoppeld aan iemand in een rolstoel, en dan ga ik iedere week met hem wandelen. Maakt niet zoveel uit waarnaartoe, als hij maar even flink kan uitwaaien...'

Leo dacht na. Hopelijk had Jorge Aldano zich hier niet voor opgegeven. 'Weet je al wie het is?' vroeg hij.

Heleen schudde haar hoofd. 'Ik heb specifiek om een man gevraagd, want daar kan ik beter mee opschieten. Hij mag best een crimineel verleden hebben, maar alsjeblieft wel met goede manieren. Dat hij deuren voor me openhoudt en dergelijke...'

Dirk fronste zijn voorhoofd, en zei tegen Leo: 'Ik heb haar al een paar keer gezegd dat ze dat kwalijk van een invalide kan verlangen, maar ze luistert niet...'

Heleen fronste haar voorhoofd, en beet hem toe: 'Je moet ze nooit invalide noemen. Dat is een belediging. Ik noem ze steevast mensen in rolstoelen. Daar kwets je niemand mee...'



Klik hier voor hoofdstuk 12b!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, March 22, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 11d

Hieronder hoofdstuk 11d van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het slot van hoofdstuk 11. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 11c, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

11d


Om vijf minuten voor 茅茅n kwamen Samantha Hambourge en Coby Holbeen keuvelend het kantoor binnenwandelen. Leo sloot snel zijn webbrowser, en zei: 'Goedemiddag, dames...'

'Goedemiddag, dame en heer,' zei Samantha. 'Hoe is het hier?'

'Goed,' zei Leo.

'Veel bellers gehad?'

'Eentje maar,' mengde Tracy zich. 'Mike Sonderveld.'

Samantha balde haar vuisten, en zei: 'Wacht maar tot ik hem te pakken krijg. Dan zal ik hem eens goed de waarheid zeggen...'

'Dat hoeft niet,' zei Tracy, 'dat heeft Leo al gedaan...'

Samantha trok een wenkbrauw omhoog, keek naar Leo, en zei: 'Is dat zo? Wat heb je gezegd?'

'Dat hij beter hondenuitlater kan worden,' zei Leo.

Samantha fronste haar voorhoofd, en zei: 'Dat weet ik nog zo net niet. Ik zie hem weleens lopen met zijn hond, en dan staat hij altijd te trillen op zijn poten...'

'Wie?' vroeg Tracy. 'De hond, of Mike?'

'Allebei,' zei Samantha.

Coby liep naar de koffieautomaat, en zei: 'Koffie?'

Samantha draaide zich naar Coby toe, en zei: 'Zou je dat wel doen?'

Coby haalde haar schouders op, en zei: 'Eentje moet kunnen...'

'Eentje dan,' zei Samantha. 'En schenk voor mij ook maar in...' Ze draaide zich naar Leo en Tracy toe, en zei: 'Jullie ook?'

Leo en Tracy schudden hun hoofd.

Coby schonk twee koffies in, en gaf eentje aan Samantha, die hem in ontvangst nam, haar bedankte, en vroeg: 'Ben je inmiddels met de Asparifim gestopt, Coby?'

Coby schudde haar hoofd. 'In de bijsluiter staat dat je het minstens een week moet gebruiken...'

Samantha fronste haar voorhoofd. 'Ook als het de zaken alleen maar erger maakt?'

Coby aarzelde, en zei: 'Maar het maakt de zaken niet erger. Sinds gisteren gaat het alweer stukken beter...'

Samantha fronste opnieuw haar voorhoofd. 'Beter? Onderweg hierheen zei je nog dat je de hele nacht op de wc hebt gezeten...'

'Ja, maar ik heb daar wel een paar uur kunnen slapen, dus wat dat betreft gaat het beter...' Ze keek de anderen onderzoekend aan, en blies zachtjes in haar koffie.

Tracy trok haar wenkbrauwen omhoog, en zei: 'Zou je niet beter toch maar naar de huisarts gaan?'

Coby schudde haar hoofd. 'Het waait allemaal vast wel over. Zolang ik er hier geen last van heb, valt het nog reuze mee...'

'Maar thuis zit je er toch maar mee,' zei Tracy. 'Kom je nog wel aan je huishouden toe? Helemaal nu Estelle weg is?'

