Tuesday, March 29, 2022

'De Kleplijn' (roman), hoofdstuk 12a

Hieronder hoofdstuk 12a van de humoristische roman 'De Kleplijn'. Dit is het begin van hoofdstuk 12. Lees eerst hoofdstuk 1a t/m 11d, als je dat nog niet gedaan hebt. Veel plezier! Laat me weten wat je ervan vindt!

 

Tom Betoek De Kleplijn humoristische roman tekstballonnen

12a


De volgende dag was het zaterdag. Leo was maar weer eens op bezoek bij zijn ouders, Dirk de Ketter en Heleen de Ketter-Linkesoep. Hij ging op de tweezitsbank zitten. Zijn moeder schonk hem koffie in, en gaf hem een gevulde koek. Ze ging naast Dirk op de driezitsbank zitten, keek Leo aan, en zei: 'Fijn dat je gekomen bent, Leo.'

'Graag gedaan,' zei Leo, en blies in zijn koffie.

'Hoe gaat het?' vroeg Heleen, en blies eveneens in haar koffie.

'Goed.'

'Nog nieuws over Estelle?'

Leo schudde zijn hoofd. Hij begon het geouwehoer over Estelle een beetje zat te worden.

'Ik heb gehoord dat ze is gezien in Brussel,' zei Heleen. 'Ze hielp daar een oud vrouwtje de straat over. Dat doet me deugd, dat ze oude vrouwtjes de straat over helpt. Als ze het tenminste wΓ‘s...'

'Dat denk ik niet,' mengde Dirk zich.

Leo fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Van wie heb je gehoord dat ze in Brussel is?'

Heleen dacht na, en zei: 'Van Brenda Weeffout. Die was in Brussel om kledingstoffen te bekijken. Ik kwam haar gisteren tegen in de Boppo, en toen moest ik wel een praatje met haar maken. Wist je dat ze een eigen kledingwinkel heeft?'

Leo knikte.

'Ik zou ook wel een eigen kledingwinkel willen,' zei Heleen. 'Ik heb verder toch niets te doen...'

'En het huishouden dan?' vroeg Dirk.

Heleen fronste haar voorhoofd. 'Een huis moet nooit te schoon zijn. Daar word je ziek van...'

Leo fronste zijn voorhoofd. Samantha had het daar gisteren ook al over gehad, dus zei hij: 'Hebben jullie toch naar de Kleplijn gebeld?'

Heleen schudde wild haar hoofd. 'Natuurlijk niet. We zouden niet durven. Ik heb laatst wel met Coby gebeld, omdat ik Estelle meende te hebben gezien. Maar het bleek een paspop...'

Dirk fronste zijn voorhoofd, en zei: 'Hoe kun je een paspop nu voor Estelle aanzien?'

'Zo vreemd is dat niet,' zei Heleen. 'Een paspop is ook alleen op de wereld, en heeft ook niemand die van haar houdt, net als Estelle...'

'Ik denk anders dat er voldoende mensen zijn die van Estelle houden,' schamperde Dirk.

'Oh ja?' zei Heleen. 'Wie dan?'

'Nou, bijvoorbeeld Armando...'

Leo wreef over zijn voorhoofd, dat begon te steken. De naam Armando kwam hem bekend voor, maar hij had geen zin om zijn hoofd erover te breken waarvan precies.

'Welnee,' zei Heleen. 'Armando is daar niet serieus genoeg voor. Die zit altijd maar achter de meiden aan, en vreet voor de rest niets uit...'

'Daarom juist,' zei Dirk. 'Estelle doet precies hetzelfde. Daarom passen ze ook zo goed bij elkaar...'

'Niet waar,' zei Heleen. 'Armando is donker en Estelle is blond. Dat kan nooit goed gaan...'

'Oh nee?' zei Dirk. 'En wij dan? Ik ben ook donker, en jij blond...'

'Geblondéérd,' zei Heleen. 'Dat is heel wat anders. En jij bent niet donker...'

'Wel waar...,' zei Dirk.

Leo besloot snel van onderwerp te veranderen, en zei: 'Verder nog nieuws?'

Heleen dacht na, en zei: 'Ik heb me opgegeven om te gaan wandelen met mensen in rolstoelen. Die zitten de hele dag maar binnen, en dat lijkt me niet gezond...'

Leo trok een wenkbrauw omhoog, en vroeg: 'Hoe gaat dat precies in zijn werk?'

'Ik word gekoppeld aan iemand in een rolstoel, en dan ga ik iedere week met hem wandelen. Maakt niet zoveel uit waarnaartoe, als hij maar even flink kan uitwaaien...'

Leo dacht na. Hopelijk had Jorge Aldano zich hier niet voor opgegeven. 'Weet je al wie het is?' vroeg hij.

Heleen schudde haar hoofd. 'Ik heb specifiek om een man gevraagd, want daar kan ik beter mee opschieten. Hij mag best een crimineel verleden hebben, maar alsjeblieft wel met goede manieren. Dat hij deuren voor me openhoudt en dergelijke...'

Dirk fronste zijn voorhoofd, en zei tegen Leo: 'Ik heb haar al een paar keer gezegd dat ze dat kwalijk van een invalide kan verlangen, maar ze luistert niet...'

Heleen fronste haar voorhoofd, en beet hem toe: 'Je moet ze nooit invalide noemen. Dat is een belediging. Ik noem ze steevast mensen in rolstoelen. Daar kwets je niemand mee...'



Klik hier voor hoofdstuk 12b!




(c) Copyright Tom Betoek 2015-heden. All rights reserved.

Iedere overeenkomst met bestaande personen, instanties of producten berust op toeval.

No comments:

Post a Comment