Coby fronste haar voorhoofd. 'Estelle stak nooit een poot uit in het huishouden, dus wat dat betreft is er niets veranderd. Nee, ik red me best...'

'Een beetje viezigheid in huis kan geen kwaad,' mengde Samantha zich. 'Sterker nog, het is juist goed. Juist als een huis te schoon is, worden mensen vaker ziek...'

Tracy fronste haar voorhoofd, en zei: 'Dat weet ik nog zo net niet, Samantha. Ik heb een tijdje in een restaurant gewerkt, en daar was het viezer dan een buitenwijk in Calcutta. En toch was ik regelmatig ziek...'

'Dat was dan omdat je het werk niet leuk vond,' zei Samantha. 'Geest en lichaam zijn 茅茅n. Als je geest iets niet leuk vindt, houdt je lichaam er op een gegeven moment mee op...'

Leo dacht na. Hij was lichamelijk gezien redelijk gezond, dus 贸f hij vond zijn werk leuk, 贸f het was bij hem thuis een mestvaalt. 脫f Samantha wist er het fijne niet van. Hij gokte op het laatste.

Het was alsof Samantha zijn gedachten kon lezen, want ze keek hem aan, en zei: 'Jij bent zeker nooit ziek, Leo?'

'Meestal niet,' zei Leo.

'Houden zo,' mengde Tracy zich.

Leo keek op zijn horloge: tijd om naar huis te gaan. Hij deed zijn jas aan, groette de overige aanwezigen, en liep terug naar huis.

Thuis lunchte hij, zette hij een was aan, en deed hij voor de rest van de dag niet veel meer.
       
 


Klik hier voor hoofdstuk 12a!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, March 15, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 11c

Hieronder hoofdstuk 11c van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 11. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 11b, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

11c


Tracy bekeek Leo met glinsterende ogen, en zei: 'H茅茅l goed, zoals je tegen Mike inging. Het werd tijd dat die jongen eens de waarheid hoorde...'

'Dank je,' zei Leo, en dronk zijn koffiebekertje leeg.

Tracy keek om zich heen, boog licht voorover, en zei: 'Ik heb een keer een doos koffiekoekjes van Mike gekocht, en ben daar goed ziek van geworden. Ze begonnen op een gegeven moment ook melig te smaken. Ze waren w茅l spotgoedkoop. Zeven euro negenennegentig voor een doos met zestien zakken. In de supermarkt betaal je minstens het dubbele...' Ze keek hem aan, en zei: 'Eet jij weleens koekjes?'

Leo dacht na, en zei: 'Alleen als ik op visite ben.'

'Dat is waar ook,' zei Tracy. 'Je moeder vertelde dat laatst. Ze zei dat je altijd een gevulde koek bij de koffie neemt als je bij ze op bezoek bent...'

Leo fronste zijn voorhoofd, en vroeg: 'Wanneer heeft ze je dat verteld?' Als het na het door hem ingestelde belverbod was geweest, zou hij haar morgen eens flink het vuur aan de schenen leggen.

Tracy dacht na, en zei: 'Dat weet ik niet meer... Ik weet w茅l dat ik graag met je moeder praat. Ze zit vol levenswijsheid. Mijn eigen moeder veel minder. Die hangt de hele dag maar voor de tv, en voert voor de rest geen klap uit. Ik zeg er weleens wat van, als ik bij haar op bezoek ben, maar dan gebaart ze meestal dat ik stil moet zijn, omdat er dan net een leuke videoclip op tv is. Maar ze vindt elke videoclip leuk... Dat is het probleem met haar: ze heeft totaal geen smaak...'

'Hoe heet ze?' vroeg Leo.

'Kitty. Kitty Lamshoofd-Brullemeyer. Mijn vader heet Bruno Lamshoofd. Hun huwelijk was een moetje. Althans, ze hebben zich, tijdens een vakantie op een cruiseschip, door een priester laten overhalen om te trouwen, nadat mijn moeder had ontdekt dat ze zwanger van mij was. Die priester wilde niet dat ik in ellende zou opgroeien. Ik ben die man nog steeds dankbaar, al krijg ik al een tijdje geen kerstpakketten meer van hem. Maar ja, zoiets houdt natuurlijk een keer op... Jammer is het wel, want omdat ik nu vaker met de taxi moet, hou ik per maand minder geld over om eten te kopen...' Ze keek naar de koffieautomaat, en zei: 'Over eten gesproken, jij nog koffie?'

'Nog eentje dan,' zei Leo.

Tracy liep naar de koffieautomaat, en tapte twee koffies. Eentje zette ze op Leo's bureau neer, om vervolgens weer te gaan zitten op haar plek. 'In principe drink ik zo weinig mogelijk koffie,' zei ze, 'behalve als ik op mijn werk ben...' Ze keek met toegeknepen ogen naar de koffieautomaat, vervolgens naar Leo, en zei: 'Zou Freddy soms drugs door het koffiepoeder doen?'

Leo fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Waarom zou hij dat doen?'

Tracy haalde haar schouders op. 'Om wraak te nemen? Freddy heeft het niet gemakkelijk als klusjesman annex conci毛rge. Er is veel kritiek op hem...'

'Dat kan wel wezen, maar drugs door het koffiepoeder doen gaat wel erg ver. Daarbij zouden we dat dan toch ook moeten hebben gemerkt?'

Tracy blies in haar koffie, en zei: 'Misschien heb ik dat ook. Neem nu die angst van mij om over straat te gaan. Die komt toch niet zomaar uit de lucht vallen?'

Leo fronste zijn voorhoofd. 'In jouw geval wel. Je was toch aangevallen door een duif?'

'Ja, omdat ik bang was. Duiven kunnen dat ruiken. Ik was dus al bang v贸贸rdat dat gebeurde...'

'Ja,' zei Leo, 'maar eerder zei je dat iedereen weleens bang is, dus dat hoeft niet per se aan de koffie te liggen...' Hij keek naar zijn koffiebekertje, vervolgens weer naar Tracy, en zei: 'Je wordt toch niet high van deze koffie, of wel soms?'

Tracy dacht na. 'Volgens mij niet... Maar misschien stopt Freddy er drugs in waar je niet high van wordt…?'

Leo fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Wat heeft dat voor zin?' Hij keek haar streng aan, en zei: 'Je moet mensen niet vals beschuldigen, Tracy...'

Tracy sloeg haar ogen neer, en zei: 'Goed, Leo... Ik zal het niet meer doen...'

Leo trok zijn toetsenbord en muis naar zich toe, opende zijn webbrowser, en ging maar weer eens op zoek naar nieuw leesvoer, onderwijl zijn koffie drinkend.      
            
 


Klik hier voor hoofdstuk 11d!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, March 8, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 11b

Hieronder hoofdstuk 11b van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het vervolg van hoofdstuk 11. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 11a, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

11b


De beller bleek Mike Sonderveld te zijn. 'Leo,' zei Mike, 'ik heb een aanbod dat je niet kunt afslaan...'

'Dat lijkt me sterk,' schamperde Leo, en nam een slok van zijn koffie.

'Toch is het zo. Vier doosjes Japanse muntthee, een zak koffiekoekjes, een doos echte bonbons van Jacques Fondant, een blik boterbabbelaars, 茅n een doosje Asparifim, voor slechts vier euro negenennegentig. Op is op...'

'Nee, dank je,' zei Leo. 'Trouwens, Coby is goed ziek geworden van jouw medicijnen...'

'Onzin. Coby was al ziek toen ik haar medicijnen gaf. Waarschijnlijk heeft ze fouten gemaakt in de dosering. Zo is ze wel. Kijk maar naar hoeveel koffie ze steeds drinkt. Ze weet gewoon geen maat te houden. Is dat mijn schuld?'

'Hoe dan ook lijkt het me beter dat je de mensen geen rotzooi meer verkoopt, Mike.'

Tracy, die zat mee te luisteren, stak goedkeurend een duim op.

'Asparifim is geen rotzooi, Leo,' zei Mike. 'Het is getest op meer dan vijfduizend proefpersonen, waaronder mijn buurvrouw. Die had nergens last van. Nee, Coby moet gewoon minder koffie drinken, en zich minder druk maken om Estelle. Stress is niet goed voor je darmen, dat weet een kind...'

'Medicijnen die verkeerd werken ook niet, Mike. Dus hou op met de verkoop ervan.'

'Maar dan loop ik een hoop inkomsten mis,' jammerde Mike.

'Dan zoek je maar fatsoenlijk werk...'

'Maar... Mijn vader was een rasverkoper...'

'Ja. En? Wil je net zo eindigen als hij?'

Mike aarzelde, en zei: 'Nee.'

'Hou dan op met die onzin, en zoek fatsoenlijk werk.'

'Maar wat voor werk dan, Leo?'

Leo zuchtte, en zei: 'Heb je nog meer interesses, behalve verkopen?'

Mike dacht na. 'Nou, ik hou erg van honden...'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Is dat zo?'

'Ja. Ik heb zelf ook een hond. Hij heet Paddo, en is zeven jaar oud. Ik heb hem Paddo genoemd omdat hij als puppy per ongeluk een paddo heeft opgegeten. Sindsdien wil hij alleen nog maar paddo's. Maar die geef ik hem natuurlijk niet. Wie moet dat gaan betalen? Nee, hij eet maar gewoon hondenvoer, net als andere honden...'

'En terecht, Mike. Je had hem geen paddo moeten laten eten...'

'Het ging per ongeluk, Leo. Ik liet hem uit in het Wilhelmina-park, toen ik bij een bankje een paddo zag liggen. V贸贸r ik er erg in had, had Paddo hem al binnen...'

Leo wreef nadenkend over zijn kin, en zei: 'Wacht eens even… Er klopt iets niet... Meestal geef je honden hun naam als ze geboren worden. Waarom gaf je Paddo zijn naam pas toen hij oud genoeg was om uitgelaten te worden en een paddo te eten?'

'Nou, eerst heette hij Peter-Jan, maar daar luisterde hij niet naar. Iedere keer als ik het woord “paddo” zei, begon hij te kwispelen, dus heb ik hem maar Paddo genoemd...'

Leo fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Ik vind het maar een vaag verhaal, Mike...' Hij nam maar weer eens een slok van zijn koffie.

'Toch is het zo.'

'Vooruit dan maar. Dus honden zijn je passie?'

'Nogal, Leo...'

'Waarom word je dan geen hondenuitlater?'

'Nou, ik heb ontzettende last van mijn voeten. Daarom ben ik ook telefonisch verkoper geworden. Dat kan ik vanuit mijn luie stoel doen...'

'Kun je je voeten niet in een warm badje steken?'

Mike snoof, en zei: 'Als dat toch eens voldoende was geweest, Leo...'

Leo zuchtte. 'Als je het verkopen van rommel maar opgeeft, Mike...'

'Ik zal erover nadenken...' Mike aarzelde, en zei: 'U wilt dus echt niets kopen...?'

'Nee.'

'Jammer. In ieder geval bedankt voor dit gesprek...'

'Niets te danken, Mike. Denk er maar eens goed over na...'

'Zal ik doen. Dag, Leo...'

'Dag, Mike.' Leo hing op.     
            
 


Klik hier voor hoofdstuk 11c!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

Tuesday, March 1, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 11a

Hieronder hoofdstuk 11a van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het begin van hoofdstuk 11. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 10d, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

11a


De volgende dag was het vrijdag. Leo zat thuis te ontbijten toen zijn vaste telefoon rinkelde. Zou het de mysterieuze beller zijn? Nee, het was zijn moeder, Heleen de Ketter-Linkesoep. 'Ma,' zei hij, 'ik heb niet veel tijd...'

'Oh... Nou ja, ik wilde alleen maar vragen of je niet op bezoek kunt komen...'

'Morgen, ma. Rond de gebruikelijke tijd.'

'Prima. Heeft de mysterieuze beller nog gebeld?'

'Ja, ma.'

'En? Wat had hij te melden?'

'Niet veel. “De buizerd spreidt zijn vleugels.” Meer niet...'

'Oei, dat klinkt niet best...'

'Vind je? Hoe dan ook ga ik me er niet druk over maken. Als hij me iets te zeggen heeft, praat hij maar in normale taal...'

'Dat is waar. En verder? Heb je nog nieuws over Estelle?'

'Nee, ma.'

'Jammer. Ik dacht even dat ik haar gisteren in een moestuintje zag werken, maar het was iemand anders. Nou ja, ze zal vanzelf wel terechtkomen. Hou in ieder geval je ogen en oren goed open, Leo...'

'Doe ik, ma. Anders nog iets?'

'Nee, dat was het wel weer. Dus we zien je morgen?'

'Ja, ma.'

'Goed. Tot dan. En veel succes op je werk...'

'Bedankt, ma.'

'Dag, Leo...'

'Dag, ma.' Leo hing op. Hij at zijn ontbijt verder op, poetste zijn tanden, deed zijn jas aan, en liep richting zijn werk. De zon kwam amper door de wolken heen, maar dat kon Leo niet deren. Toen hij in het kantoor van de Kleplijn arriveerde, stond Tracy Lamshoofd al bij de koffieautomaat een bekertje te tappen. 'Koffie?' vroeg ze.

'Doe maar,' zei Leo. Hij deed zijn jas uit, hing die over zijn stoel, en ging zitten.

Tracy overhandigde hem een bekertje. Leo nam het in ontvangst, en bedankte haar. Tracy ging op haar plek zitten, en blies in haar koffie. Ze bekeek Leo van over de rand van haar bekertje, en zei: 'Ally vertelde me dat je gestudeerd hebt, maar dat je je studie niet hebt afgemaakt...'

Leo keek haar aan, en zei: 'Dat klopt.'

Tracy's ogen begonnen te glinsteren, en ze zei: 'Enig idee hoe dat komt?'

Leo haalde zijn schouders op. 'Doet het ertoe?'

Tracy negeerde de vraag, en zei: 'Was je bang?'

Leo fronste zijn voorhoofd. 'Hoe bedoel je, bang?'

'Gewoon. Had je last van angst?'

Leo dacht terug aan zijn studententijd. Hij had toen zeker last gehad van angst, en ook nog wel van andere dingen, maar daar stond hij liever niet teveel bij stil. Dus knikte hij maar.

'En nu?' vroeg Tracy. 'Ben je nu ook bang?'

Leo haalde zijn schouders op. 'Ik denk het. Hoezo?'

'Gewoon,' zei Tracy. 'Volgens de taxichauffeur die mij zonet hiernaartoe heeft gereden is iedereen weleens bang...'

'Dat zou best kunnen, Tracy,' zei Leo, en blies in zijn koffie.

'Ik denk dat angst je ook kan behoeden voor gevaren,' zei Tracy. Ze lachte maniakaal, en zei: 'Is angst eigenlijk niet iets vreemds?'

'Ja, Tracy, vast wel... Maar wat doe je eraan?'

'Dat weet ik niet… De vraag is of je er wel iets aan moet doen... Misschien moet je het gewoon maar zijn beloop laten...'

'Misschien, Tracy, misschien...'

Tracy blies in haar koffie, en zei: 'Estelle zal nu ook wel bang zijn, zo ver van huis...'

Leo fronste zijn voorhoofd. 'Wie zegt dat ze ver van huis is? Misschien zit ze bij 茅茅n van haar vriendjes.'

Tracy schudde haar hoofd. 'Dat lijkt me niet. Als je wegloopt van huis, kun je dat maar beter zo ver mogelijk doen... Anders heeft het weinig zin...'

Leo trok een wenkbrauw omhoog. 'Heb je daar ervaring mee?'

'Nee, maar dat is toch logisch? Als je bijvoorbeeld in dezelfde stad blijft als waar je woonde, is de kans groter dat je weer wordt teruggevonden dan wanneer je bijvoorbeeld het vliegtuig naar Australi毛 neemt, nietwaar?'

Leo knikte.

'Daarom vind ik het ook maar onzin om te blijven uitkijken naar Estelle,' ging Tracy verder.

'Tenzij ze niet langer gevlogen wil zijn,' zei Leo. 'Dan zou ze weleens in dit gebouw, of zelfs in deze kamer, kunnen zijn...' Prompt begon zijn telefoon te rinkelen.    
            
 


Klik hier voor hoofdstuk 11b!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.